Examentraining Duits 6v Teil 2

• Duits
• Basisschool
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Examentraing Duits Teil 2 

Signaalwoorden oefenen

Signaalwoorden
in het Duits, welke
ken je?

Wat weet je al over een signaalwoord?

signaalwoorden

Een signaalwoord in een zin vertelt iets over het verband tussen die zin  en de zin daarvoor. 

Signaalwoorden geven je inzicht in de structuur van de tekst. 

Daarnaast staan de antwoorden op de vragen vaak na of in de buurt van de signaalwoorden!!!!!!

in plaats daarvan

pas echt

inderdaad

ook

auch

erst recht

tatsächlich/in der Tat

stattdessen

wann? 

was? 

wer? 

wie?

wo?

woher?

wohin? 

wanneer?

 wat?

 wie?

 hoe?

waar?

waarvandaan?

waarheen? 

Welche Frage passt in die Lücke in Absatz 4? betekent:
Welke vraag past op de open plek in alinea 4?

goed

fout

Geheimcode im Technosong 

Klik hier voor de tekst en de vragen.

• Vraag 2: Bepaal telkens het sleutelwoord en vertaal dit.
• Vraag 3: Functievraag.
• Bepaal in je 0-meting de functievragen en pas de tactiek toe.

(Antwoorden tekst: klik hier.)

„Wir müssen aufpassen“ 

Klik hier voor de tekst en de vragen.

• Vraag 4 = Lücke zonder signaalwoord.
• Vraag 5 = open vraag NL
• Vraag 6 = open vraag gesloten
• Vraag 7: Titelvraag
• Vraag 8: Functievraag

Antwoorden: klik hier.

6. Die Stimme der Mutter

Klik hier voor de tekst en de vragen.

• 24: onderwerpvraag
• 25: nieuwe tactiek!
• 26: Lücke zonder signaalwoord
• 27: Functievraag, volg cito en bedenk signaalwoorden bij de functies
• 29: Auflistung = voorbeeld

Voor antwoorden, klik hier.

7. Jenseits des Kaffeeservices

Voor de tekst en vragen klik hier.

• 31: Onderwerpvraag
• 33: Functievraag
• 35: verborgen functievraag

Voor antwoorden klik hier.

Heb je iets geleerd over signaalwoorden?

😒🙁😐🙂😃

Een woord opzoeken kost veel tijd en gaat ten koste van je concentratie. Er zijn echter woorden en zinnen die vaak in vragen voorkomen. Probeer ze uit je hoofd te leren.

We gaan nu kijken welke je al weet.

Welche Ergänzung passt in die Lücke in Zeile ......

Welche Funktion hat der 6. Absatz ?

Was möchte der Verfasser im 5. Absatz betonen ?

In welchem Satz gibt es Daten für diese Schlussfolgerung ?

Welche Aussage stimmt mit dem Text überein ?

Signaalwoorden

&Je moet niet alleen de betekenis weten van signaalwoorden maar ook  de functie van die signaalwoorden.

Ablehnung

1. argumentatie
2. afkeuring
3. beperking

Einschränkung

1. beperking
2. uitbreiding
3. concretisering

Schlussfolgerung

1. tegenspraak
2. voorwaarde
3. conclusie

Steigerung

1. concretisering
2. toename
3. samenvatting

quizlet.com

maar

aber

allerdings

echter