Grote Lentiz Mediawijsheid Quizzz

Mediawijsheid Quizzz
Juni 2023
Kies het meest goede antwoord!
Hoe mediawijs ben jij?
De grote Lentiz
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
MediawijsheidMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Mediawijsheid Quizzz
Juni 2023
Kies het meest goede antwoord!
Hoe mediawijs ben jij?
De grote Lentiz

Slide 1 - Diapositive

1. Wat betekent de afkorting ICT?
A
Informatie Centrum Technologie
B
Informatie- en communicatie- technologie
C
Innovatie- en Communicatie Techniek
D
Informatie- en communicatie Toets

Slide 2 - Quiz

2. Wat is 'hardware'?
A
Social media
B
Computerprogramma's
C
Alle apparatuur die je nodig hebt om gebruik te maken van de digitale wereld
D
Grove taal

Slide 3 - Quiz

3. Wat is 'software'?
A
Dat is alle social media
B
Computerprogramma's
C
Alle apparatuur die je nodig hebt om gebruik te maken van de digitale wereld
D
Zacht fruit

Slide 4 - Quiz

4. Wat is 'Social media'?
A
Alle app's op je telefoon
B
Online programma's
C
Gezellige kanalen
D
Online platforms met gebruikers

Slide 5 - Quiz

5. Wat zijn online 'Cookies'?
A
Koekjes, mmm lekker
B
Toestemming om jouw online surfgedrag te registeren
C
Toestemming tot je persoonsgegevens
D
Toestemming om reclame te tonen

Slide 6 - Quiz

6. Wat is 'persoonlijke informatie'?
A
Naam, adres, woonplaats, paspoortnr, BSNnr. emailadres, telefoonnr., foto's, interesses, etc.
B
Gegevens die je niet wilt delen met iedereen vanwege je privacy
C
Wie je vrienden zijn, welke sport je doet, wat je interesses zijn
D
Persoonlijke informatie die bekend is bij de gemeente

Slide 7 - Quiz

7. Wat betekent
'online privacy'?
A
Bijv. dat je geen cookies accepteert
B
Dat je graag alleen wilt zijn als je op je telefoon 'zit'
C
Het afschermen van je persoonlijke informatie
D
Bijv. dat je geen foto's online zet

Slide 8 - Quiz

8. Waarom is het verstandig om goed na te denken over welke foto je wel en niet online post?
A
Het kan je later problemen opleveren
B
Bloot/schaars gekleed is niet verstandig om te posten/versturen
C
Het gaat misschien nooit meer van het internet af
D
Dat is niet zo erg, je verwijdert het zo weer

Slide 9 - Quiz

9. Waarom is het verstandig om goed na te denken over tekst en foto's die je verstuurd?
A
Het kan doorgestuurd worden
B
Voor de positieve sfeer
C
Er kan een screenshot van gemaakt worden
D
Dat hoeft niet, je verwijdert het zo weer

Slide 10 - Quiz

10. Mag je zomaar een foto posten waar iemand anders ook op staat?
A
Ja, waarom niet?
B
Ja, natuurlijk
C
Alleen als diegene er leuk op staat
D
Nee, altijd eerst even toestemming vragen aan diegene

Slide 11 - Quiz

11. Is het verstandig om zomaar iedereen als vriend te online te accepteren?
A
Ja, waarom niet?
B
Ja, hoe meer vrienden hoe meer vreugde!
C
Nee, je weet nooit wie het echt is
D
Nee, foto en naam kan fake zijn

Slide 12 - Quiz

12. Wat moet je doen als je online in problemen bent gekomen?
A
Praat erover met iemand die je vertrouwt, bijv. je ouders, vriendin, mentor.
B
Probeer je post te verwijderen
C
Rapporteer je probleem aan het social media platform, misschien kunnen zij helpen
D
Daar is niets aan te doen

Slide 13 - Quiz

13. Wat betekent 'hacken'?
A
Inbreken in het computersysteem of account van iemand anders
B
Dat is een gezelschapsspel
C
Dat betekent in het Nederlands 'schaken'
D
Een hek om iemand heen zetten

Slide 14 - Quiz

14. Waarom wordt er gehackt?
A
Voor geld, eerst betalen dan krijg je weer toegang tot je eigen systeem, bijv. bij bedrijven en overheden
B
Door andere landen om te bespioneren
C
Om misbruik van iemands account te maken, bijv. aankopen in een webwinkel met iemands account
D
Voor de grap

Slide 15 - Quiz

15. Wat is een 'cloud'?
A
De opslagruimte op je laptop
B
Online opslagruimte op afstand en vanaf elke plek bereikbaar
C
Online opslagruimte bij een datacenter
D
Dat zijn bijv. One-drive, iCloud, Google Cloud en Dropbox

Slide 16 - Quiz

16. Wat is een 'computervirus'?
A
Een soort kettingbrief
B
Een hippe app
C
Een programma dat ontworpen is om je computer kapot te maken
D
Een programma dat zich razendsnel op je computer vermenigvuldigd

Slide 17 - Quiz

17. Iemands wachtwoord proberen te raden is dat al hacken?
A
Ja, dat is hacken
B
Nee, dat is voor de lol
C
Ja, want iemands wachtwoord is prive
D
Nee, want het kan ook per ongeluk

