2H - Chap. 2: Grammaire H + Parler G

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Programme:

• Herhaling WW op -er
• Wedstrijdje zinnen maken
• Opdrachten maken
• Spreekopdrachten

Lesdoel:

• Je kunt zinnen maken met WW op -er
• Je kunt vertellen wat er in je kamer te vinden is.

Tu habites dans quelle maison?

Het WW habiter

HABITER - ER = HABIT 

Persoon                Stam               Uitgang

je                               habit                -  e

Je habite dans une maison

Het WW habiter

HABITER - ER = HABIT (stam)

je                  habit -  e

tu                 habit - es

il/elle/on   habit - e

nous           habit - ons

vous            habit - ez

ils/elles      habit - ent

Faire 10 phrases!

Wat: Maak 10 correcte Franse zinnen. Gebruik een onderwerp, persoonsvorm en een ontkenning. Schrijf je zinnen op.

Hoe: Maak groepjes van 5 personen.

Au travail!

Wat: Maak exercises 30a, c, d

Klaar?: Ga verder met exercises 31a, c

Parler de sa maison

Parler de ta maison

STAP 1: Vul het woordweb in (in het Frans) met dingen je je in jouw kamer vindt.

STAP 2: Stel elkaar nog een keer vraag 3 en geef antwoord door gebruik te maken van de woorden uit je woordweb.

Voorbeeld: J'aime ma chambre. Il y a une chaise, un ordinateur et un grand lit.

Décris l'image

Wat: Omschrijf het plaatje. Gebruik hele zinnen en het woord 'elle'. Schrijf de zinnen op.

Welk duo heeft de meeste zinnen?

Comment tu trouve ta chambre?