Muziek en emoties

Les 1 Young Art emoties en muziek
Muzikale                       bouwstenen 
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
MuziekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

Éléments de cette leçon

Les 1 Young Art emoties en muziek
Muzikale                       bouwstenen 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen
  • We bespreken de komende lessen klankeigenschappen
  • samenklank
  • klankkleur
  • vormeigenschappen 
  • betekenis

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen
  • We bespreken de komende lessen klankeigenschappen
  • klankhoogte en klanksterkte

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen
  • We bespreken de komende lessen klankeigenschappen
  • klankduur

Slide 4 - Diapositive

Wat heb ik geleerd deze les
Muziek kan verschillende betekenis hebben door variaties is klank en vorm 
Weten welke 5 klankeigenschappen er bestaan
een ritme klappen van largo naar presto
Articulatie in de muziek beluisteren 

Slide 5 - Diapositive

Betekenis
De variaties in klank en vorm geven een lied betekenis. 
 Muziek kan gevoelens uitbeelden, een muzikale voorstelling van een dier of een verhaal vertellen ( programma muziek, zoals Peter en de wolf) 
Muziek kan dingen uitbeelden zoals geluiden uit de natuur (de Moldeau) en machines en omgevingsgeluiden. 

Slide 6 - Diapositive

Muziek bestaat uit variaties in klank en vorm waarmee verschillende betekenissen tot uitdrukking komen.

Slide 7 - Diapositive

klankeigenschappen
klanken kunnen verschillen in:
  • klankduur → lange en korte klanken
  • klankhoogte → lage en hoge klanken
  • klanksterkte → harde en zachte klanken 
  • Samenklank of harmonie → aangenaam klinkende vereniging van tonen 
  • klankkleur: verschillen van hoe een klank klinkt


Slide 8 - Diapositive

Klankduur
Muziek kan ook snel of langzaam zijn en dat noem je dan TEMPO.
Tempo kun je meten of aangeven met een metronoom. Zo’n apparaat geeft het aantal tellen per minuut aan. 
Bij dance muziek zeggen ze ook wel BPM (beats per minute)
In bladmuziek, waar je de noten kunt zien die je moet spelen, 
zie je i.p.v. BPM meestal Italiaanse woorden staan.
LARGO = langzaam = 40- 60 BPM
PRESTO= snel = 168-192 BPM

Slide 9 - Diapositive

Kun jij het volgende ritme van largo naar presto klappen?

Slide 10 - Diapositive

Articulatie
In de notenleer kan je tonen
 met elkaar verbinden (legato) of juist heel kort en niet gebonden spelen (staccato).

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

                           Muziek 
Muzikale                       bouwstenen 

Slide 13 - Diapositive

Wat heb ik geleerd deze les
een muziekstuk beluisteren en kunnen volgen in hoogte en laagte van de tonen
Ik weet wat de termen forte en pianissimo betekenen
Een muziek stuk beluisteren en kunnen volgen in klanksterkte

Slide 14 - Diapositive

Klankhoogte 
Klanken kunnen in hoogte variëren. 

Klanken die van een bepaalde hoogte zijn noemen we tonen. 
Do en him geven de zelfde toonhoogte aan omdat de noten op dezelfde hoogte staan.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien

Klanksterkte

Slide 17 - Diapositive

PIANISSIMO, PIANO FORTE
Om in de muziek aan te geven of er sterk of zacht gespeeld moet worden, gebruiken we net als bij tempo een aantal Italiaanse woorden. 
Het Italiaanse woord voor "sterk" is FORTE, het woord voor "zacht" is PIANO


Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Luisteroefening
We gaan luisteren naar een paar minuten van de eerste symfonie van de Oostenrijkse componist Anton Bruckner. 
Pak een pen en papier en teken tijdens vier a vijf minuten van de muziek (langzaam) een lijn op het blaadje. Zodra de muziek harder wordt maak je de lijn hoger en zodra de muziek zachter wordt maak je de lijn weer lager. Na de muziek kun je de lijn met lijnen van klasgenoten vergelijken, heeft iedereen een beetje hetzelfde gehoord?

