BPS: kennismaken

BPS klas 2/3 

BPS 2 
29-09-2022



1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
PlusklasMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

BPS klas 2/3 

BPS 2 
29-09-2022



Slide 1 - Diapositive

PAK EEN SPEL
& SPELEN MAAR
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

KENMERKEN

Slide 3 - Diapositive

Kritisch
Perfectionistisch 
Zelfbewust 


Niet leren leren 
Doorzetten 
Alles lukt in 1 keer.... 

Slide 4 - Diapositive

Heb je wel leren FALEN? 


Slide 5 - Diapositive

De opdrachten

IMPRO! 

7 up 
Potlodenspel 
Impro: tableaus & houding.

Slide 6 - Diapositive

Evaluatie: 
Wat heb je ervaren ?
En gezien ? 

Slide 7 - Diapositive

HOOGBEGAAFDHEID EN FAALANGST
Faalangst is de angst om te mislukken in situaties waarin iemand wordt beoordeeld of denkt te worden beoordeeld.
Veel hoogbegaafden zijn erg perfectionistisch. In eerste instantie lijkt perfectionisme veel op faalangst, maar het komt uit een andere denkrichting. Immers, faalangstigen zijn bang om iets fout te doen, terwijl perfectionisten erop gericht zijn alles wat ze doen perfect te doen.

Er zijn verschillende typen faalangst:
Cognitieve faalangst (‘En zojuist wist ik het allemaal nog…’)
Sociale faalangst (‘Wat zullen zij wel niet van mij denken…’)
Motorische faalangst (‘Op zulke momenten ben ik als ‘verlamd’…’)

Er kan overigens ook sprake zijn van positieve faalangst. Deze mensen hebben voorafgaand aan het presteren negatieve gedachten, maar tijdens het presteren kunnen zij er juist ‘een schepje boven opdoen’ waardoor ze beter presteren dan verwacht.


Slide 8 - Diapositive

Bij het ontstaan van faalangst spelen drie factoren een rol: 

1. Falen; je moet een keer gefaald hebben om faalangst te kunnen krijgen;

2. Reacties op prestaties; de diverse opmerkingen en reacties die de persoon ontvangt over zijn prestaties versterken of verminderen juist zijn faalangst. Opmerkingen als ‘Ach, de volgende keer doe je het wel weer beter’ of ‘Ik weet dat je het kan’ kunnen bijvoorbeeld – hoe goed bedoeld ook – de druk versterken. Het is van belang dat je je feedback richt op inzet en strategie en in veel mindere mate op het eindresultaat;

3. Gebrek aan zelfvertrouwen; wanneer iemand faalt en het zelfvertrouwen daardoor daalt, kan dat gebrek aan zelfvertrouwen er de volgende keer voor zorgen dat de persoon weer faalt en het zelfvertrouwen nog verder afneemt. Zo ontstaat er voor de persoon een neerwaartse spiraal van faalangst.

Slide 9 - Diapositive

TIPS:

Denk positief;
Vervang irrationele gedachten door reële gedachten;
Stel jezelf realistische doelen;
Schrijf succes toe aan jezelf;
Ontspan je, ook lichamelijk.

Slide 10 - Diapositive

Herken je iets?  

Slide 11 - Diapositive

LESWOORD
(wat was voor jou nieuw?)

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Welke drie kenmerk herken jij het meest bij jezelf?
perfectionistisch
kritisch
zelfbewust
weet ik niet
gedreven
ongeduldig
grote woordenschat

Slide 14 - Sondage


TRANSFER: Hoe kun je de vaardigheden uit jouw favoriete denkprofiel gebruiken bij andere vakken?
Geef een voorbeeld!

Slide 15 - Question ouverte

BPS klas 2/3 

TOT VOLGENDE WEEK! 

Slide 16 - Diapositive