Slide 18 - Quiz

18. Hoe verdienen YouTubers en vloggers geld?
A
Door reclame / sponsoring
B
Door veel views, likes en volgers
C
Door reposts
D
Met het maken van memes

Slide 19 - Quiz

19. Wat is online 'juice'?
A
Vruchtensap
B
Jus d'orange in een tv commercial
C
Gezonde voeding
D
Sappige informatie en verhalen over BN'ers, waarvan je niet weet of het klopt

Slide 20 - Quiz

20. Wat is nepnieuws (fake news)?
A
Grappig nieuws
B
Een Meme
C
Nieuws dat niet klopt
D
Nieuws wat overal wordt verspreid

Slide 21 - Quiz

21. Waarom wordt nepnieuws verspreid?
A
Om je mening te beinvloeden (bijv. in de politiek)
B
Voor meer views, likes en volgers
C
Dat kan per ongeluk gebeuren
D
Om te kijken of mensen erin trappen

Slide 22 - Quiz

22. Wat is een (media)bron?
A
De plek waar je informatie vandaan haalt
B
Water in een nieuwsbericht
C
Dat is altijd een nieuwsplatform
D
Dat is altijd een You-tuber / Vlogger

Slide 23 - Quiz

23. Wat is een betrouwbare bron?
A
Je favo YouTuber
B
Een Bekende Nederlander
C
Roddel platforms / juicekanalen
D
Een nieuws platform, zoals RTL, NOS en AD

Slide 24 - Quiz

24. Hoe kun je nepnieuws herkennen?
A
Het heeft geen betrouwbare bron
B
Het is uit op sensatie/opruien
C
Dat staat er altijd bij: 'Dit is nepnieuws'
D
Het wordt maar op 1 plek gedeeld

Slide 25 - Quiz

25. Waarom is het gevaarlijk dat YouTubers vaak grenzen opzoeken voor de views, likes en volgers?
A
Zij hebben een voorbeeldfunctie voor jongeren
B
Dan kunnen er ongelukken gebeuren
C
Jongeren gaan dat dan nadoen
D
Dat is niet gevaarlijk

Slide 26 - Quiz

26. Waarom wordt er online gepest?
A
Het is anoniem, de afzender is moeilijk te traceren
B
Kritiek zonder oogcontact is makkelijker
C
Dat weet niemand
D
Er wordt online niet gepest

Slide 27 - Quiz

27. Wat moet je doen als je online wordt gepest?
A
Rapporteer, blokker en verzamelbewijs-materiaal (screenshots)
B
Niets
C
Je kan hulp zoeken via de website Meldknop.nl
D
Aangifte doen bij de politie als het niet stopt

Slide 28 - Quiz

28. Hoe moet je je online gedragen?
A
Zoals in het echt, met respect voor elkaar
B
Geen idee?
C
Volwassen, voor een gezellige sfeer voor iedereen
D
Dan kun je alles roepen

Slide 29 - Quiz

29. Wat zijn de nadelen van social media?
A
Het is moeilijk om ervan los te komen
B
Je hebt nooit rust
C
Je kan eraan verslaafd raken
D
Je privacy loopt makkelijk gevaar

Slide 30 - Quiz

30. Wat is het nadeel van TikTok?
A
Het is verslavend en je privacy is niet goed geregeld
B
Het is te leuk
C
Filmpjes zijn geen goed voorbeeld
D
Het heeft geen nadelen

Slide 31 - Quiz

31. Wat is een voorbeeld van AI
(Artificial Intelligence)?
A
Het maken van deepfakes
B
Een computerstem als telefoonbeantwoorder
C
Siri en My AI
D
Een (ro)bot om te hacken (bijv. bij Kahoot)

Slide 32 - Quiz

32. Zijn 'deepfakes' altijd te herkennen?
A
Nee, als ze goed gemaakt zijn niet
B
Ja, je ziet dat details niet kloppen
C
Nee, nooit
D
Ja, dat kun je goed zien

Slide 33 - Quiz

33. Gaan banen veranderen met de komst van AI?
A
Nee, alles blijft altijd hetzelfde
B
Ja, meer standaard werk wordt overgenomen door computer, robot, AI
C
Ja, meer samenwerken met computer, robot, AI
D
Nee, AI heeft geen invloed daarop

Slide 34 - Quiz

34. Hoe wordt
online 'Phishing' gedaan?
A
Met spam email berichten
B
Met nep SMS berichten
C
Op social media van fake accounts
D
Via whatsapp

Slide 35 - Quiz

35. Hoe herken je Phishing?
A
Er staat bij "Spoed, haast, laatste kans!"
B
Het email adres van de afzender klopt niet na @.........
C
Dat is niet altijd te herkennen
D
Dat zie je altijd, dus daar trap je niet in..

Slide 36 - Quiz

36. Hoe kun je voorkomen dat je bij gokken veel geld kwijtraakt?
A
Je best doen om te winnen
B
Niet gokken
C
Dat kun je niet voorkomen
D
Van tevoren bedenken hoeveel je maximaal gaat uitgeven.

Slide 37 - Quiz

37. Hoe verleiden reclames hun doelgroep?
A
Met BN'ers, kortings- en spaaracties, keurmerken
B
'Als beste getest' en etende/drinkende mensen in beeld
C
Zeggen dat ze het moeten kopen
D
Door het product goed in beeld te brengen

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Plus de leçons comme celle-ci