hfdst 4 het weer onweer

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 3,4

 Onweer

Lesdoelen

Je gaat leren:

• wat statische lading inhoudt
  
• hoe onweer ontstaat
• hoe kun je je huis tegen onweer beschermen
  

Onweer en bliksem

Onweer ontstaat doordat bellen met warme, vochtige lucht snel opstijgen.

Warme lucht stijgt op en koude

lucht met hagel en regen valt naar 

beneden. Door de wrijving van

ijskristallen en waterdruppels ontstaat elektrische lading.

Onweer

Bliksemflits: Ontstaat door elektrische ontlading welke ontstaat door het wrijven van ijskristallen en waterdruppels langs elkaar

Donder: geluid ontstaat door snel uitzetten en inkrimpen van lucht langs een bliksemschicht

Beschermen bij onweer

• Huizen - bliksemafleider (koperen draad vanaf het dak in de grond)
• Auto - Kooi van Faraday = het metalen omhulsel van de auto vloeit de elektrische lading naar de aarde af
• Metaal geleidt stroom

Piet ziet een bliksemflits. Hij hoort na 5 seconde de donderslag. De geluidsnelheid is 340 m/s. Bereken hoe ver het onweer weg is.

tijd = 5 s

geluidsnelheid = 340 m/s

afstand = ?

afstand = snelheid x tijd

afstand = 340 x 5

afstand = 1700 meter.

Wat is het verstandigste om te doen bij onweer?

1. Het water opgaan in een bootje
2. Een gebouw ingaan
3. Schuilen in een auto
4. Schuilen onder een boom

Waarom zie je bij onweer eerst een lichtflits en hoor je even later pas de donderslag?

1. omdat de lichtflits dichterbij ontstaat dan de donderslag.
2. omdat de lichtflits verder weg ontstaat dan de donderslag.
3. omdat de lichtsnelheid groter is dan de geluidsnelheid.
4. omdat de lichtsnelheid kleiner is dan de geluidsnelheid.

Je telt 8 seconden van de bliksem tot de donder.
Hoe ver weg is het onweer?

1. 8 x 1020 = 8 160 m
2. 8 x 340 = 2 720 m
3. 8 x 340 = 2 720 km
4. 340 : 8 = 42,5 km

Broeikaseffect

Verbranding Fossiele

Brandstoffen:

Koolstofdioxide (CO2)

Broeikaseffect

versterkt broeikaseffect

Gevolgen broeikaseffect

Welke bewering over het versterkte broeikaseffect is waar?

1. Broeikasgassen laten steeds meer zonnewarmte door.
2. Broeikasgassen nemen steeds meer zonnewarmte op.
3. Er komen steeds meer broeikasgassen in de atmosfeer
4. Er verdwijnen steeds meer broeikasgassen uit de atmosfeer.

Het 'versterkte' broeikaseffect komt door ................

1. schommelingen in de natuur en is niet iets om je zorgen over te maken
2. het gebruik van fossiele brandstof en veroorzaakt broeikasgassen waardoor het warmer wordt

Door welk gas wordt het broeikaseffect versterkt?

1. zuurstof
2. koolstofmono-oxide
3. waterdamp
4. koolstofdioxide