5.4 Stroomgrootheid en voorraadgrootheid

De financiële administratie van een eigen bedrijf
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De financiële administratie van een eigen bedrijf

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Je leert het verschil tussen een balans en een resultaatrekening. 
Je leert de begrippen voorraad- en stroomgrootheid toepassen.

Slide 2 - Diapositive

Huiswerkcheck - terugblik
Maken opdracht 5.11 t/m 5.18

Slide 3 - Diapositive

VOORRAAD- EN STROOMGROOTHEID
  • Een voorraadgrootheid laat zien wat de waarde van iets  op een bepaald moment is. Deze staan op de balans.
  • Een stroomgrootheid geeft de waardeverandering over een bepaalde periode weer. Deze staan op de resultatenrekening. 

Slide 4 - Diapositive

STROOM
GROOTHEID

De waarde van een stroomgrootheid meet je over een periode.

bijvoorbeeld: de omzet van een bedrijf in maart 2019

Slide 5 - Diapositive

VOORRAAD
GROOTHEID

Voorraadgrootheden meet je op een bepaald moment, dus bijvoorbeeld: je spaargeld op 12 maart 2019

Op de balans staan alleen maar voorraadgrootheden

Slide 6 - Diapositive

BEGELEID OEFENEN
Kijken of je het verschil door hebt.

Slide 7 - Diapositive

Is vermogen een voorraad- of een stroomgrootheid?
A
Voorraadgrootheid
B
Stroomgrootheid

Slide 8 - Quiz

Is de aflossing van je lening een stroomgrootheid of een voorraadgrootheid?
A
Stroomgrootheid
B
Voorraadgrootheid

Slide 9 - Quiz

Kinderbijslag is een stroomgrootheid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Is je uiteindelijke studieschuld een voorraadgrootheid of een stroomgrootheid?
A
Voorraadgrootheid
B
Stroomgrootheid?

Slide 11 - Quiz

De hoeveelheid leerlingen op school
A
voorraadgrootheid
B
stroomgrootheid

Slide 12 - Quiz

De winst van een bedrijf over 2017 is €60.000.
A
Voorraadgrootheid
B
Stroomgrootheid

Slide 13 - Quiz

Je hebt aan het eind van het jaar €350 op je spaarrekening staan.

A
Stroomgrootheid
B
Voorraadgrootheid

Slide 14 - Quiz

ZELFSTANDIG WERKEN 
Maken opdracht 5.19 t/m 5.24






Slide 15 - Diapositive

Evaluatie
Je leert het verschil tussen een balans en een resultaatrekening. 
Je leert de begrippen voorraad- en stroomgrootheid toepassen.

Slide 16 - Diapositive