Een gezonde tuin door de juiste bemesting

Een gezonde tuin door de juiste bemesting

Leerdoelen

Aan het eind van de les kun je uitleggen waarom bemesting belangrijk is, weet je welke soorten mest er zijn en kun je de juiste hoeveelheid mest toedienen.

Dit is een introductieslide waarin het doel van de les wordt uitgelegd.

Wat weet jij al over het bemesten van een tuin?

Waarom bemesten?

Bemesting is nodig om de planten in de tuin te voorzien van voedingsstoffen. Dit zorgt voor een gezonde groei en bloei.

Geef uitleg waarom bemesting belangrijk is en wat de voordelen zijn.

Soorten mest

Er zijn verschillende soorten mest, zoals organische mest en kunstmest. Organische mest is bijvoorbeeld compost, terwijl kunstmest bestaat uit mineralen.

Leg uit welke soorten mest er zijn en wat de verschillen zijn.

Hoeveelheid mest

Het is belangrijk om de juiste hoeveelheid mest toe te dienen. Dit is afhankelijk van de grootte van de tuin en het soort mest dat gebruikt wordt.

Leg uit hoe je de juiste hoeveelheid mest kunt bepalen en waar je rekening mee moet houden.

Meststoffen herkennen

Op de verpakking van meststoffen staat altijd duidelijk aangegeven welke voedingsstoffen erin zitten. Zo kun je de juiste mest kiezen voor de planten in jouw tuin.

Laat voorbeelden zien van verpakkingen van verschillende meststoffen en bespreek wat erop staat.

Compost maken

Compost maken is een duurzame manier om je tuin te bemesten. Gooi organisch afval, zoals bladeren en groente- en fruitresten, op een composthoop en meng dit regelmatig.

Laat zien hoe je zelf compost kunt maken en bespreek de voordelen hiervan.

Toedienen van mest

Er zijn verschillende manieren om mest toe te dienen, zoals strooien of mengen met water. Het is belangrijk om de mest gelijkmatig te verdelen.

Bespreek de verschillende methoden van het toedienen van mest en geef tips voor een goede verdeling.

Vragen

Zijn er nog vragen over het bemesten van een tuin?

Dit is de laatste slide waarin ruimte is voor vragen en opmerkingen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.