Quiz werkwoorden gemengd en grafiekstencil 3F

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Herhaling werkwoordspelling

Deze les:

• Quiz werkwoordspelling gemengd
• Les 1 t/m 5 af/ nakijken

      grafiekstencil maken

Leerdoel

• Ik kan de verschillende werkwoordsvormen van het werkwoord (pv tt, pv vt en vd) op de juiste manier spellen. 

Is de volgende bewering waar of niet waar?

Engelse werkwoorden in het Nederlands vervoeg je op dezelfde manier als Nederlandse sterke werkwoorden.

1. waar
2. niet waar

Welk woord hoort er op de plek van de puntjes?

Weet jij nog wanneer hij .... is?

1. verhuist
2. verhuisd
3. verhuizd
4. verhuisdt

Welk woord is fout gespeld?

Vroeger relaxte hij na schooltijd op de bank en bingewatchte zijn favoriete series, maar tegenwoordig skatet hij elke dag in het park en chillt hij met zijn vrienden.

1. relaxte
2. bingewatchte
3. skatet
4. chillt

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord van 'downloaden'?

Hoe schrijf je de persoonsvorm verleden tijd meervoud van het werkwoord 'deleten'?

1. deleten
2. deleetten
3. deletete
4. deleteten

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

Maartje (relaxen - tt) .... na schooltijd eerst een half uurtje.

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

Heb jij hem het goede nummer ... ?

1. gewhatsappt
2. gewhatsappd
3. gewhatsappet
4. gewhatsapped

Wat hoort er op de plekken van de puntjes?

Heeft hij jou niet .... dat zijn computer .... is?

1. vertelt - gecrasht
2. verteld - gecrasht
3. vertelt - gecrashed
4. verteld - gecrashed

Wat hoort er op de plekken van de puntjes?

Wat er nu is ... , .... normaal nooit!

1. gebeurt - gebeurt
2. gebeurd - gebeurt
3. gebeurt - gebeurd
4. gebeurd - gebeurd

Wat hoort er op de plekken van de puntjes?

Als je nu naar rechts ...., zie je de volgende foto.

1. swipe
2. swipt
3. swipet
4. swiped

Hoe schrijf je de persoonsvorm verleden tijd meervoud van het werkwoord 'uploaden'?

Aan de slag!

• Wat?              Les 1 t/m 5 en diagnostische toets af en                                                     nagekeken. Stencil 1 werkwoordspelling af.
• Hoe?              Zelfstandig, in stilte
• Hulp?             Docent
• Resultaat?    Les 1 t/m 5, D-toets en stencil 1 af. 
• Tijd?               Tot .......... uur
• Klaar?            Mapje neerleggen ter controle en nakijken.