Stellingen
1 / 18
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Een onafhankelijke zit moet je hebben tijdens het paardrijden
WAAR
NIET WAAR
Slide 2 - Sondage
Het boek trainen tot een goed gaand paard helpt mensen bij het longeren
WAAR
NIET WAAR
Slide 3 - Sondage
Jonge paarden gaan met een groep leeftijdsgenoten het land in om verder uit te groeien en zich te ontwikkelen tot ze beleerd kunnen worden
WAAR
NIET WAAR
Slide 4 - Sondage
Je kan beter met dubbelelijnen longeren dan met enkelelijn.
WAAR
NIET WAAR
Slide 5 - Sondage
Je kan pas beginnen met dubbelelijnen longeren als je longeren met een enkelelijn onder de knie hebt
WAAR
NIET WAAR
Slide 6 - Sondage
Onder het zadel train je beter een paard dan aan de longe.
WAAR
NIET WAAR
Slide 7 - Sondage
Het opstijgen is een kwetsbaar moment.
WAAR
NIET WAAR
Slide 8 - Sondage
Jonge paarden moeten niet vaker dan om de dag gereden worden.
WAAR
NIET WAAR
Slide 9 - Sondage
Vrij springen is ook een goede training
WAAR
NIET WAAR
Slide 10 - Sondage
Een open mond is een teken van verzet
WAAR
NIET WAAR
Slide 11 - Sondage
Een buitenrit is voor een springpaard
WAAR
NIET WAAR
Slide 12 - Sondage
Het gebruiken van een stang en trens is onvriendelijk
WAAR
NIET WAAR
Slide 13 - Sondage
Het boek trainen tot een goed gaand paard moet van de boekenlijst
WAAR
NIET WAAR
Slide 14 - Sondage
Een cooling down hoort altijd bij je training
WAAR
NIET WAAR
Slide 15 - Sondage
De onjuiste houding van de ruiter belemmerd een paard
WAAR
NIET WAAR
Slide 16 - Sondage
Een na voren gebouwd paard loopt makkelijker op de achterhand
WAAR
NIET WAAR
Slide 17 - Sondage
Wat vond je van de stellingen die jullie zelf gemaakt hebben?
😒🙁😐🙂😃
