BOA Hoofdstuk 13

• BOA
• MBO
• Studiejaar 1

HOOFDSTUK 13

DWANGMIDDELEN TEGEN VOORWERPEN

JE TOEKOMST VERANDERT MET ELKE KEUZE DIE JE VANDAAG MAAKT

Terugblik vorige les

Fouillering waarheidsvinding: voorwaarden en wie is bevoegd?

 

3 soorten onderzoek fouillering waarheidsvinding

ID fouillering: voorwaarden en wie is bevoegd?

Leerdoelen 

Begrippen eigendom, bezit en houderschap

Wat wordt bedoeld met inbeslagneming

Wat de voorwaarden zijn om iets in beslag te mogen nemen

Wanneer een voorwerp vatbaar is voor inbeslagneming

Wie is bevoegd bent om iets in beslag te nemen

Nut en belang?

Goederen en zaken

Goederen

Goederen zijn alle zaken en alle (vermogens)rechten

 (Artikel 1 Burgerlijk Wetboek Boek 3).

Zaken (in SV zijn dit voorwerpen)

Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke

objecten. Zaken kunnen roerend (verplaatsbaar) en onroerend

(onverplaatsbaar) zijn. Roerend zijn alle zaken die niet onroerend zijn

Begrippen uit Burger Wetboek

Eigendom:  is een recht

                         het meest omvattende recht op een zaak

Eigenaar mag, binnen de wet, met zijn zaken doen wat hij wilt

Bezit: feitelijke macht over de zaak en gedrag als eigenaar

Houderschap: feitelijke macht over de zaak, maar erkenning rechten                                                 eigenaar

Opdracht

Sleep in de volgende dia het sleeponderdeel naar het juiste sleepdoel.

Eigenaar

Bezitter

Houder

Degene die het voorwerp gekocht of gekregen heeft.

Als iemand een goed heeft, dat hij voor zichzelf houdt.

Als iemand een goed heeft, waarvan hij geen bezitter en ook geen eigenaar is.

meest omvattende recht op een zaak

Rechthebbende te zijn totdat het tegendeel is aangetoond

Bezitter die het eigendomsrecht van de ander erkent

Inbeslagneming (IBSN)

Art 134 WvSv.: 

Het onder zich nemen of gaan houden van een voorwerp t.b.v. strafvordering

Jurisprudentie HR.:

vrije beschikking voorwerp bij de ander opgeheven en  het voorwerp onder de macht van de ambtenaar is

IBSN = een daad 

de mededeling = onvoldoende

‘Veiligstellen voor onderzoek’ ? = ook inbeslagneming

Inbeslagneming

Van belang:

Maakt NIET uit wie de eigenaar is 

• Beslag wordt opgeheven wanneer het niet meer nodig is voor strafvordering
• Bij beëindigen beslag voorwerp teruggeven aan:

1. Degene onder wie in beslag werd genomen (basisregel)

2. Anders degene die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.

Wanneer is een voorwerp vatbaar?

Als er een vermoeden bestaat dat er een strafbaar feit is of wordt gepleegd 

en

er een verband is te leggen tussen dit voorwerp en het strafbare feit.

Vatbaar ( art. 94 WvSv)

1. Waarheid aan de dag brengen ( sporen/bewijs)

2. Wederrechtelijk verkregen voordeel aantonen:

     goederen (of andere voordelen) die gekocht zijn met 'zwart' (crimineel) geld.

3. Verbeurdverklaring:

     een voorwerp dat door de verdachte gebruikt is om het strafbare feit te plegen, bv een auto.

     Is bijkomende straf. In meeste gevallen word het goed dan verkocht.

 4. Onttrekking aan het verkeer:

     een maatregel die de rechter kan uitspreken als het bezit van een voorwerp in strijd is met de       wet of het algemeen belang, zoals wapens of drugs. Worden meestal vernietigd.

BEVOEGDHEID

WIE MOGEN INBESLAGNEMEN?

1. Opsporingsambtenaar ( A.O en BOA)

2.Moet om een verdachte gaan 

3. Staande/aangehouden VD (heterdaad/buiten heterdaad)

4. Voorwerp moet vatbaar zijn voor ibsn

5. De VD moet het voorwerp met zich meevoeren (kan ook in de auto)

2 vragen bij IBSN

1. Is het voorwerp VATBAAAR voor inbeslagname

2. Ben ik BEVOEGD tot inbeslagname

Een burger mag nooit iets in beslag nemen!

Geschiedt de aanhouding door een ander dan een opsporingsambtenaar, dan
levert deze de aangehoudene onverwijld aan een opsporingsambtenaar over,
onder afgifte aan deze van bij de verdachte aangetroffen voorwerpen.

