5.1 Planten bekijken

Leerdoelen 5.1 Planten bekijken:

  • Je kunt de delen van een plant benoemen en uitleggen wat hun taak is.
  • Je kunt de delen van een plantencel benoemen en de belangrijkste taken geven.
  • Je kunt beschrijven hoe vervoer van water in de plant gaat.
  • Je kunt uitleggen hoe planten rechtop blijven staan.
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen 5.1 Planten bekijken:

  • Je kunt de delen van een plant benoemen en uitleggen wat hun taak is.
  • Je kunt de delen van een plantencel benoemen en de belangrijkste taken geven.
  • Je kunt beschrijven hoe vervoer van water in de plant gaat.
  • Je kunt uitleggen hoe planten rechtop blijven staan.

Slide 1 - Diapositive

5.1 Planten bekijken

Slide 2 - Diapositive

Organen van een plant:
  • Wortel
     
     
  • Stengel
     
     
  • Blad
      
      
  • Bloem
      
wortel
stengel
blad
bloem

Slide 3 - Diapositive

Organen van een plant:
  • Wortel
     => water en mineralen opnemen
     => stevig staan in de bodem
  • Stengel
     => houdt de plant overeind
     => vervoer water en stoffen in de vaten
  • Blad
      => fotosynthese in het bladmoes
      => vervoer water en stoffen in de nerven
  • Bloem
      => voor de voortplanting

Slide 4 - Diapositive

Celwand

Celmembraan

Cytoplasma

Celkern

Vacuole

Bladgroenkorrels
een stevige laag om de cel


een vlies om het cytoplasma


een stroperige vloeistof


een klein bolletje wat regelt wat er in de cel gebeurt


een blaasje met vocht wat zorgt voor de stevigheid in de cel


groene bolletjes die de voedingsstoffen voor de plant maken

Slide 5 - Diapositive

Aan het werk 
Maak opdracht 1 t/m 10  

Slide 6 - Diapositive

Je kunt de delen van de plant benoemen en de taak uitleggen.
 
Welke functie hoort bij welk orgaan? 
Dit orgaan is voor de voortplanting. Hier ontstaan zaden, waaruit nieuwe planten groeien.
Water met mineralen opzuigen en vastzetten in de grond
Hierin lopen de nerven die zorgen voor vervoer van water en stoffen. Tussen de nerven zit bladmoes, daar maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen.
Dit houdt de plant overeind. Hierin lopen dunne 'buisjes' die water en stoffen naar de bladeren en bloemen vervoeren.

Slide 7 - Question de remorquage

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? 
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Vacuole

Slide 8 - Question de remorquage

Wat is de functie van de bladgroenkorrels?
A
Beschermen van de cel
B
Omzetten van zonlicht in energie
C
Opslaan van reservevoedsel
D
Regelen van wat er in en uit de cel gaat

Slide 9 - Quiz

Wat is de functie van het vacuole?
A
Stevigheid geven aan de cel
B
Maken van energie
C
Beschermen van de cel
D
Opnemen van water

Slide 10 - Quiz

Wat is de functie van het celmembraan?
A
Beschermen van de cel
B
Maken van energie
C
Vervoeren van stoffen in de cel
D
Regelen van wat er in en uit de cel gaat

Slide 11 - Quiz

Wat is de functie van de celwand?
A
Opnemen van water
B
Opslaan van reservevoedsel
C
Opnemen van voedingsstoffen
D
Stevigheid geven aan de cel

Slide 12 - Quiz

De volgorde van klein naar groot
A
cel - orgaan - weefsel
B
cel - weefsel - orgaan
C
orgaan - weefsel - cel
D
weefsel - orgaan - cel

Slide 13 - Quiz

Wat eet je van een plant?

Combineer de organen van de plant met het goede plaatje.
blad
bloem
stengel
vrucht
wortel
zaad
blad
bloem
stengel
vrucht
wortel
zaad

Slide 14 - Question de remorquage

Les 2 


  • Je kunt de delen van een plant benoemen en uitleggen wat hun taak is.
  • Je kunt de delen van een plantencel benoemen en de belangrijkste taken geven.
  • Je kunt beschrijven hoe vervoer van water in de plant gaat.
  • Je kunt uitleggen hoe planten rechtop blijven staan.

Slide 15 - Diapositive


Een plantencel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 16 - Quiz

Wat is onderdeel B van de plantencel?
A
De celkern
B
Het celmembraan
C
De celwand
D
Vacuole

Slide 17 - Quiz

Hoe heet onderdeel C van de plantencel?
A
bladgroenkorrel
B
celkern
C
vacuole
D
celmembraan

Slide 18 - Quiz

Het opnemen van water

  • Het opnemen van water en voedingsstoffen 

Slide 19 - Diapositive

Wortelharen

Wortel

Vaatbundel

Huidmondjes


= uiteinde van de wortels


= nemen water en mineralen op


= groepje vaten bij elkaar, 
   lopen vanaf de wortels door de hele plant

= kleine openingen waardoor stoffen erin/-uit gaan

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Kruidachtige planten
Houtachtige planten
Kruidachtige planten
Houtachtige planten

Slide 23 - Diapositive

Kruidachtige planten


Houtachtige planten
Kruidachtige planten
Houtachtige planten
- Bijna geen houtcellen
- Krijgen stevigheid
      door water
- Lege vacuole = 
      slappe plant 
- Volle vacuole = 
      stevige plant
- Veel houtcellen
- Krijgen stevigheid
      door houtcellen
- Lege vacuole = nog
     steeds een stevige plant

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Aan het werk 
Maak opdracht 11 t/m 17

Slide 26 - Diapositive

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? 
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Vacuole

Slide 27 - Question de remorquage

Wat is de functie van de bladgroenkorrels?
A
Beschermen van de cel
B
Omzetten van zonlicht in energie
C
Opslaan van reservevoedsel
D
Regelen van wat er in en uit de cel gaat

Slide 28 - Quiz

Wat is de functie van het vacuole?
A
Stevigheid geven aan de cel
B
Maken van energie
C
Beschermen van de cel
D
Opnemen van water

Slide 29 - Quiz