Interview - project

Een interview
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Een interview

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Ik kan de verschillen tussen een letterlijk- en een samenvattend interviewverslag benoemen.  
  • Ik kan open- en gesloten vragen stellen
  • Ik weet hoe ik het interview moet voorbereiden, moet houden en moet verwerken

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een interview?
A
Een vraaggesprek over je mening
B
Een vraaggesprek tussen twee of meer personen
C
Een discussie in een groep
D
Een gesprek over je standpunt

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een interview voorbereiden
  • Je moet interviews heel goed voorbereiden
  • Je moet bedenken wat je te weten wilt komen
  • Je vraag naar feiten en naar meningen
  • Gebruik vooral open vragen --> schrijf ze op
  • Denk alvast na over mogelijke vervolgvragen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten vragen
Er zijn twee soorten vragen: gesloten en open vragen.
  1. Gesloten vragen kun je beantwoorden met een kort antwoord, zoals 'ja' of 'nee'.
  2. Open vragen geven vaak een langer antwoord en werken daarom goed om een gesprek op gang te brengen.

Slide 5 - Diapositive

Een voorbeeld van een gesloten vraag is: “Vind jij katten leuke dieren?”
Op een open vraag kan iedereen uitgebreid antwoord geven. Bijvoorbeeld: "waarom vind jij katten leuke dieren?"

Doorvragen
Vraag om herhaling.

Vraag om meer uitleg.

Vraag om een voorbeeld.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

open vraag
gesloten vraag
Vervolgvraag
Begint met een vraagwoord.

Je krijgt meer informatie
Je vraagt door met deze vragen.
Je gaat dieper op de antwoorden in.
Ik wil meer informatie over de persoon weten.
Alleen antwoord met ja of nee.
Je wilt een snel en kort antwoord.

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Een interviewverslag schrijven
Je kunt op twee verschillende manieren een interviewverslag schrijven: 

* letterlijk interviewverslag 
* samenvattend interviewverslag

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je schrijft de vragen en antwoorden letterlijk op.
A
samenvattend interviewverslag
B
letterlijk interviewverslag

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de boerderij waar mijn opa woonde had hij geen eigen kamer zoals wij nu allemaal gewend zijn. Alle kinderen sliepen op zolder, op een zak met stro. Gelukkig heeft mijn opa geen hooikoorts. 'We hadden helemaal niks voor onszelf,' mompelt hij.
A
letterlijk interviewverslag
B
samenvattend interviewverslag

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Letterlijk interviewverslag
Je schrijft de vragen en antwoorden letterlijk op. De vragen maak je vet en in de antwoorden laat je onbelangrijke dingen weg. 
voorbeeld: 
Opa, hoe ging u vroeger naar school? 
'We moesten gewoon lopend naar school natuurlijk, of het nu stormde, regende of sneeuwde. Er was een pad dwars door de weilanden heen. We liepen gewoon tussen de koeien. Onze schoenen zaten dus vaak onder de  stront en daarom moest ik ze dan op de gang laten staan.'

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvattend interviewverslag
Je laat de vragen weg. Antwoorden vat je samen in eigen woorden en wissel je af met citaten van de geïnterviewde persoon. 

Voorbeeld: 
Op de boerderij waar mijn opa woonde had hij geen eigen kamer zoals wij nu allemaal gewend zijn. Alle kinderen sliepen op zolder, op een zak met stro. Gelukkig heeft mijn opa geen hooikoorts. 'We hadden helemaal niks voor onszelf,' mompelt hij. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk het volgende filmpje 
Zo moet het dus niet..... ;-)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Een interview houden
  • Stel je voor en leg uit waarom je het interview houdt. Vertel ook wat je met de informatie gaat doen
  • Maak aantekeningen of neem het interview op
  • Stel de vragen van je lijstje en vraag door
  • Laat de geïnterviewde rustig nadenken en uitpraten
  • Luister en kijk goed naar de geïnterviewde, noteer wat je ziet
  • Bedank de geïnterviewde voor zijn medewerking

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereid je een interview voor?
  • Maak voor jezelf een vragenlijst met de belangrijkste vragen.
  • Durf ook van je vragenlijstje af te wijken: luister goed naar de geïnterviewde en vraag door wanneer dat nodig is.
  • Schrijf in steekwoorden mee of neem het gesprek op.
  • Controleer altijd of je de naam van de geïnterviewde goed hebt gespeld.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe werk je een interview uit?
  • Noem in de eerste alinea met wie je hebt gesproken en waarover.
  • Schrijf in de volgende alinea's wat er is gezegd. Dat kan op twee manieren:
--> Omschrijf wat de geinterviewde gezegd heeft. Bijvoorbeeld: Volgens Karel de Grote was dat het belangrijkste jaar uit zijn leven.
--> Schrijf precies op wat de geïnterviewde gezegd heeft. Zet dat tussen aanhalingstekens. Bijvoorbeeld:
Piet vroeg: 'Met wie was u getrouwd?'
'Met Hildegard', antwoordde Karel de Grote.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Extra tips!
- Zorg dat je minimaal 10 vragen hebt verwerkt (gebruik de voorbeeldvragen uit het boekje).
- Doel: Je wilt meer te weten komen over zijn/haar jeugd in het decennia waar jouw project over gaat.
- Vraag of je een foto van het interview mag maken (of laat iemand anders dit doen) of vraag naar foto's van de geïnterviewde uit die tijd.
- Let op lay-out / lettertype / kopjes / titel 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderwerpen voor interview
• Muziek waar die persoon graag naar luisterde en waarom hij/zij dat mooi vond.
• Kledingstijl en kapsel, vraag of je foto’s mag zien.
• Wat deed die persoon in z’n/haar vrije tijd? Bijv. demonstreren tegen kernwapens of brommers kijken of naar de disco.
• Danste deze persoon graag? Wat was toen een populaire dansstijl?
• Wat dronken jongeren graag in die tijd? Evt. drugsgebruik?
• Waarover had deze persoon wel eens ruzie met zijn/haar ouders?
• Hoe zat het met de liefde? Werd daar door ouders moeilijk over gedaan?
• Hoe kijkt deze persoon terug op zijn jeugd? Wat mist hij/zij? Ergens spijt van?
Wat weet hij/zij nog over belangrijke gebeurtenissen uit die tijd?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions