hoofdstuk 9 Massa cultuur introductie

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

massacultuur
wat bedoelen ze met dit begrip?

Slide 4 - Question ouverte

Wat wordt bedoeld metAmerican dream?

Slide 5 - Question ouverte

lezen blz 202 en 203
1.Waarom past de musical film On the town bij een nieuwe moderne periode?
2.Beschrijf de veranderde positie van de vrouw in deze film.
3. Hoe komt het dat musicals opeen een miljoenenpubliek bereikt?
4. Wat is de american dream?
5. Waarom is de American dream niet voor iedereen weggelegd

Slide 6 - Diapositive

Waarom is er een verschil in welvaart voor Europa en de VS?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

lezen blz 204
1.bebop: beschrijf de kenmerken van de stroming
2.Wat is het verschil met eerdere Jazz stromingen?
3. cooljazz: beschrijf het verschil met bebop,
4. wat is freejazz?
5. Hoe maakt Pollock zijn werk?
6. Wat voor werk maakt Mark Rothko?
7. Wat wil hij zeggen met zijn werk?

Slide 14 - Diapositive

Jazz en verf
Bebop, Vrijer
In de VS ontwikkelt de jazz zich van dans- tot luistermuziek.
Rond de 2e W.O. waaide de Swing al over naar Europa. (dansmuziek door grote orkesten)
Jonge zwarte muzikanten ontwikkelen in kleine bandjes een ongepolijste hoekige stijl: de Bebop.
Altsaxofonist Charlie Parker (1920-1955) soleert in Birdsnest snel op het razende tempo van de drums en contrabas. Piano volgt de frasering van de solist met korte, stotende akkoorden.
De onregelmatigheid van bebop maakt het minder toegankelijk.
De nadruk ligt hier op virtuositeit, harmonische complexiteit en tempowisselingen.
Bebop kent een kleine aanhang van ‘artistiekelingen’, met eigen uiterlijk en taalgebruik.
Jules Deelder: ’We waren jong en vatbaar voor legenden. We wouen moderne jazz. We droegen buitenissige kledij. We waren ‘vuile addestiekelingen’.
De uitzinnige bebop kent in Cool jazz (Miles Davis) zijn tegenhanger: minder snel en uitgelaten dan de bebop, helderheid en pure klank staan hierin voorop, ritme krijgt minder nadruk.
Free jazz (1960) van Ornette Coleman heft alle conventies in één klap op.
Regels van ritme, akkoord en solo worden door elkaar gesmeten.
Vrije solo’s, collectieve improvisatie.
Van amusementsmuziek heeft de jazz definitief de status van kunstmuziek bereikt.





Slide 15 - Diapositive