Les 4 unidad 2

El programa
• Corregir los deberes
• Herhaling regelmatige werkwoorden
• Maken oef. regelmatige werkwoorden
• Uitleg vraagwoorden
• Huiswerk maken:
(maken:oef 18, 19, 20, 21 + GB blz 29-30 oef 7 + 8
& leren: woordjes blok 2.4 blz 56 wb )
• Klaar? oefenen w.w.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

El programa
• Corregir los deberes
• Herhaling regelmatige werkwoorden
• Maken oef. regelmatige werkwoorden
• Uitleg vraagwoorden
• Huiswerk maken:
(maken:oef 18, 19, 20, 21 + GB blz 29-30 oef 7 + 8
& leren: woordjes blok 2.4 blz 56 wb )
• Klaar? oefenen w.w.

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk nakijken
10 min
bron C (oef 7,8, 9,10,11) + GB oef 1 t/m 6 (blz 26-28)
15 zinnen met hay,ser, estar
leren: woordjes blok 2.2 blz 55 wb

Slide 2 - Diapositive

Herhaling regelmatige werkwoorden
5 min

Slide 3 - Diapositive

Regelmatige ww
Vervoeg onderstaande werkwoorden
1. tú, hablar
2. ellos, hablar
3. nosotros, vivir
4. yo, estudiar
5. vosotros, comer

Slide 4 - Diapositive

Yo................(hablar) español.
A
hable
B
hablas
C
habláis
D
hablo

Slide 5 - Quiz

Tú ......................(vivir) en Uithoorn
A
vivas
B
vives
C
vivis
D
vivéis

Slide 6 - Quiz

Nosotros..................(estudiar) en el Alkwin Kollege
A
estudamos
B
estudáis
C
estudiamos
D
estudiáis

Slide 7 - Quiz

María y yo...............................(comer) paella.
A
como
B
comemos
C
come

Slide 8 - Quiz

Felipe y tú........................(comer) un helado
A
coméis
B
comen
C
comes

Slide 9 - Quiz

Maken oefeningen reg. ww.
10 min
Maak oef 24,25,26 WB PA
Klaar? Maak oef 7+8 GB

Slide 10 - Diapositive

Uitleg vraagwoorden
5 min

Slide 11 - Diapositive

Maken huiswerk
10 min
m: 12,15, 19 tm 21, 24, 25, 26 + GB blz 29-30 oef 7 + 8
Klaar? verhaaltje maken met regelmatige ww/ internetoefeningen

Let op: 9-2 S.O.

Slide 12 - Diapositive

di 9-2 > SO Unidad 2
Leren:
woordjes 2.4 (S-N en N-S)
regelmatige ww op -ar,-er,-ir
llamarse
ser + estar + hay (zowel vervoegingen als verschil)

Slide 13 - Diapositive

Wat gedaan/geleerd/geoefend vandaag?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Slide 16 - Lien