Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Naamvallen intro der- en ein-groep
De der-groep en de ein-groep
1 / 32
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
32 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
De der-groep en de ein-groep
Slide 1 - Diapositive
Naamvallen
Een naamval kan door een aantal dingen bepaald worden:
een voorzetsel -- rijtje van de 3e naamval of de 4e naamval
het zinsdeel (ontleden)
Slide 2 - Diapositive
Naamvallen
Een naamval kan door een aantal dingen bepaald worden:
- het zinsdeel (ontleden)
1e naamval = onderwerp (wie/wat + gez)
3e naamval = meewerkend voorwerp (aan of voor wie/wat)
4e naamval = lijdend voorwerp (wie/wat + gez + ondw)
Slide 3 - Diapositive
Welke voorzetsels krijgen de vierde naamval?
Vierde naamval
Iets anders
bis
aus
durch
zu
für
gegen
bei
mit
ohne
um
nach
seit
von
Slide 4 - Question de remorquage
Naamvallen persoonlijk vnw
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
mir
dir
ihm
ihr
ihm
uns
euch
ihnen
Ihnen
mich
dich
ihn
sie
es
uns
euch
sie
Sie
Slide 5 - Diapositive
Het onderwerp
Het meewerkend voorwerp
Het lijdend voorwerp
1e naamval
Wie/wat+onderwerp+gezegde
4e naamval
Wie/wat+gezegde
3e naamval
aan/voor wie of wat
Slide 6 - Question de remorquage
Der-Gruppe
Niet alleen het persoonlijk voornaamwoord verandert van vorm, maar ook het lidwoord.
Slide 7 - Diapositive
Der-Gruppe
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1. der
die
das
die
3. dem
der
dem
den +n
4. den
die
das
die
Slide 8 - Diapositive
D..... Mann ist freundlich.
A
der
B
dem
C
das
D
den
Slide 9 - Quiz
Ich finde d...... Mann freundlich.
A
der
B
dem
C
das
D
den
Slide 10 - Quiz
Das Geschenk ist für d....... Mann.
A
der
B
dem
C
das
D
den
Slide 11 - Quiz
bij welke groep hoort: euer
A
der-groep
B
ein-groep
Slide 12 - Quiz
Ein-Gruppe
De groep woorden die op dezelfde manier worden vervoegd als ein en kein.
Dit zijn alle bezittelijk voornaamwoorden: main-, dein-, sein-, ihr-, unser-, euer-, ihr- en Ihr-.
Slide 13 - Diapositive
Ein-Gruppe
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1
ein
eine
ein
meine
3
einem
einer
einem
meinen +n
4
einen
eine
ein
meine
Slide 14 - Diapositive
Bij welke groep hoort: euer
A
der-groep
B
ein-groep
Slide 15 - Quiz
bij welke groep hoort het woordje unser.
A
der-groep
B
ein-groep
Slide 16 - Quiz
bij welke groep hoort welch-
A
der-groep
B
ein-groep
Slide 17 - Quiz
Bezittelijke voornaamwoorden (b.v. mein, dein, sein, ihr, enz.) horen bij de
A
der-groep
B
ein-groep
Slide 18 - Quiz
Bij welke groep hoort de vertaling van het woord "geen"?
A
der-Gruppe
B
ein-Gruppe
Slide 19 - Quiz
Ein-Gruppe
De groep woorden die op dezelfde manier worden vervoegd als ein en kein.
Dit zijn alle bezittelijk voornaamwoorden: mein-, dein-, sein-, ihr-, unser-, euer-, ihr- en Ihr-.
Slide 20 - Diapositive
Ein-Gruppe
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1
ein
eine
ein
meine
3
einem
einer
einem
meinen +n
4
einen
eine
ein
meine
Slide 21 - Diapositive
Bij welke groep hoort dem-
A
der-groep
B
ein-groep
Slide 22 - Quiz
Bij welke groep hoort: euer
A
der-groep
B
ein-groep
Slide 23 - Quiz
Bij welke groep hoort het woordje "unser".
A
der-groep
B
ein-groep
Slide 24 - Quiz
Bij welke groep hoort welch-
A
der-groep
B
ein-groep
Slide 25 - Quiz
Bezittelijke voornaamwoorden (b.v. mein, dein, sein, ihr, enz.) horen bij de
A
der-groep
B
ein-groep
Slide 26 - Quiz
Bij welke groep hoort de vertaling van het woord "geen"?
A
der-Gruppe
B
ein-Gruppe
Slide 27 - Quiz
Der Trabi fährt gegen ein ___________ Baum (m).
A
1e naamval
B
4e naamval
Slide 28 - Quiz
Der Trabi fährt gegen ein ___________ Baum (m).
A
ein
B
einen
Slide 29 - Quiz
ein, eine, zijn .... ?
A
bijvoeglijke naamwoorden
B
onbepaalde lidwoorden
C
bepaalde lidwoorden
D
bezittelijke voornaamwoorden
Slide 30 - Quiz
Ein___ Oma
schenkt
ihr___ Sohn
ein__ Tasche (v)
A
Eine, ihrer, ein
B
Einer, ihrer, einem
C
Eine, ihrem, eine
D
Einer, ihren, einen
Slide 31 - Quiz
Wähle die richtige Form.
Ich schenke dir ein___ Wein ein.
A
ein
B
einem
C
einen
D
einer
Slide 32 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Naamvallen intro der- en ein-groep
Mars 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
V2 Naamvallen intro der- en ein-groep
Avril 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Naamvallen intro der- en ein-groep
Novembre 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Naamvallen intro der- en ein-groep
Septembre 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
17.10-3h/v-Naamvallen intro der- en ein-groep
Octobre 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Naamvallen intro der- en ein-groep
Février 2021
- Leçon avec
12 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
1.2. Genitiv
Janvier 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Havo 2: Kapitel 5,6: Der-/ Ein-Gruppe in de 1e en 4e naamval
Mars 2022
- Leçon avec
36 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2