nabespreking toets

nabespreking SO hfst 1
berekening 

aantal behaalde punten : 35 x 9 + 1 = cijfer
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

nabespreking SO hfst 1
berekening 

aantal behaalde punten : 35 x 9 + 1 = cijfer

Slide 1 - Diapositive

1a. Noem de naam en de jaartallen van het tijdvak waar dit hoofdstuk Varen voorbij de horizon in thuishoort. (1)
Tijd van ontdekkers en hervormers 1500-1600

1b. Leg de titel van dit hoofdstuk uit: Varen voorbij de horizon (1)
De horizon is de grens van waar jij de lucht de aarde ziet raken, verder kun je niet kijken, dat is letterlijk onbekend. Columbus en andere ontdekkingsreizigers durfden voorbij het onbekende te gaan.

1c. Noem de twee kenmerkende aspecten bij dit hoofdstuk. (2)
- Het begin van de Europese expansie overzee
- Het veranderde mens- en wereldbeeld in de Renaissance

Slide 2 - Diapositive

2. Leg onderstaande begrippen uit: (4)
a. factorij – bewaakte handelspost in een ander (overzees) land
b. continuïteit – Aanduiding van iets dat langere tijd hetzelfde blijft in de geschiedenis
c. Nieuwe Wetten Spaanse regels die stelden dat Indianen onderdanen van de Spaanse koning waren en dus eerlijk behandeld moesten worden.
d. Osmaanse Rijk – Turks wereldrijk dat is genoemd naar de stamvader Osman. Het rijk bestond tussen de vijftiende en twintigste eeuw en werd bestuurd vanuit Istanbul

Slide 3 - Diapositive

vraag 3: A - het Midden-Oosten

Slide 4 - Diapositive

4. Leg uit waarom de handel met het Verre Oosten ‘peperduur’ wordt genoemd.
Gebruik in je antwoord de begrippen zijderoute en Osmaanse Rijk. (3)

De goederen werden vanuit het Verre Oosten, via bijvoorbeeld de zijderoute (een handelsroute), met verschillende karavanen aangevoerd. Er was veel tussenhandel, daardoor werd de prijs steeds duurder, want iedereen wilde geld verdienen aan die goederen. De meeste routes eindigden in het Osmaanse Rijk. (het Turkse rijk dat een groot deel van het gebied rondom de Middellandse Zee beheerste.)

Slide 5 - Diapositive

5. Hiernaast zie je Hendrik de Zeevaarder.
Geef aan of je hem een ontdekkingsreiziger vindt. Geef daarbij een argument dat jouw mening onderbouwt. (1)


Hendrik is geen ontdekkingsreiziger want hij ging niet zelf op reis naar nieuwe gebieden, wel ondersteunde hij de echte ontdekkingreizigers met geld om hun reizen te kunnen betalen.

Slide 6 - Diapositive

6. Hieronder staan drie ontdekkingsreizigers.
Geef van alle drie aan wat hun ontdekking was, in welk jaartal het plaatsvond en in opdracht van welk land zij dat deden. Neem het schema over. (3)

                                              ontdekking          jaartal          opdrachtgever
Vasco da Gama             India                        1498              Portugal
Bartholomeus Dias     Kaap de G. H        1488              Portugal
Chris Columbus           Amerika                  1492              Spanje

Slide 7 - Diapositive

7. De Portugezen gaan als eerste op zoek naar nieuwe gebieden.
 Leg aan de hand van het begrip 'conquistador' uit dat dit begrip niet bij de Portugezen past. Doe het als volgt: Leg uit wat het begrip conquistador betekent. Leg uit waarom de Portugezen geen conquistador genoemd worden. (2)

Conquistador: Spaanse avonturiers die in opdracht van de Spaanse koning grote gebieden in de Nieuwe Wereld veroverden.
Waarom zijn de Portugezen geen conquistadores: De Portugezen veroverden de gebieden niet, maar stichtten vooral factorijen om te handelen met het binnenlanden.

Slide 8 - Diapositive

8. Wat wordt er bedoeld met een kolonie? (1)
A. Een gebied dat het bezit is van, en bestuurd wordt door, een ander land.

Slide 9 - Diapositive

9. Bekijk de bron, een tekening over de verhoudingen tussen de Spanjaarden en de Indianen. (2)

a. Welke ontdekking in de Nieuwe Wereld zie je op de bron?
Grote mijnen vol edelmetaal zoals goud en zilver
b. Leg uit waarom deze ontdekking tot een discontinuïteit in het leven van de Indianen leidde. Laat uit je antwoord blijken dat je weet wat discontinuïteit betekent.
De indianen moesten gedwongen in deze mijnen werken om het goud en zilver te delven en dat werd naar Spanje gestuurd. Deze vorm van slavenarbeid was een verandering (discontinuïteit) voor hen in hun leefwijze.

