4 havo 7 juin
1 / 15
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Elle est en quatrième
A
Ze zit in de eerste
B
Ze zit in de derde
C
Ze zit in de tweede
D
Ze zit in de vierde
Slide 2 - Quiz
Marc serait malade
A
Marc zou ziek zijn
B
Marc was ziek
C
Marc werd ziek
D
Marc is zelden ziek
Slide 3 - Quiz
Een mooie rustige kamer
A
Une belle et calme chambre
B
une belle chambre calme
C
Une chambre belle et calme
D
une calme chambre belle
Slide 4 - Quiz
Een zware en saaie baan
A
Un job dur et monotone
B
Un dur job monotone
C
un dur et monotone job
D
un monotone job dur
Slide 5 - Quiz
Il fait beau (...?...) elle est dans sa chambre
A
car
B
à cause de
C
naturellement
D
pourtant
Slide 6 - Quiz
Tu viens (...)? Demain?
A
d'où
B
quand
C
avec qui
D
comment
Slide 7 - Quiz
Zij kozen
A
ils choisirent
B
ils choisiraient
C
ils choisisent
D
ils choisissaient
Slide 8 - Quiz
Hij zou zijn
hij is geweest
hij was
we zullen zijn
je moet
het betreft
hij beweert
il serait
il a éte
il était
on sera
il faut
il s'agit
il affirme
Slide 9 - Question de remorquage
Op de stoel en achter de bank
A
Sur la chaire et derrière le sofa
B
Sur la chaise et arrière le sofa
C
Sur la chaise et derrière le sofa
D
Sur la chêse et derrière le sofa
Slide 10 - Quiz
Au voleur!
A
Op naar het vliegvlieg!
B
Houd de dief!
C
Houd me tegen!
D
Voor je bestwil!
Slide 11 - Quiz
Attention aux piètons!
A
Pas op voor voetgangers
B
Pas op , er kan nog een trein komen
C
Pas op voor overstekend wild
D
Pas op voor zakkenrollers
Slide 12 - Quiz
seize cent quatre vingt treize
A
16423
B
164213
C
1693
D
1683
Slide 13 - Quiz
le gouvernement
A
de regering
B
de vakbond
C
de omwenteling
D
de tegenslag
Slide 14 - Quiz
Elle n'a que huit ans
A
Ze wordt 8 jaar
B
Ze is pas 8
C
Ze heeft 8 jaar gewacht
D
Ze is geen 8
