Spelling Staal Kilowoord

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Opdracht 1
Op de volgende dia's ga je aan de slag met de categorie: Kilowoorden. 
Een kilowoord is een woord waarbij je ie hoort, 
maar de i schrijft. 

Succes!

Slide 3 - Diapositive

Wat is een ander woord voor landelijk?
A
nationaal
B
Europa
C
weilanden
D
heuvelachtig

Slide 4 - Quiz

Hoe noem je de plek waar je in een trein stapt?
A
perron
B
station
C
halte
D
loket

Slide 5 - Quiz

Hoe heet een vloeistof om je huid te verzorgen?
A
shampoo
B
zalf
C
crème
D
lotion

Slide 6 - Quiz

Hoe noem je iemand die van tradities houdt?
A
gezellig
B
ouderwets
C
traditioneel
D
leuk

Slide 7 - Quiz

Hoe noem je iemand die steeds huilt?
A
emotioneel
B
gevoelig
C
verdrietig
D
bijzonder

Slide 8 - Quiz

Opdracht 2
Op de volgende dia's is het de bedoeling dat je het woord invult dat bij de foto hoort en in de zin past.

Succes!

Slide 9 - Diapositive

Het is vijftien ........ over vijf.

Slide 10 - Question ouverte

De ...... gaat dicht.

Slide 11 - Question ouverte

De ..... zit al in de trein.

Slide 12 - Question ouverte

Ik zet mijn .... in het halletje.

Slide 13 - Question ouverte

De ... is klaar voor vertrek.

Slide 14 - Question ouverte

De trein rijdt het .... uit.

Slide 15 - Question ouverte

Opdracht 3
Vul het juiste woord in. 
Bedenk steeds welke categorie je moet gebruiken. 
Controleer je woord voordat je doorgaat naar de volgende dia.
Verbeter als het nodig is.

Succes!

Slide 16 - Diapositive

Een ontploffing is hetzelfde als een
e............

Slide 17 - Question ouverte

In je eigen woning is hetzelfde als
t.......

Slide 18 - Question ouverte

Als iets goed kan buigen, is het
f............

Slide 19 - Question ouverte

Ik maak een sinterklaasgedicht en een
s.........

Slide 20 - Question ouverte

Volwassenen drinken koffie of t..... bij het ontbijt.

Slide 21 - Question ouverte

Als je iets heel graag wilt, is het jouw
i.........

Slide 22 - Question ouverte

Heb je dit per ongeluk gedaan of
e..........

Slide 23 - Question ouverte

Als je alle wedstrijden wint, speel je in de f..........

Slide 24 - Question ouverte

opdracht 4
bedenk zoveel mogelijk kilowoorden

Slide 25 - Carte mentale

Bedenk een zin met daarin 3 kilowoorden.
Schrijf de zin hieronder op.

Slide 26 - Question ouverte

Hoe is je les gegaan?
A
Het was goed te doen
B
Ik vond het moeilijk
C
Ik vond het te makkelijk

Slide 27 - Quiz