Thema 3: Basisstof 1 gezond leven

Gezond leven
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Gezond leven

Slide 1 - Diapositive

Gezond leven
Vandaag ga jij bezig met de lesstof gezond leven.
Aan het einde van de les kan jij vertellen wat het verschil is tussen lichamelijkgezond, geestelijkgezond en sociaal gezond.
Jij kan vertellen wat  invloed heeft op je gezondheid.
Oorzaken van ziekte en wat is leefstijl.

Slide 2 - Diapositive

Gezond ben jij als je je goed voelt.Je lichaam werkt dan zoals het hoort.Je bent dan lichaamelijk gezond.
Gezondheid heeft niet alleen te maken met je lichaam.Je moet je ook geestelijk goed voelen.Het gaat dan om wat je voelt of denkt.Ten slotte voel je je gezond als het sociaal goed met je gaat.Je hebt dan naar je zin bij andere mensen.

Slide 3 - Diapositive

Aan de slag
Maken: Thema 3  (op je ipad)
Gezond leven,basis stof  opdracht 1,2,3,4,5

Slide 4 - Diapositive

Welke soorten gezondheid kennen we?
A
lichamelijke gezondheid
B
geestelijke gezondheid
C
sociale gezondheis
D
alles is goed

Slide 5 - Quiz

David heeft zijn been gebroken. Hij zit thuis en is enorm chagrijnig.
A
Zijn geestelijk gezondheid beïnvloedt zijn lichamelijke gezondheid
B
Zijn lichamelijke gezondheid beïnvloedt zijn geestelijke gezondheid

Slide 6 - Quiz

Heeft gezondheid te maken met je geest?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Betekent 'ziek' je niet goed voelen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Als ik goed kan slapen
dan past dat bij
A
lichamelijke gezondheid
B
sociale gezondheid
C
geestelijke gezondheid
D
Lichamelijke en geestelijke gezondheid

Slide 9 - Quiz

Onder welke soort gezondheid valt de volgende klacht: Sem heeft een paniekaanval
A
Geestelijke gezondheid
B
Lichamelijke gezondheid
C
Sociale gezondheid

Slide 10 - Quiz

Als ik goed kan slapen
dan past dat bij
A
lichamelijke gezondheid
B
sociale gezondheid
C
geestelijke gezondheid
D
Lichamelijke en geestelijke gezondheid

Slide 11 - Quiz

Is gezond en ziek voor iedereen hetzelfde?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Gezond en minder gezond
• Sommige dingen zijn goed voor je gezondheid, bijvoorbeeld goed voedsel en jezelf goed verzorgen. Goede vrienden zijn ook goed voor je gezondheid!
• Gezonde dingen: genoeg slapen en sporten.
• Andere dingen zijn minder goed voor de gezondheid, bijvoorbeeld tabak en alcohol of vervuiling van lucht en water.
• Minder gezonde dingen: vuil + ongedierte in huis en gevaarlijk gedrag.

Slide 13 - Diapositive

Is ruzie zoeken gezond?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Welke gezondheid heeft het meest te maken met gezonde voeding?
meerdere antwoorden goed.
A
lichamelijke gezondheid
B
geestelijke gezondheid
C
sociale gezondheid
D
Ze hebben allemaal invloed op elkaar

Slide 15 - Quiz

Oorzaken van ziekten.
Er zijn veel oorzaken van ziekten.Sommige mensen worden geboren met een ziekte,Z,on ziekte noem je aangeboren
De ziekte kan ook in de familie zitten. De ziekte is dan erfelijk
Je kunt ook ziek worden door ziekte verwekkers. Daardoor kun jij b.v griep of verkouden worden.Zulke ziekten heten infectieziekten.Tenslotte kan jij ziek worden door de manier waarop je leeft.Z,on ziekte is een leefstijlziekte.

Slide 16 - Diapositive

Leefstijl

Snoepen

Slecht bewegen

roken

Alcohol

Felle zon

Slide 17 - Diapositive

Aan de slag
Thema 3 Je gezondheid.
opdracht 7,8,9

Slide 18 - Diapositive

Als je wordt geboren met een ziekte noemen we dat...
A
Een aangeboren ziekte
B
een erfelijke ziekte
C
een infectie ziekte
D
een leefstijlziekte

Slide 19 - Quiz

Ziekten die worden veroorzaakt door je eigen gedrag noemen we ook wel
A
erfelijke ziekten
B
leefstijlziekten

Slide 20 - Quiz

Tekst
Sleep de teksten naar het juiste vak
Gezonde leefstijl
Ongezonde leefstijl
veel sporten
Fruit eten hoort bij gezonde leefstijl


goed slapen
overgewicht

niet je tanden poetsen
jezelf goed verzorgen
      
veel vet eten.

Slide 21 - Question de remorquage

Wie heeft gelijk.
meerdere antwoorden mogelijk.
A
Je keuzes hebben gevolgen voor je gezondheid.
B
Huidkanker ie een infectieziekte.
C
Gaatjes in je tanden zijn een leefstijlziekte.
D
Als je ongezond eet, krijg je altijd een hartziekte.

Slide 22 - Quiz


Aangeborenziekte

Infectieziekten

Erfelijkeziekte
Pieter heeft last van kleurenblindheid.
Gerard heeft zijn hele leven al een bloedziekte.
Tien leerlingen hebben griep.
Veel mansen in ellens familie hebben suikerziekte.(Diabetes)
Amber heeft last van diaree.
peter heeft een hazenlip.

Slide 23 - Question de remorquage

klaar.

Slide 24 - Diapositive