Keuzemenu

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen in je leesboek (SE5)
Keuzemenu:
- Lezen (SE5)
- Schrijven (SE4)
- Spelling (SE1)
- Luisteren (SE3)
Quiz: herhaling afgelopen lessen
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen in je leesboek (SE5)
Keuzemenu:
- Lezen (SE5)
- Schrijven (SE4)
- Spelling (SE1)
- Luisteren (SE3)
Quiz: herhaling afgelopen lessen

Slide 1 - Diapositive

timer
15:00

Slide 2 - Diapositive

Leesboek lezen
Mondelingen: vanaf maandag 10 maart, tijdens de les
Leesboek 3 uit: 3 maart
Inleveren leesverslagen: 4 maart -> Telt mee voor beoordeling!


Slide 3 - Diapositive

Luistertoetsen
Tekstbegrip: fragmenten kan je 1 keer afluisteren
Fictie+Kritisch luisteren: de meeste fragmenten kan je meerdere keren beluisteren dus niet allemaal. 2 aparte toetsen.
In F120
Je mag het scherm niet verlaten als je in Woots zit! Einde examen.
Koptelefoon/oortjes MET draad meenemen!!!

Slide 4 - Diapositive

Vorige les: paardenkracht
Hoofdgedachte: grenzen aangeven

Nu bekijken we het einde van de film (vanaf 09:00 min).
Wat is de hoofdgedachte denk je?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Lien

Vragen over 'Gratis'
Wat kan je zeggen over het huwelijk van Els en Ruud?
  • Vastgeroest - onder de plak - weinig liefdevol
Waarom gaan Els en Ruud oefenen in de supermarkt?
  •  Om hun opbrengst zo groot mogelijk te maken. 
  • En winst maken ze, maar niet door de gratis boodschappen. Waar bestaat hun winst uit?
  • Els zegt sorry en ze vinden elkaar weer als stel.

Slide 8 - Diapositive

Maken: werkblad 43
Fragment Gratis bekeken
Maak nu vraag 1-2-3 van werkblad 43

Klaar? Verder met Eindtoets Taalverzorging 3F
timer
10:00

Slide 9 - Diapositive

KEUZEMENU
- Lezen (Leesboek lezen en/of leesverslag maken)
- Schrijven (Kern, les 10 'Informatie artikel' t/m vraag 8)
- Spelling (Eindtoets Taalverzorging 3F + Stijl havo 4) 
Zelf nakijken
- Alleen 2e les: Luisteren (oefenluistertoets Fictie)
timer
30:00

Slide 10 - Diapositive

Wat is het nut van beelden in fragmenten?

Kijk naar het volgende fragment: Wat gebeurt er hier?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Filmpje!
1.37 min
Hoe noem je datgene wat deze jongen doet?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Einde van les
Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

1. Wat is het onderwerp van dit fragment?
A
gokken tegenover online gokken
B
gokverslavingen
C
online gokkende jongeren
D
verslavingen van jongeren

Slide 18 - Quiz

2. Welke twee deelvragen stelt presentator Jeroen?
A
Hoe kan het dat online gokken zo makkelijk gaat en waarom onderneemt de overheid geen actie tegen gokbureaus?
B
Hoe kan het dat online gokken zo makkelijk gaat en waarom krijg je de winst bijna nooit uitbetaald?
C
Waarom is online gokken zo verslavend en waarom onderneemt de overheid geen actie tegen gokbureaus?
D
Waarom is online gokken zo verslavend en waarom krijg je de winst bijna nooit uitbetaald?

Slide 19 - Quiz

3. Waar bevinden de presentatoren Maxime en Jeroen zich?
A
in een online goksite
B
in een gokhal
C
in een televisiestudio
D
op de kermis

Slide 20 - Quiz

4. Hoe kan het dat je online kunt gokken onder de 18 jaar?
A
De regels voor online gokken zijn soepeler dan voor gewoon gokken.
B
Je kunt een oudere vriend gemakkelijk voor je laten inloggen.
C
Je kunt liegen over je leeftijd en een valse ID laten zien.
D
Je kunt liegen over je leeftijd en hoeft geen ID te laten zien.

Slide 21 - Quiz

5. De presentatoren lezen stukken uit een anonieme verklaring voor. Is deze verklaring betrouwbaar?
A
Ja, want het programma is betrouwbaar en dus de verklaring ook.
B
Ja, want hij is afgelegd door een medewerker van een goksite.
C
Nee, want hij is anoniem en je weet dus niet van wie hij afkomstig is.
D
Nee, want je krijgt de bron niet in beeld te zien.

Slide 22 - Quiz

6. Welke uitspraak is waar?
A
Het online gokspel is illegaal, maar je mag het wel spelen.
B
De kansspelautoriteit dacht dat er weinig kinderen online gokten.

