Herhaling hoofdstuk 2

Thuis in geldzaken
Vrijdag toets hoofdstuk 2
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Thuis in geldzaken
Vrijdag toets hoofdstuk 2

Slide 1 - Diapositive

Geld als ruilmiddel
directe ruil

indirecte ruil

Natura

Slide 2 - Diapositive

Directe ruil
Indirecte ruil
Een brood kopen
Vriendendiensten

Slide 3 - Question de remorquage

Arbeidsverdeling
Zelfvoorziening

Geld

Slide 4 - Diapositive

Functies van geld
Ruilmiddel

Rekenmiddel

Spaarmiddel

Slide 5 - Diapositive

Noem voor elke functie van geld een voorbeeld.

Slide 6 - Question ouverte

Giraal geld staat op de bank.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Wat is het verschil tussen een geldautomaat en een betaalautomaat?

Slide 8 - Question ouverte

Bankrekening
Betaalrekening

Bankpas --> pincode

Slide 9 - Diapositive

Rood staan
Debetsaldo --> debetrente

Creditsaldo --> creditrente

Slide 10 - Diapositive

Pietje heeft 253,- op zijn rekening staan. Hij doet een aankoop van 428,-. Wat is zijn nieuwe saldo?

Slide 11 - Question ouverte

Piet heeft een debetsaldo van 120,- hij krijgt 1000,- salaris gestort. Wat is zijn nieuwe saldo?

Slide 12 - Question ouverte

Creditcard
Later betalen

Te veel uitgeven?

Worden niet altijd geaccepteerd

Slide 13 - Diapositive

Wat is een goede rede om te sparen?
A
Een grote uitgave
B
Tegenvallers opvangen
C
Rente
D
a, b en c zijn juist

Slide 14 - Quiz

Sparen
Sparen voor een doel --> grote uitgave

Tegenvallers opvangen

Rente --> Looptijd

Slide 15 - Diapositive

Pietje heeft 800,- op zijn spaarrekening staan. het rentepercentage is 3% per jaar. Hoeveel rente ontvangt Pietje na 1 jaar?

Slide 16 - Question ouverte

Pietje heeft 1000,- op zijn spaarrekening staan. het rentepercentage is 2%. Hoeveel jaar duurt het totdat Pietje een fiets van 1060,- kan kopen?

Slide 17 - Question ouverte

Spaarvormen
Rentepercentage --> meer geld

Opvraagbaarheid

Looptijd

Slide 18 - Diapositive

Sparen geeft koopkracht in de toekomst
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Inflatie
Producten worden duurder --> prijzen stijgen

Voor dezelfde hoeveelheid geld kan je minder kopen --> Inflatie

Slide 20 - Diapositive

Aandelen
Mede-eigenaar van een onderneming

Beleggers

Slide 21 - Diapositive

Wat is het grootste risico bij beleggen in aandelen?

Slide 22 - Question ouverte

Beleggingsfonds
Het fonds belegt in verschillende bedrijven

Experts

Lager risico op waardedaling

Slide 23 - Diapositive

Hoe noem je de winstuitkering van een onderneming aan haar aandeelhouders?

Slide 24 - Question ouverte

Pietje heeft 200 aandelen van Nike. Nike boekt 2,25 winst per aandeel. Hoeveel dividend ontvangt Pietje?

Slide 25 - Question ouverte

Obligatie
Lening aan een bedrijf of overheid

Vaste rente

Geld krijg je aan het einde van de looptijd terug --> minder risico dan aandelen.

Slide 26 - Diapositive

Lenen
Sparen achteraf

Altijd terug betalen

Vooruitzicht op een hoger inkomen

Slide 27 - Diapositive

Het vooruitzicht op inflatie maakt lenen aantrekkelijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Persoonlijke lening
Termijnen

Bestaat uit aflossing en rente

Slide 29 - Diapositive

Pietje leent een bedrag van 5000. De looptijd is 12 maanden. De maandtermijn is 442,-. Hoeveel rente betaalt Pietje over het totale bedrag?

Slide 30 - Question ouverte

Pietje leent een bedrag van 10.000. De looptijd is 9 maanden. De maandtermijn is 1292,-. Hoeveel rente betaalt Pietje over het totale bedrag?

Slide 31 - Question ouverte

Lenen verstandig?
Maandelijks termijn te hoog?

Looptijd verlengen --> termijn omlaag

Let op de kleine lettertjes --> bijkomende kosten

Slide 32 - Diapositive

Koop op afbetaling
Klant hoeft niet alles in een keer te betalen

Achteraf in termijnen

Lening!

Slide 33 - Diapositive

Hoe heet de leningsvorm waarbij je tot een bepaald bedrag op afbetaling mag kopen tot een afgesproken kredietlimiet?
A
Persoonlijke lening
B
Doorlopend krediet
C
Hypotheek

Slide 34 - Quiz

Doorlopend krediet
Effectieve rente --> percentage dat je betaalt 

Prijzig

Allerlei bijkomende kosten zijn meegerekend 

Slide 35 - Diapositive

Hoe noem je het wanneer je pas eigenaar van het product wordt wanneer je de laatste termijn hebt betaald?

Slide 36 - Question ouverte

Huurkoop
Eigenaar na betaling laatste termijn

Verkoper mag het gekochte product terughalen wanneer de koper de termijnen niet (op tijd) betaalt.

Slide 37 - Diapositive

Leasing
Huur

Geen lening --> geen aflossing

Investering in het product, onkosten en waardevermindering van het product.

Slide 38 - Diapositive

Een paar schoenen kostte 120,- De nieuwe prijs is 80,-. Hoeveel procent is de prijs gedaald?

Slide 39 - Question ouverte

In 2019 gingen 2.450.000 mensen met de fiets naar hun werk. In 2020 gaan 2.700.000 mensen met de fiets. Wat is de procentuele stijging?

Slide 40 - Question ouverte