(G1) les 4 - grammatica - werkwoordspelling (online les)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Nederlands 2e uur (klas g1c)

Werkwoordspelling

Zet je camera aan en laat je microfoon uit.

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Voorkennis
• Theorie
• Opdrachten
• Reflectie

Lesdoelen

• Je kunt  de persoonsvorm correct spellen (tegenwoordige tijd en verleden tijd).
• Je kunt een  (bijvoeglijk gebruikt) voltooid deelwoord correct spellen.

Wat is de stam?

Theorie - tegenwoordige tijd

Drie vormen:

• ik of je/jij achter pv   >   stam
• hij/zij/het/je/jij            >   stam + t
• wij/jullie/zij (mv)        >   infinitief (hele werkwoord)

..... je over een paar maanden veertien?

1. Word
2. Wordt

..... je moeder net zo veel van jou als van je broer?

1. Houd
2. Houdt

Theorie - verleden tijd

• Sterke werkwoorden     >   veranderen van klank                         (ik houd - ik hield)
• Zwakke werkwoorden   >   +de(n) of +te(n)                                         (hij rent - hij rende)

 't kofschip

Wij ..... (juichen, v.t.) toen de voetballer een goal maakte.

Theorie - voltooid deelwoord

• Sterke werkwoorden: klank verandert > winnen - gewonnen
• Zwakke werkwoorden (stappenplan):

       1. hele werkwoord

       2. - en

       3. staat de laatste letter van de stam in 't kofschip?

           Ja     > t       (werken - gewerkt)

           Nee > d      (geloven - geloofd)

Theorie - bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Een voltooid deelwoord dat wordt gebruikt als bn schrijf je zo kort mogelijk!     >  de verbrede straat

• Uitzondering 1: wanneer je uitspraakproblemen krijgt (het geredde hondje).
• Uitzondering 2: eindigt het vd op -en? Dan eindigt het bijvoeglijk gebruikt vd ook op -en (ik ben gevallen > het gevallen kind).

De overvaller is ..... (ontmaskeren)

De ..... (ontmaskeren) overvaller

Opdrachten/Huiswerk

Maak schakel 45, 47, 48, 50 en 51. 

• Je werkt de rest van de les aan deze opdrachten. 
• Krijg je het niet helemaal af? Maak het dan als huiswerk voor volgende week donderdag 14 januari.

Reflectie

• Je kunt  de persoonsvorm correct spellen (tegenwoordige tijd en verleden tijd).
• Je kunt een  (bijvoeglijk gebruikt) voltooid deelwoord correct spellen.