Slide 23 - Quiz

7. Waarom mag Nikle zijn verhaal doen?
A
Hij is een felle tegenstander van online gokken.
B
Hij is een voorbeeld van een jongere die online gokte.
C
Hij vertegenwoordigt jongeren die gokverslaafd zijn.
D
Hij vindt het onzin dat jongeren niet mogen gokken.

Slide 24 - Quiz

8. Waarom staat er niets in de wet over online gokken?
A
De wet over gokken komt uit 1964 en toen bestond het internet nog niet.
B
Gokken is niet belangrijk genoeg om in het wetboek te zijn opgenomen.
C
Goksites zitten vaak in het buitenland en vallen niet onder de Nederlandse wet.
D
Online gokken is een onderdeel van gewoon gokken en dat staat wel in de wet.

Slide 25 - Quiz

9. Op welke manier sluiten de presentatoren het fragment af?
A
met een conclusie
B
met een grap
C
met een samenvatting
D
met een toekomstverwachting

Slide 26 - Quiz

10. Wat is het hoofddoel van dit fragment?
A
amuseren
B
activeren
C
informeren
D
overtuigen

Slide 27 - Quiz

Kritisch luisteren
Heeft betrekking op:
  • welke bedoelingen sprekers hebben met wat ze zeggen (impliciet)
  • hoe dingen in beeld gebracht worden
  • hoe shots met elkaar te hebben 
  • wat de bedoeling is van de programmamakers

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Lien

Wat is de reden dat dit energiedrankje verboden is?
A
Er zit te veel suiker in.
B
Er zit te veel cafeïne in.
C
Er zit een klein percentage alcohol in.
D
Er zitten kankerverwekkende stoffen in.

Slide 30 - Quiz

Hoe komt het dat het drankje zo enorm populair is?

Slide 31 - Question ouverte

“De commotie rond hun drankje gebruiken ze in hun voordeel.”

Wat betekent commotie?
A
Financiële voordelen, ze verdienen veel geld.
B
Reclame
C
Overlast.
D
Opschudding, men is opgewonden over iets.

Slide 32 - Quiz

Waarom denk je dat de bedenkers hun fans hebben gevraagd hen te bekogelen met blikjes Prime?

Slide 33 - Question ouverte

Voor welke leeftijd is Prime bedoeld?
A
6 - 12
B
12 - 18
C
18 +
D
21 +

Slide 34 - Quiz

Kritisch kijken
Je kijkt een filmpje over een rechtszaak tegen McDonalds in Amerika.



Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Wat is jouw mening over de rechtzaak? Geef 1 argument.

Slide 37 - Question ouverte

Hoeveel procent van wat je zegt is non-verbale communicatie?

A
80% en meer
B
50% en meer
C
20% en meer
D
10 % en meer

Slide 38 - Quiz

%
Onderzoeken wijzen uit dat 80% via non-verbale communicatie gaat. 

Ook een theorie die uitgaat van 7 - 38 - 55.
7% = gesproken taal
38% = toon & intonatie 
55% = lichaamstaal


Slide 39 - Diapositive

Waarom is informatie op internet in eerste instantie onbetrouwbaar?
A
Omdat iedereen iets op internet kan plaatsen.
B
Omdat de bron er vaak niet bij wordt vermeld.
C
Omdat het moeilijk te controleren is.

Slide 40 - Quiz

Waarom is informatie in Nederlandse kranten meestal betrouwbaar?
A
Omdat Nederland geen dictatuur is.
B
Omdat de Nederlandse overheid dit checkt.
C
Omdat een deskundige redactie het checkt.

Slide 41 - Quiz

Nepnieuws is misleidende informatie. Waarom wordt het verspreid?
A
Om geld te verdienen.
B
Om te amuseren.
C
Om de mening van het publiek te beïnvloeden.
D
Om mensen kritisch te laten nadenken.

Slide 42 - Quiz

Betrouwbare bronnen:

Voorbeelden:
  • de Volkskrant
  • Trouw
  • NRC Handelsblad                                                  
  • Elsevier
  • De Groene Amsterdammer
  • Google Scholar
  • Nederlands Dagblad
  • Het Parool
Kijk naar het volgende filmpje. Welk nieuws is waar en welk nieuws niet?

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Vidéo

Slide 45 - Diapositive

Welk artikel is Fake News?
A
Artikel 1: AD
B
Artikel 2: De Speld

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Diapositive

waar/niet waar
A
waar
B
niet waar

Slide 48 - Quiz

waar/niet waar
A
waar
B
niet waar

Slide 49 - Quiz

Slide 50 - Diapositive

Wat is geen manier om de betrouwbaarheid van een bron te checken?
A
Kijken naar de actualiteit van de bron
B
Alleen afgaan op de naam van de auteur
C
Kijken of de bron wetenschappelijk is
D
Kijken naar het doel van de bron

Slide 51 - Quiz