Lesson 3: repeat comparisons / much and many/ vocabulary

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Aim:

At the end of this lesson:

you have practised

comparison

vocabulary

much / many

Programme

1 check homework

Workbook page 53

Ex 7, 8

New Interface Online: lesson 1 Get ahead and practise more 

2 repeat: 

comparisons

much and many

vocabulary lesson 1

3 introduction vocabulary lesson 2.2

4 reading exercise

Many kisses and much love.

Leerdoelen

De leerling kan na de uitleg van grammatica much/many invullen in de opgave in het boek/worksheet.

      De leerling kan in eigen woorden vertellen wat de regel van much/many is.

much and many

much = veel
many = veel
Wanneer gebruiken we much en wanneer many?

Kijk naar de voorbeelden

wat zou de regel kunnen zijn?

I don't have much money.
How many friends do you have?
He has got many books.
They drink much coffee.

de regel

Much gebruik je voor "uncountable" nouns = znw die geen meervoud hebben bv money
Many gebruik je voor "countable"nouns = znw die een meervoud hebben bv coins

a lot of

In bevestigende zinnen wordt veel meestal vertaald met
a lot of
In vragende en ontkennende zinnen gebruik je altijd
much of many

I have got ...................................sisters.

1. MANY
2. MUCH

There is .........................wind today.

1. MANY
2. MUCH

This city has ... beautiful buildings.

1. much
2. many

7. Are there .... customers in the shop?

1. much
2. many

We haven't got ... work to do.

1. much
2. many

5. There wasn't ..... sun.

1. much
2. many

MUCH/MANY

1. How .... sugar do you need?

1. much
2. many

There are............................people in New York.

1. MANY
2. MUCH

I don't have ....... friends.

1. much
2. many

3. There isn't .... space left.

1. much
2. many

Do you have ....... cars?

1. much
2. many

Leerdoelen

• Je weet wat het verschil is tussen een comparative en een superlative
• Je kunt herkennen in een zin of je een comparative of superlative moet gebruiken
• Je kunt op basis van een bijvoeglijk naamwoord een comparative of superlative maken

Comparative
&
superlative

Comparative

I am bigger than you.

This house is larger than mine.

Jack's car is faster than ours.

Superlative

My grandfather is the oldest in the family.

The Mt. Everest is the highest mountain.

Neptune is the coldest planet in our solar system.

Burj Khalifa is het hoogste gebouw op de wereld.

My house is ..... than yours. (big)

1. bigger
2. biggest

Eminem is the .... rapper of all time. (great)

1. Greater
2. Greatest

Comparative

In het Nederlands is het de vergrotende trap

- groter dan

- kleiner dan

Comparative

Je kan aan het woordje than herkennen dat het om de comparative gaat

- bigger than

- smaller than

Superlative

In het nederlands is dit de overtreffende trap

- Grootste

- Kleinste

Superlative

In het Engels is dit

- Biggest

- Smallest

Spelling regels

De spelling van het bijvoeglijknaamwoord verandert als:

- Het eindigt op -e. Dan voeg je alleen +r of +st toe

- Het eindigt op één korte klinker (a,e,o,i,u) + één medeklinker dan verdubbel je de medeklinker +er of +est

- Het eindigt op een medeklinker +y dan wordt het-ier of -iest

Wat zijn de comparative/superlative van "happy"?

1. happier - happiest
2. happyer - happyest
3. happyr - happyst

Wat zijn de comparative/superlative van "nice"?

1. nicier - niciest
2. niceer - niceest
3. nicer - nicest

Wat zijn de comparative/superlative van "hot"?

1. hoter - hotest
2. hotter - hottest
3. hottier - hottiest

LET OP

Heeft het meer dan 3 lettergrepen dan gebruik je MORE en MOST

He is more dangerous than Jack.

John is the most dangerous man I know.

LET OP - vervolg

Sommige varianten zijn onregelmatig. Zie GS 18, page 154 van je boek.

Good/well - better - best

Bad/ill - worse - worst

Translate into Dutch

complicated

wire

to float

to grab

suddenly

translate into English

plafond

lucht

ondersteboven

aantrekkelijk

go to New Interface online

unit 2

lesson 2

do: try out

read text on page

write down at least 10 words you don't know

homework

workbook pages 58 and 59

ex. 12, 13, 14, 15