Breuken, tellen met breuken, vereenvoudigen, gelijk maken.

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat is in deze breuk de noemer?
A
3
B
2
C
5
D
6

Slide 2 - Quiz

Breuken




Hoeveelste deel krijg jij?

Slide 3 - Diapositive

Deze les gaat over breuken

Na deze les weet je:
  • Wat zijn breuken
  • Hoe je breuken kunt vereenvoudigen
  • Hoe breuken kunt optellen
  • Hoe je breuken gelijk kunt maken


Slide 4 - Diapositive

Wat weet je van breuken?

Slide 5 - Carte mentale

Wat is een breuk?
A
Een deelsom.
B
Een deel van een geheel.

Slide 6 - Quiz

4

Slide 7 - Vidéo

01:36
Welke breuk is groter?
A
4/9
B
4/11

Slide 8 - Quiz

02:38
Welke fout maakte hij hier?

Slide 9 - Question ouverte

03:23
Wat is de breuk vereenvoudigd?
159

Slide 10 - Question ouverte

03:29
Welke deler heeft hij hier gebruikt voor onder en boven?
2, 3, 5 of 7?

Slide 11 - Question ouverte

Breuken
1/2 deel
3/8 deel
5/6 deel
1/4 deel

Slide 12 - Question de remorquage

Breuken vereenvoudigen 
De noemer en teller moet je kunnen delen door hetzelfde getal.
Bijvoorbeeld beide door 2 of 3 of 5 of 7 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Koppel de breuken die hetzelfde zijn.

Vereenvoudigen!
Boven en onder delen door hetzelfde getal: 
2, 3, 5 of 7
3/12
6/36
7/70
12/24
1/4
1/2
1/6
1/10

Slide 15 - Question de remorquage

Breuken gelijk maken
Breuken optellen

Slide 16 - Diapositive

2

Slide 17 - Vidéo

02:18
10/12 moet nog vereenvoudigd.
Wat moet dit zijn?

Slide 18 - Question ouverte

03:09
Wat wordt de noemer?

Slide 19 - Question ouverte


Breuken optellen
52+43=
A
95
B
205=41
C
2023
D
1203

Slide 20 - Quiz


Breuken optellen
71
+
31
A
1211
B
102=51
C
217
D
2110

Slide 21 - Quiz

Ik denk dat ik het snap en wil aan de slag

Slide 22 - Sondage

Maak de paragrafen die er voor je klaar staan. 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo