Oefentoets H4 politiek 2

Politieke partijen
- Progressief/conservatief
- Links/midden/rechts
- Politieke stromingen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Politieke partijen
- Progressief/conservatief
- Links/midden/rechts
- Politieke stromingen

Slide 1 - Diapositive

Politieke partijen
Links: SP/DENK/GL/PVdD/PVDA
Midden: D66/50plus/CDA/CU
Rechts: VVD/SGP/FvD/PVV

Slide 2 - Diapositive

Wie is lijsttrekker van welke politieke partij?

Slide 3 - Question de remorquage

Zet de politieke partijen op de juiste plaats
Links
Rechts

Slide 4 - Question de remorquage

Politieke Stromingen
Sociaal-Democratie

  • Waarden: gelijkheid, solidariteit

  • Doel: eerlijke verdeling van inkomens, bescherming van de kwetsbaren. 

  • Komen op voor: mensen met weinig geld en minder kansen. 

  • Rol van de overheid: actief, ongelijkheid tegengaan!

SP, PvdA, GroenLinks, Denk
Liberalisme

  • Waarden: vrijheid 

  • Doel: vrijheid voor mensen om te doen en laten wat ze willen, en bescherming hiervan.

  • Komen op voor: werkende burgers, ondernemers en bedrijven.

  • Rol van de overheid: passief: alleen zorgen voor veiligheid

VVD, PVV, D66

Slide 5 - Diapositive

Politieke Stromingen
Christen-Democratie

  • Waarden: geloof, naastenliefde

  • Doel: respect voor de bijbel, een samenleving waar mensen voor elkaar zorgen. 

  • Komen op voor: gezinnen met kinderen en christelijke instanties (scholen, kerken...)

  • Rol van de overheid: beperkt: alleen als er geen andere hulp is.

ChristenUnie, SGP, CDA
Ecologische stroming

  • Waarden: duurzaamheid, milieuvriendelijk 

  • Doel: natuur en milieu worden zo min mogelijk aangetast door de mens. 

  • Komen op voor: dier, mens en natuur


  • Rol van de overheid: actief: bedrijven moeten duurzamer worden, zelfs als het slecht is voor de economie. 
GroenLinks, PvdD

Slide 6 - Diapositive

Politieke Stromingen
Nationalisme

  • Waarden: onafhankelijkheid, vaderlandsliefde

  • Doel: Nederland moet uit de Europese Unie, belang van eigen volk belangrijkst!
 
  • Komen op voor: de eigen bevolking. 

PVV, FvD
- Extremisme
- Haat en angstgevoelens
- Tegen democratie

- Populisme
- Wil van het volk
- Vaderlandsliefde
PVV, FvD

Slide 7 - Diapositive

Christelijke stroming

Sociaal democraten
Populisme

Liberalisme

Slide 8 - Question de remorquage

Liberalisme

Socialisme
Populisme
Christendemocratische stroming
Ecologische stroming

Slide 9 - Question de remorquage

Liberalisme
Sociaaldemocratie
Christendemocratie
Rechts-extremisme
Ecologische stroming
Populisme
Economische vrijheid
Particulier initiatief
Deregulering
Opkomen voor zwakkeren
Gelijkwaardigheid
Bijbelse waarden
Rentmeesterschap
Gespreide verantwoordelijkheid
Vrijemarkteconomie
Milieuvriendelijk en duurzaam produceren
Geen aantasting natuur en milieu
Gericht op geweld
Superioriteit eigen groep
Actieve overheid
Stijl van politiek bedrijven
Richt zich op massa van bevolking

Slide 10 - Question de remorquage

Welke politieke stroming past bij de uitleg?
Uitleg
Politieke stroming
Politieke groep die vindt dat ieder mens zoveel mogelijk vrijheid moet hebben.
Politieke stroming die het verschil tussen arm en rijk wil verkleinen door sociale wetten.
Politieke groep waarbij mensen hun ideeën over politiek, onderwijs etc. baseren op hun godsdienst
Liberalen
Sociaaldemocraten
Christen-democraten

Slide 11 - Question de remorquage

Bij welke politieke stroming horen de partijen.
Sleep het plaatje naar het juiste hokje.
Liberalisme
Christen-democratie
Sociaal-democratie

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is de juiste volgorde van de kabinetsformatie?
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
De formatie
Benoeming ministers en staatssecretarissen
Tweede Kamer verkiezingen
Beëdigd door de koning

Slide 13 - Question de remorquage

Verloop van de kabinetsformatie
DE VIER FASES: 
  1. Onderzoek (informateur)
  2. De informatie (coalitie, regeerakkoord)
  3. De formatie (formatie, min pres)
  4. De beëdiging (koning)

Slide 14 - Diapositive

Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde

Stap 1:
Stap 2:
Stap 3:
Stap 4:
Stap 5:
Stap 6:
Stap 7:
Stap 8:
Er worden verkiezingen georganiseerd
De zetels worden verdeeld onder de partijen
Er wordt een informateur aangesteld
De informateur gaat op zoek naar partijen die samen de meerderheid kunnen vormen: de coalitie
De informateur en de coalitie stellen een regeerakkoord op
Er wordt een formateur aangesteld
De formateur gat binnen de coalitiepartijen op zoek naar geschikte kabinetsleden, wordt later zelf minister-president
De koning benoemt de kabinetsleden

Slide 15 - Question de remorquage

De oppositie bestaat uit:
A
de politieke partijen die niet in de regering zitten
B
hulpministers
C
het staatshoofd en de ministers
D
de koning

Slide 16 - Quiz

Parlement
Kabinet
Kabinet EN Parlement
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Verantwoording afleggen
Ministers
Kamerleden
Staatssecretarissen
Controlerende taak
Geen oppositiepartijen
Ministeriële verantwoordelijkheid
Motierecht
Recht van amendement
Eerste Kamer
Regeerakkoord
Tweede Kamer
Recht van interpellatie
Budgetrecht
Volksvertegenwoordiging
Formatie
Coalitie- en oppositie
Wetgevende taak
Wetsvoorstellen indienen

Slide 17 - Question de remorquage

Slide 18 - Diapositive

Taken Koning
  • Handtekening zetten
  • Troonrede voorlezen
  • Beëdigen ministers en staatssecretarissen
  • Overleg voeren met minister president
  • Ons land vertegenwoordigen

Slide 19 - Diapositive

Rechten van het parlement
Rechten bij de wetgevende taak
  • Stemrecht
  • Recht van initiatief
  • Recht van amendement

Slide 20 - Diapositive

Rechten van het parlement
Rechten bij de controlerende taak:
  • Vragenrecht
  • Recht van interpellatie
  • Recht van enquête
  • Budgetrecht
  • Recht van motie

Slide 21 - Diapositive

CONTROLERENDE TAAK TWEEDE KAMER
WETGEVENDE TAAK TWEEDE KAMER
Motie van wantrouwen 
recht van enquête 
recht van amendement
initiatief recht 
Recht om een wet goed of af te keuren

Slide 22 - Question de remorquage

Bij een referendum:
A
kiest de bevolking vertegenwoordigers in een bestuur
B
stemt de bevolking over een belangrijk politiek onderwerp
C
stemmen volksvertegenwoordigers over politieke zaken
D
stemmen volksvertegenwoordigers over zaken die van algemeen belang zijn

Slide 23 - Quiz

Waar horen de mogelijkheden om invloed uit te oefenen op de politiek bij? Sleep ze naar burger of pressiegroep. 
Petitie
Referendum
Klacht bij de gemeente
Media
Advies
Burger
Pressiegroep

Slide 24 - Question de remorquage