Starttaal instap thema 1 taak B: wanneer ga ik dat doen?

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Startklaar 

       

       Pak je Chromebook/ laptop voor je

       Start je Chromebook/ laptop op

       Log in op www.lessonup.app 

       Stop je telefoon in je zakje,
doe je zakje in je tas

      

Leerdoelen

Aan het einde van de les ...

• kan ik verschillende activiteiten benoemen die ik dagelijks uitvoer. 
• kan ik een weekplanning maken.

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Welke 3 dingen heb jij vandaag al gedaan?

Ontbijten

Douchen

Aankleden

Tas inpakken

Naar school gaan.

Huisdier verzorgen

Sporten

Gamen

Lezen

Televisie kijken

Goed lezen

Wat doe jij op woensdag ochtend om 7:30 uur?

1. Gamen
2. Ben ik op school
3. Aankleden
4. Huisdier verzorgen

Wat is een dagdeel?

1. Als ik niks hoef te doen op een dag
2. Als ik iets moet delen met een ander.
3. De helft van een dag
4. Een deel van een dag.

Noem een voorbeeld van een "dagdeel"
Er zijn 3 dagdelen!

Mijn dagplanning

In een dagplanning schrijf ik alle activiteiten die ik moet doen op een dag. 

Wat is een dagplanning?

Maak zelf jouw dagplanning.
In je dagplanning staat:
Wat je al hebt gedaan vandaag. (3 activiteiten)
Wat je nog gaat doen vandaag. (3 activiteiten)

Heb je het vorige plaatje goed gelezen?
Schrijf dan op wat een weekplanning is.

Hoeveel dagen heeft 1 week?

1. 6
2. 7
3. 8
4. 9

Welke dagen noemen we weekend?

Weekplanning

Maandag: naar school, jong Bonaire, softball.

Dinsdag: naar school, zwemmen, naar wela.

Woensdag: naar school, zwemmen, naar tanchi.

Donderdag: naar de tandarts, naar school, naar Playa met mama.

.......................................................................

Jouw eigen weekplanning.

Schrijf 5 activiteiten op die jij elke week doet.
Schrijf er ook bij op welke dag jij deze activiteiten doet.

Welke vaste activiteiten heb jij?
Schrijf 5 van jou vaste activiteiten.

Kijk nog eens naar de 5 vaste activiteiten die je hebt ingevuld.
Op welke dagen doe jij die vaste activiteiten?

Pfffff bijna klaar!

Pak je boek op blz 14. Hier staan veel dezelfde oefeningen. 

Deze ga je nu zelfstandig uitvoeren.

Klaar? ga zelfstandig aan de slag op Numo.

Is mijn opdracht goed?

Open je boek op blz 20.

Bekijk je eigen dag planning. 

Noem wat je goed vindt en wat beter kan.

Wissel daarna de boeken met je buurman/vrouw.

Wat had die goed? W at kan beter?

Je krijgt nu een nieuwe weekplanning

Denk aan de tips die je hebt gekregen. 

Schrijf hem zo mooi en duidelijk mogelijk op.