Slide 20 - Diapositive

   Les 7                          Muziek 
Muzikale                       bouwstenen 

Slide 21 - Diapositive

Wat heb ik geleerd deze les
Je kunt een muziekstuk beluisteren en de klank en vormeigenschappen herkennen 

Slide 22 - Diapositive

SAMENKLANK OF HARMONIE
Een muziekstuk kan je ook meerstemmig verklanken, zodat er een bepaalde harmonie ontstaat. Dit zijn verschillende tonen die op hetzelfde moment weerklinken. Denk bijvoorbeeld aan een koor dat 4-stemmig zingt: sopraan, alt, tenor en bas, maar zelfs met je eigen stem kan je tot een harmonie komen 

Slide 23 - Diapositive

KLANKKLEUR 
Sfeer die muziek of het stemgeluid geeft.
donker stemgeluid klink lager
Klankkleur wordt ook wel timbre genoemd
Aan de klankkleur herken je een instrument. 
Het onderscheiden van klankkleur vergt enige oefening.

 

Slide 24 - Diapositive

VORM
In een lied wordt naast klankeigenschappen ook gewerkt met vormeigenschappen. 
Herhaling (melodie)      ->        echo of stapelen 

Slide 25 - Diapositive

HERHALING A
CONTRAST ABA 

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Klankkleur
Deze les leer je wat klankkleur is. Je gaat oefenen met het herkennen van diverse instrumenten. Na deze les kan je de meest gebruikte instrumenten in een popband benoemen en herkennen.



Slide 28 - Diapositive

Herhaling van betekenis klankkleur

Klankkleur of timbre is de eigenschap van een klank waarmee verschillende muziekinstrumenten en stemmen zich onderscheiden. Hierdoor is het, met enige oefening, mogelijk het verschil te horen tussen een saxofoon en een trompet in een popband, of tussen een fluit en een viool in een orkest. 

Slide 29 - Diapositive

Luisteroefeningen
Luister naar het begin van Pokerface van Lady Gaga en probeer te horen welke instrumenten gebruikt worden.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Welke instrumenten heb je gehoord?
A
Synthesizer
B
Drumcomputer
C
Gitaar
D
Zang

Slide 32 - Quiz

Klankkleur beïnvloedt de sfeer van een nummer

De gebruikte instrumenten hebben een grote invloed op de sfeer van een muziekstuk. Luister maar eens naar de volgende cover van Pokerface. Ken jij alle instrumenten?

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Accordeon
Trompet
Klarinet
Trombone
Tuba

Slide 35 - Question de remorquage

Welke instrumenten bij welke stijl?
Veel muziekstijlen gebruiken een specifieke groep van instrumenten die bepalend zijn voor de sfeer. Rockmuziek is daar een goed voorbeeld van. Kun jij de instrumenten herkennen? Let ook op het verschil in klankkleur van de gitaarpartij. In het intro klinkt de gitaar normaal (clean), daarna "overstuurd".

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo

Basgitaar
Drums
Gitaar elektrisch "clean"
Gitaar elektrisch "overstuurd"

Slide 38 - Question de remorquage

De standaard bezetting in rock muziek bestaat uit elektrische gitaar, basgitaar, drums en zang. De basgitaar lijkt op een gewone gitaar maar heeft maar 4 snaren en klinkt veel lager. 

De standaard bezetting in rock muziek bestaat uit elektrische gitaar, basgitaar, drums en zang. 
De basgitaar is vaak het lastigst om te leren herkennen. Hij lijkt op een gewone gitaar, maar heeft meestal maar 4 snaren. De basgitaar klinkt ook lager dan een gewone gitaar. De basgitarist speelt vaak goed samen met de drummer. Luister maar naar het volgende fragment.

