Duits
1 / 16
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wie heisst du?
Wo wohnst du?
Wie geht es?
Guten Abend!
Guten Tag!
Hoe heet je?
Waar woon je?
Hoe gaat het?
Goedenavond!
Goedemiddag!
Slide 2 - Question de remorquage
Wie alt bist du?
Wie ist deine Adresse?
Auf Wiedersehen!
Vielen Dank!
Wie ist deine Telefonnummer?
Wat is jouw adres?
Bedankt!
Hoe oud ben je?
Wat is jouw adres?
Wat is jouw telefoonnummer?
Slide 3 - Question de remorquage
Wat is de Duitse vlag?
A
B
C
D
Slide 4 - Quiz
Wat is geen Duits merk?
A
B
C
D
Slide 5 - Quiz
,want'
betekent in het Duits:
betekent in het Duits:
A
denn
B
aber
C
und
D
wenn
Slide 6 - Quiz
Wat is onvoldoende in het Duits?
A
unfoldunde
B
scheitern
C
schlecht
D
niedrig
Slide 7 - Quiz
Der Elefant ist....?
A
grijs
B
greis
C
grau
D
grouw
Slide 8 - Quiz
Wat is wie in het Duits?
A
wo
B
wer
C
wie
D
was
Slide 9 - Quiz
Wat is geen Duits automerk?
A
BMW
B
Mercedes
C
Opel
D
Saab
Slide 10 - Quiz
Wat is NIET typisch Duits?
A
poffertjes
B
bier
C
braadworst
D
Bretzel
Slide 11 - Quiz
Duiters betalen ook sinds 2002 met euros. Wat was daarvoor de munteerheid in Duitsland?
A
Das Deutsche Pfund
B
Die Deutsche Krone
C
Die Deutsche Mark
D
Der Deutsche Franken
Slide 12 - Quiz
Wat is een Duitse uitvinding?
A
aspirine
B
postzegel
C
batterij
D
balpen
Slide 13 - Quiz
Hoe noem je de basisschool in het Duits?
A
Hauptschule
B
Grundschule
C
Kindergarten
D
KITA
Slide 14 - Quiz
Wat is een Duitse uitvinding?
A
tandpasta
B
onderzeeboot
C
flitspaal
D
bluetooth
Slide 15 - Quiz
Wat is geen Duitse stad?
A
Stuttgart
B
Wenen
C
Aachen
D
Hamburg