Slide 10 - Diapositive

10. Een uitspraak: Door de verovering van Spaans Amerika veranderde het leven van de oorspronkelijke bewoners voorgoed. (2)

a. Leg uit hoe het leven van de indianen veranderde in sociaal opzicht. Gebruik daarbij het begrip mestizering. Mestizering is de vermenging van het Indiaanse volk met het Spaanse. Spaanse soldaten die kinderen kregen met Indiaanse vrouwen. Dit is een sociale verandering, omdat zij hiervoor dit volk niet kende en men leerde nu andere gewoontes uit een andere cultuur.

b. Welke discontinuïteit op religieus gebied kwam er in het leven van de indianen? De Spanjaarden beschouwden de Indianen als onderdanen van de Spaanse koning en daarom moesten zij ook de godsdienst van de koning aannemen. Hun eigen godsdienst moesten zij aan de kant schuiven en katholiek worden.

Slide 11 - Diapositive

11. Bekijk de bron, de Potosi zilvermijn.

a. Op welke manier laat de bron zien hoe de behandeling van de indianen was? Leg je antwoord uit met behulp van een element uit de bron. (1)
Je ziet dat de Indianen gevaarlijk en zwaar werk moesten doen. Je ziet geen enkele Spanjaard in de mijn, wat doet vermoeden dat zij dat voor zichzelf te gevaarlijk vonden.

b. Waarom was de exploitatie (=runnen van en verdienen aan een bedrijf) van de mijn belangrijk voor de Spanjaarden? (1) Met de opbrengst uit de mijnen konden de Spanjaarden bijvoorbeeld hun dure oorlogen die zij aan het voeren waren in Europa betalen.

Slide 12 - Diapositive

In de zestiende eeuw, na de ontdekkingen van Spanje en Portugal ontstaat er een driehoekshandel tussen West Afrika, Amerika en Europa. In deze zogenaamde trans-Atlantische slavenhandel werden slaven van West Afrika naar Amerika gebracht om daar te werken op de plantages en in de zilvermijnen. De producten van die plantages zoals tabak, katoen en rietsuiker werden naar Europa vervoerd.  Het zilver uit Zuid-Amerika werd eerst naar Afrika vervoerd om daar slaven te kopen en het restant ging naar Spanje.

 
Welke zin in dit verhaal klopt niet? Herschrijf de zin op een juiste manier. Noteer de foute zin én jouw verbetering. (2)





Klopt niet: Het zilver uit Zuid-Amerika werd eerst naar Afrika vervoerd om daar slaven te kopen en het restant ging naar Spanje.

Klopt wel: Het zilver uit Zuid-Amerika ging naar Europa, vanuit Europa werden producten als wapens, alcohol en munitie naar Afrika vervoerd en daarmee werden de slaven gekocht.

Slide 13 - Diapositive

13. Karel V heerste over een rijk waar de zon nooit onderging. (letterlijk)
Leg deze zin uit en geef daarbij aan over welke landen en gebieden Karel heerste. (2)

Omdat de zon overal ter wereld op een ander moment ondergaat is het altijd wel ergens dag. Karel V was koning over zoveel gebieden ter wereld dat het altijd wel ergens dag was. Want als het nacht was in Europa, dan was het wel dag in Zuid-Amerika. 

o.a. Duitsland, Oostenrijk, Nederlanden, Spanje (met west en oost Indië)

Slide 14 - Diapositive

14. Goed of fout? Noteer alleen G of F(4)
a. Door de ontdekking van zilver in de Nieuwe Wereld werd het Spaanse geld minder waard. G
b. Omdat de bevolking groeide en het geld minder waard werd, kwam er minder armoede onder de bevolking van Europa. F
c. Handelskapitalisten zijn mensen die geld investeren in de productie van nijverheidsproducten om deze producten vervolgens met meer winst te verkopen in verre oorden. G
d. Driehoekshandel is hetzelfde als handelskapitalisme F

Slide 15 - Diapositive

15. Bekijk de bronnen.

Beide bronnen zijn van belang geweest bij de verandering van het wereldbeeld in de Renaissance.

Leg uit hoe beide bronnen daartoe hebben bijgedragen. Benoem ook wat de bron voorstelt / bedoelt. (2)


De globe staat symbool voor alle nieuwe gebieden die de mensen ontdekten, waardoor hun kijk op de wereld veranderde. De boekdrukkunst heeft er aan bijgedragen deze kennis steeds meer verspreid raakte omdat steeds meer mensen

Slide 16 - Diapositive

De moord op Willem van Oranje
En door naar hoofdstuk 2 - tijd voor een verhaal

Slide 17 - Diapositive