Burgerschap - verslavingen 5 januari 2021

Burgerschap
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Burgerschap

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat is een verslaving?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is verslaving?

Verslaving betekent dat je niet meer zonder een bepaald genotsmiddel kunt. Je weet dat het slecht is, maar toch ga je door met consumeren. Het 'willen' drinken, verandert in 'moeten' drinken. 

Slide 4 - Diapositive

Wat voor bijzondere verslavingen zijn er?

Slide 5 - Carte mentale

Je kunt verslaafd zijn aan: 
  • Alcohol
  • Drugs
  • Medicijnen
  • Gokken
  • Seks
  • Gamen
  • Social Media/internet
  • Eten
  • Suiker

Slide 6 - Diapositive

Twee groepen van verslaving
Verslaving aan middelen: alcohol, wiet, xtc, slaappillen

Verslaving aan gedrag: gokken, seks, gamen, werken, extreem sporten (fitgirls), obsessief eten

Slide 7 - Diapositive

IN EEN KRINGETJE
Verslaafd zijn betekent dat je afhankelijk bent van een middel of van bepaald gedrag om je goed te voelen. Het lukt je ook niet meer om ermee te stoppen. Je draait in een kringetje rond…


Slide 8 - Diapositive

Als de verslaafde niet toegeeft aan de verslaving, dan krijgt iemand last van onthoudings- of afkickverschijnselen. 

Craving: het sterke verlangen om een nieuwe kick te krijgen.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Wat zijn de gevolgen van alcohol
Alocohol komt in je bloed en gaat via het bloed naar de hersenen en andere organen.

Aangeschoten > je hoort, ziet, reageert en beweegt minder goed

Dronken > zien, horen, bewegen en reageren gaan nog slechter.

Alcohol vergiftiging > je hersenen vallen uit

Slide 11 - Diapositive

ALCOHOL VERSUS DRUGS
  • Wat is het verschil tussen het gedrag van mensen met alcohol op en mensen die drugs gebruiken? 

  • Is het ene beter dan het andere? 

  • Wat wordt het eerste opgemerkt?

Slide 12 - Diapositive

Wat doen drugs met je?
  • Verdovende middelen: werken versuffend

  • Stimulerende middelen: laten je hersenen sneller werken

  • Bewustzijnsveranderende middelen: laten je hersenen anders werken



Slide 13 - Diapositive

Maak opdracht 2, 3 & 4.

Maak opdracht 1 als je klaar bent.

Slide 14 - Diapositive