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo

De standaard bezetting van een popband
 In het volgende voorbeeld laat Stromae horen welke verschillende geluiden er zitten in het nummer Papaoutai. Kun je horen in welke volgorde ze starten?

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo

In welke volgorde heb je de instrumenten gehoord?

Slide 43 - Question de remorquage

Akoestisch, elektrisch of digitaal?
Het verschil tussen een akoestische en elektrische gitaar is goed te zien en ook niet heel moeilijk om te horen. Een akoestisch instrument klinkt van zichzelf. Denk aan een viool, piano of drumstel. Een elektrisch instrument heeft stroom en een versterker nodig om gehoord te worden. Denk aan een elektrische piano of een elektrische gitaar.
In het voorbeeld van Stromae zijn alle instrumenten digitaal. Dat betekent dat de geluiden gemaakt worden door computers. Veel moderne muziek maakt gebruik van digitale of "software" instrumenten. Deze vervangen dan de rol van de bekende instrumenten. Soms wordt een instrument zo goed mogelijk na gedaan, zoals bijvoorbeeld een elektronisch drumstel. Maar met digitale instrumenten kunnen ook nieuwe klanken gemaakt worden. Dat hoor je ook  in het nummer van Stromae waar de basgitaar vervangen wordt door een bas synthesizer.

Slide 44 - Diapositive

Extra instrumenten
. Veel gebruikte toevoegingen zijn blaasinstrumenten en strijkinstrumenten. Kan jij horen welke extra instrumenten er in het volgende nummer zitten?

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Vidéo

Welke extra instrumenten heb je gehoord?
A
Blaasinstrumenten
B
Strijkinstrumenten

Slide 47 - Quiz

Extra instrumenten
Vaak klinkt de blazerssectie heel ritmisch. Strijkinstrumenten worden ook veel gebruikt in popmuziek maar hebben een heel andere functie. Vaak worden ze gebruikt om een nummer een extra "laag" kleur te geven.  Zo klinkt het nummer groots en meeslepend. Je hoort dit veel bij rustigere nummers. Luister eens naar Breathin van Ariana Grande. In deze versie start het nummer met de strijkerssectie en zang. Eerst wordt er ritmisch gespeeld, maar als de drums mee gaan spelen gaan de strijkers over naar lange noten die een typerende extra "laag" aan de muziek geven.

Slide 48 - Diapositive

Slide 49 - Vidéo

Slide 50 - Question de remorquage

De laatste vraag: Herken jij alle instrumenten uit een popband?
In het laatste fragment zitten alle "standaard" instrumenten van een popband. Lukt het je om alle instrumenten te herkennen? Luister eerst het fragment in zijn geheel en probeer daarna de instrumenten los van elkaar te herkennen.


Slide 51 - Diapositive

De standaard bezetting van een popband
Je hebt nu geleerd dat de "standaard" bezetting van een popband bestaat uit zang, gitaar, basgitaar, piano en drums.
Natuurlijk zijn er vele variaties. Soms zijn er minder instrumenten en soms extra instrumenten. Probeer de volgende keer als je je favoriete nummer aanzet eens te luisteren welke instrumenten je hoort! 

Slide 52 - Diapositive

Wat ga je doen?
Maken opdracht 1 en 2
Dit doe je in stilte
Bij vragen steek je je vinger op en dan loop ik naar je toe

Slide 53 - Diapositive

MUZIEKOPDRACHT 
Let op klank en vorm eigenschappen bij het nummer Goodnight Saigon van Billy joel
 klankduur (bpm of largo presto en articulatie), klankhoogte, klanksterkte ( forte, pianissimo) samenklank of harmonie, klankleur
herhaling (echo, stapeling, contrast), intro, couplet, refrein, tussenspel (instrumentaal), bridge, naspel, voorstelling van een dier, verhaal, uitbeelden van dingen. 



Slide 54 - Diapositive