In beslag nemen en plaatsen betreden

De opsporingsambtenaar is bevoegd tot het in beslag nemen van vatbare voorwerpen en daartoe alle plaatsen te betreden

*Geen verdachte nodig

1. Wel heterdaadsituatie
   
2. Of anders een verdenking van een VH-feit 67-1
   

Alle plaatsen = ook de woning (toestemming of machtiging)

Betreden = zoekend rondkijken en niet doorzoeken

Bevoegd te bevriezen in afwachting RC/ OvJ

= Ordemaatregelen ter ‘bescherming’ vatbare zaken

= Kunnen de vrijheid van personen beperken

 Doorzoeken vervoermiddelen

Uitlevering voorwerpen bevelen ter inbeslagneming

Uitsluitend bij VH-feiten

Het beve

Gericht aan de vermoedelijke houder:

Mondeling (in PV) of schriftelijk

Bij weigering = bevriezen en later doorzoeken

1. De houder pleegt bij weigering het misdrijf art. 184 WvSr.
   
2. Mag niet aan de verdachte worden gegeven
   
3. Aan dit bevel hoeven niet te voldoen:
   

• verschoningsgerechtigden (familie) en geheimhouders
  
• persoon die door uitlevering zelf verdachte wordt
  

De verdachte mag wel verzocht worden uit te leveren

Afhandeling inbeslaggenomen voorwerpen

Na het in beslag nemen:

• Zoveel mogelijk  bewijs van ontvangst (bvo)
• Altijd KVI - t.b.v. afhandeling voorwerp
  
• Afhandeling voorwerpen (geen strafvorderlijk belang meer)
  
• Teruggave aan degene bij wie in beslag genomen is
  
• Voormalige bezitter (beslagene) = vermoed rechthebbende te zijn van een goed totdat het tegendeel is aangetoond
  
• Afstandsverklaring = schriftelijk t.o.v. (B)OA of RC
  
• Na afstand = HulpOvJ of OM beslissen:
  

1. naar redelijkerwijs rechthebbende persoon
2. bewaren door een aangewezen bewaarder

Wanneer is een voorwerp vatbaar voor inbeslagname?

1. Om de waarheid aan de dag te kunnen brengen
2. Om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te kunnen tonen
3. Om onttrokken te kunnen worden aan het verkeer
4. Om verbeurd te kunnen worden verklaard

Je krijgt een melding van een inbraak in een woning. Ter plaatse vindt je een koevoet die waarschijnlijk door de dader(s) is gebruikt om de deur open te breken. Op grond waarvan is de koevoet vatbaar voor inbeslagname?

1. Wederrechtelijk verkregen voordeel
2. Waarheid aan de dag brengen
3. Verbeurd verklaren
4. Onttrekken aan het verkeer

Tijdens een dienst betrap je op heterdaad een drugsdealer. Je neemt zijn 3 mobiele telefoons en zijn drugs in beslag. Op grond waarvan zijn deze vatbaar?

1. Drugs = wederrechtelijk verkregen voordeel. Telefoons = waarheidsvinding
2. Drugs = waarheidsvinding. Telefoons = onttrekking uit het verkeer.
3. Drugs = verbeurd verklaring. Telefoons = wederrechtelijk verkregen voordeel
4. Drugs = onttrekking uit het verkeer. Telefoons = waarheidsvinding

Wat zijn 'ernstige bezwaren'?

1. Dat je het zeker weet (op heterdaad)
2. Méér dan een redelijk vermoeden
3. Hetzelfde als een redelijk vermoeden
4. Dat iets misschien zo is

De bewoner van een woning kan gedwongen worden in bv de woonkamer te blijven terwijl de opsporingsambtenaar wacht op de RC.

1. Waar
2. Niet waar

Tijdens een verkeerscontrole, zie je in de asbak van de auto die je controleert een joint liggen. Mag je nu de auto doorzoeken?

1. Ja
2. Nee

Een verdachte is voor de 3e keer gepakt voor het rijden onder invloed van drugs. Wat voor bijkomende straf kan een rechter opleggen?

1. Na de waarheidsvinding wordt de auto vernietigd
2. Auto wordt onttrokken uit het verkeer
3. Verbeurdverklaring van de auto

Bij wie kan een voorwerp in beslag worden genomen?

1. Alleen bij een staande gehouden verdachte
2. Bij een verdachte
3. Alleen bij een aangehouden verdachte
4. Bij een ieder

Maakt het nog uit of diegene de eigenaar, bezitter of houder is?

1. Ja dat maakt zeker uit
2. nee dat maakt niets uit

Mag de opsporingsambtenaar elke plaats betreden om vatbare voorwerpen in beslag te nemen?

1. JA
2. Nee

VOLGENDE LES

LEES HOOFDSTUK 13 NOG EEN KEER DOOR

SCHRIJF DE TERMEN OP DIE JE NIET SNAPT EN VRAAG HET DE VOLGENDE LES

LEES HOOFDSTUK 14