Starttaal Vooraf Thema 1 moeilijke woorden les 1!

Thema 1 Familie & Vrienden

Starttaal Vooraf
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolPraktijkonderwijsMBOvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 3 min

Éléments de cette leçon

Thema 1 Familie & Vrienden

Starttaal Vooraf

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen

Ik weet wat het vak 'Nederlands' inhoudt.

Ik leg uit wat een sociogram is.

Ik vul mijn eigen sociogram.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Familie & Vrienden
Alle mensen die belangrijk zijn in jouw leven,
zoals familie en vrienden, 
noem je bij elkaar jouw sociale netwerk.




het sociale netwerk
Mijn mentor hoort bij mijn sociale netwerk, want zij is heel belangrijk voor me.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In deze startopdracht ga je een sociogram maken.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociogram
= een overzicht van je sociale netwerk.


Je schrijft op :
- welke mensen belangrijk voor je zijn
- en hoe belangrijk ze voor je zijn.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel

Aan het einde van de les ken je alle themawoorden van Starttaal Vooraf Thema 1.

Slide 7 - Diapositive

Introduceer het leerdoel van de les aan het begin van de presentatie.
Familie en vrienden

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

En nu jij...

  • Wie zijn belangrijk voor jou?
  • Wie zijn er allemaal in jouw leven?
  • Wie kom je vaak tegen?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

aan de slag!
1. Maak opdracht 2 (blz. 10+11)

2. Lees blz. 12 + 13. *

3. Beantwoord de vragen 
     op blz. 13+14. *

    * dit mag in tweetallen 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Moeilijke woorden 
Kies het themawoord dat het beste past op de lege plek in de zin.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De buren kijken de hele dag mijn huis in. Ik heb geen _____ meer.
A
eigenschap
B
sociaal netwerk
C
privacy
D
vertrouwen

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kees is erg rommelig. Dat vindt hij een slechte _____ van zichzelf.
A
eigenschap
B
opvoeding
C
sociaal netwerk
D
vertrouwen

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nagelbijten is een slechte _____ van Emma.
A
generatie
B
gewoonte
C
kennis
D
sociaal netwerk

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de klas moet je _____ je klasgenoten.
A
gewoonte
B
rekening houden met
C
sociaal netwerk
D
vertrouwen

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De _____ van kinderen is heel belangrijk voor wie ze later worden.

A
eigenschap
B
gewoonte
C
opvoeding
D
relatie

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Yare kent veel mensen. Ze heeft een groot _____.
A
opvoeding
B
rekening houden met
C
sociaal netwerk
D
vertrouwen

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Elias is een _____ van mij.
A
eigenschap
B
kennis
C
privacy
D
sociaal netwerk

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Raza heeft een goede _____ met haar buurmeisje, zij mogen elkaar graag.
A
generatie
B
gewoonte
C
opvoeding
D
relatie

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mark heeft gelogen tegen zijn vrienden. Nu kunnen zij hem niet meer _____.
A
eigenschap
B
gewoonte
C
rekening houden met
D
vertrouwen

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn opa en oma zijn van een andere _____ dan ik.
A
generatie
B
gewoonte
C
opvoeding
D
privacy

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een kenmerk van iemand...
A
de privacy
B
de gewoonte
C
de eigenschap
D
de kennis

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat je gewend bent om te doen...
A
de eigenschap
B
de generatie
C
de opvoeding
D
de gewoonte

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De manier waarop ouders/verzorgers voor een kind zorgen...
A
de eigenschap
B
de generatie
C
de opvoeding
D
de gewoonte

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je gedrag aanpassen aan wat fijn is voor anderen...
A
het vertrouwen
B
rekening houden met
C
de privacy
D
het sociale netwerk

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alle mensen die je kent en die belangrijk voor jou zijn...
A
het vertrouwen
B
rekening houden met
C
de privacy
D
het sociale netwerk

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op iemand kunnen rekenen...
A
de kennis
B
rekening houden met
C
vertrouwen
D
de gewoonte

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De band die mensen met elkaar hebben...
A
de privacy
B
de gewoonte
C
de eigenschap
D
de relatie

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Letterlijk of figuurlijk.....
Geef aan of de tweede zin letterlijk of figuurlijk bedoeld is.

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Laura en Aren hebben vaak dezelfde mening. Ze zijn twee handen op één buik.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pieter kent Thierry van vroeger. Thierry is een goede kennis van hem.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Eelco ruimt altijd zijn spullen op.
Hij heeft een strenge opvoeding gehad.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De buren kijken de hele dag mijn huis in. Dat is een rare eigenschap van hen.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Agnes was gisteren heel erg boos op haar moeder. Ze kookte van woede.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hij trapt in elke grap. Je kunt hem makkelijk bij de neus nemen
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je hem teveel plaagt, laat hij zijn tanden zien!
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noud en Saar zijn klaar om op vakantie te gaan. Ze staan in de startblokken.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Jullie zijn een fijne groep. Jullie houden altijd rekening met elkaar.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions