Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2K Spelling verkleinwoorden
Verklein woorden
1 / 38
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
Speciaal Onderwijs
Leerroute 3
Cette leçon contient
38 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Verklein woorden
Slide 1 - Diapositive
Terugblik
: wat hebben we de vorige les gedaan?
Doel:
ik oefen met de regels van de verkleinwoorden
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Verkleinwoorden
Een zelfstandig naamwoord kun je verkleinen.
Wat is een zelfstandig naamwoord?
- een mens
- een dier
- een ding
Slide 4 - Diapositive
Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?
A
chirurg
B
brief
C
verliezen
D
koerier
Slide 5 - Quiz
Wat is een zelfstandig naamwoord
A
Vertrekken
B
Koerier
C
Geweldig
D
Manager
Slide 6 - Quiz
Regels verkleinwoorden
Zelfstandig naamwoord +
-je
-tje
-etje
Maaaaaaaaaaaaar... de klank moet hetzelfde blijven dus soms:
Agenda - agendaatje (wordt de letter langer a -aa)
Pop - poppetje (herhaling van een letter p - pp)
Slide 7 - Diapositive
Verklein het woord euro
Slide 8 - Question ouverte
Verklein het woord: bal
A
baletje
B
baalletje
C
balletje
D
baaletje
Slide 9 - Quiz
Verkleinwoorden regels:
na de letter M -> pje
Boom - boom
pje
de letter NG -> NK
Beloning - beloni
nkje
de letter É -> eetje
Café - caf
eetje
de letter Y -> 'tje
Baby - baby
'tje
Slide 10 - Diapositive
Tjaaaaaa, toch nog 1 regel ...
Na een afkorting -> je of tje
Dus...
sms - sms
je
dvd - dvd
tje
Slide 11 - Diapositive
Verklein: vorm
A
vormtje
B
vormje
C
vormpje
D
vormmetje
Slide 12 - Quiz
Verklein: saté
A
satétje
B
sateetje
C
satéje
D
satje
Slide 13 - Quiz
verkleinen zn
bank bank
je
film film
pje
prei prei
tje
slang slang
etje
woning wonin
kje
Slide 14 - Diapositive
uitzonderingen
Soms moet je vanwege een mogelijke verkeerde uitspraak de schrijfwijze van woorden aanpassen.
Voorbeelden:
aut
o
aut
oo
tje
ka
r
ka
rr
etje
caf
é
caf
ee
tje
Slide 15 - Diapositive
woorden op -y
Bij verkleinwoorden van woorden die eindigen op –y ( met een medeklinker ervoor ) schrijf je apostrof.
Bijvoorbeeld:
baby ba
b
y
’tje
hobby ho
bb
y
’tje
cowboy cowb
o
y
tje
Slide 16 - Diapositive
Het lidwoord bij verkleinwoorden
Bij het enkelvoud gebruik je bij verkleinwoorden nooit het lidwoord 'de', maar het lidwoord '
het
'.
de dans het dansje
de boom het boompje
de opa het opaatje
het paard het paardje
Slide 17 - Diapositive
Extra: afwijkende verkleinvormen
Jongen jongetje
Blad blaadje
Bril brilletje
Slide 18 - Diapositive
Wat is de verkleinvorm van "moment"?
Slide 19 - Question ouverte
Wat is de verkleinvorm van "etalage"?
Slide 20 - Question ouverte
Wat is de verkleinvorm van "radio"?
Slide 21 - Question ouverte
Wat is de verkleinvorm van "verdieping"?
Slide 22 - Question ouverte
Wat is de verkleinvorm van "pony"?
Slide 23 - Question ouverte
Vond je de lesstof moeilijk (0) of makkelijk (100)?
0
100
Slide 24 - Sondage
Ik wil het woord raam verkleinen. Wat moet ik er achter plakken?
A
-je
B
-tje
C
-pje
D
-etje
Slide 25 - Quiz
Hoe verklein ik het volgende woord? bloem
Slide 26 - Question ouverte
kip
boot
schoen
vorm
- je
- tje
- pje
- etje
Slide 27 - Question de remorquage
Hoe schrijf ik het volgende woord verkleind?
stad
statje
stadje
stadtje
stadpje
staatje
Slide 28 - Sondage
Hoe verklein ik het volgende woord?
fiets
Slide 29 - Question ouverte
Ik wil het woord bal verkleinen. Wat moet ik er achter plakken?
A
-je
B
-tje
C
-pje
D
-etje
Slide 30 - Quiz
gum
vrouw
datum
kind
- je
- tje
- pje
- etje
Slide 31 - Question de remorquage
Hoe schrijf ik het volgende woord verkleind?
man
manetje
maanetje
mannetje
mantje
manje
Slide 32 - Sondage
Hoe verklein ik het volgende woord?
stem
Slide 33 - Question ouverte
Ik wil het woord geheim verkleinen. Wat moet ik er achter plakken?
A
-je
B
-tje
C
-pje
D
-etje
Slide 34 - Quiz
Ik wil het woord vriend verkleinen. Wat moet ik er achter plakken?
A
-je
B
-tje
C
-pje
D
-etje
Slide 35 - Quiz
zoon
karton
bed
bezem
- je
- tje
- pje
- etje
Slide 36 - Question de remorquage
Hoe verklein ik het volgende woord?
trui
Slide 37 - Question ouverte
Slide 38 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Spelling - herhaling verkleinwoorden
Décembre 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 5
Les 2 week 47 Verkleinwoorden
Novembre 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Verkleinwoord
Mars 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, g
Leerjaar 1,2
Verkleinwoord
Mai 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, g
Leerjaar 1,2
H4 fysiek Verkleinwoorden
Février 2021
- Leçon avec
12 diapositives
Mentorles
Basisschool
Groep 5
Verkleinwoord paragraaf 5
il y a 21 jours
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, g
Leerjaar 1,2
Verkleinwoord
Février 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, g
Leerjaar 1,2
H4 TV verkleinwoorden
Mars 2022
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2