§6.4 Handel in grondstoffen

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Handel in grondstoffen

§6.4

a) 200 mln : 100.000

200.000.000 : 100.000

2000 : 1 = 2000

b)230 mln : 50.000 =

230.000.000 : 50.000

23.000 : 5 = 4.600

c)

d)

€	2000	1	2600
%	100	0,05	130

Noem 3 oorzaken van armoede

Noem 3 vormen van protectiemaatregelen

Lesdoelen

Aan het eind van de les kun je uitleggen 

• wat de nadelen zijn van prijsschommelingen van grondstoffen
• wat een grondstoffenfonds doet
• waarom een monocultuur slecht is voor een land

Programma

Huiswerk/herhalen

Uitleg

Zelfstandig opdrachten maken

Grondstoffen

Grondstoffen zijn stoffen die uit de natuur komen, zoals:

Goud, zilver, diamanten

Tarwe, rijst, soja

Vlees, vis, garnalen

water, olie, steenkolen, aardgas

Ieder werelddeel heeft zijn eigen grondstoffen. Sommige landen hebben helemaal geen grondstoffen, maar wel kennis, kapitaal of een sterk leger.

Handel in grondstoffen

Er is een wereldwijde handel in grondstoffen. Zo een handel noem je een markt.

Het kenmerk van een markt is dat er vraag en aanbod is. Door dit evenwicht wordt de prijs van de grondstof bepaald.

Als de vraag groot is en het aanbod laag dan gaat de prijs omhoog.

Prijsschommelingen

Als de prijzen dalen dan is dat goed voor het land dat de grondstof koopt, maar slecht voor het land dat de grondstof uit de natuur haalt.

Het land dat de grondstof uit de grond haalt heeft geen zekerheid over zijn inkomen als de prijzen continu schommelen.

Daarom zijn er voor sommige grondstoffen fondsen opgericht.

Grondstoffenfonds

Om ervoor te zorgen dat prijzen niet te veel schommelen zijn er grondstoffenfondsen:

Dalende vraag => dalende prijs => grondstoffenfonds koopt de grondstof => vraag gaat dus omhoog => prijs blijft stabiel

Als de vraag weer stijgt => stijgt de prijs => grondstoffenfonds verkoopt wat ze eerst hadden gekocht => prijs blijft stabiel

Monocultuur

Opdracht

Wat: Maak opdracht 1 t/m 5   blz 58

Resultaat: zelfstandig nakijken

Klaar? begin aan je huiswerk 6, 8, 10 en 12

Volgende les bespreken

Wat heb je deze les geleerd? Leg duidelijk uit wat en hoe dat werkt. Minimaal 2 dingen.