H2 §3 De aarde beeft

• Kennen en kunnen
• Startopdracht
• Uitleg
• Zelfstandig werken
• Afsluiting

• Aardkorst
• Aardmantel
• Aardkern
• Aardkorstplaten
• Gebergten 

• Uitleggen hoe de aarde is opgebouwd.
• Uitleggen hoe gebergten ontstaan. 
• Drie manieren van bewegen van aardplaten noemen

• Wat: Maak opdracht 1 van §2.3 (basis blz. 62, kader blz. 68.)
• Hoe: alleen
• Hulp: leerstof in je boek en mevrouw de Vries
• Tijd: 5 min.
• Uitkomst:  bespreken
• Klaar: Lees leerstof 1 en ga verder met de opdrachten van 2.3.

Wat weet jij van het binnenste van de aarde?

www.pathe-thuis.nl

De buitenste, harde laag van de aarde heet de aardkorst. Deze is ongeveer 35 kilometer dik. 

Onder de aardkorst zit de aardmantel, dit is een zachte en gloeiendhete laag  die duizenden kilometers dik.

In het midden van de aarde zit de vaste aardkern. Deze is super heet, wel meer dan 5000 graden!

In de aardmantel is het zo heet dat zelfs steen smelt. Dit gesmotelen gesteente heet magma. Het magma stroomt rond. Daar beweegt de aardkorst op mee. 

Opbouw van de aarde

De aarde heeft 3 lagen

• Kern         vast (ijzer en nikkel)
  
• Mantel         stroperig (magma)
  
• Aardkorst        vast (steen)

Aardkorst is heel dun, 5 tot 50 km dik. In vergelijking net zo dun als een mandarijnen schil

Aardkern

Aardmantel

Aardkorst

Bewegende aardkorst

• De aardkorst drijft op de mantel.

• De aardkorst bestaat uit losse delen         aardplaten

• De aardplaten bewegen door de mantel.

Plaatbewegingen

Ontstaan door beweging in de mantel

de platen botsen of schuren of gaan uit elkaar

3 soorten platen bewegingen

1. Convergente plaatbeweging
2. Divergente plaatbeweging
3. Transforme plaatbeweging

1

2

3

Gevolgen van bewegende platen

• Gebergten

• Vulkanisme 

• Aardbevingen

• Wat: Basis:  opdracht 2 t/m 6 op blz. 55 t/m 57. Kader: opdracht 2 t/m 5 op blz. 61/52.
• Hoe: alleen
• Hulp: leerstof in je boek en mevrouw de Vries
• Tijd: 10 min.
• Klaar: Neem de eerste vier leerdoelen van 2.2 op je leerdoelenkaart door. Ga na of je ze hebt behaald --> noteer in je schrift. 

• Herhaling vorige les
• Kennen en kunnen 
• Uitlegplaatjes en filmpje
• Zelfstandig werken
• Afsluiting

Hoe heet de gloeiende stroop waar de aardkorst op drijft?

1. Aardkern
2. Aardkorst
3. Lava
4. Aardmantel

Aardkern

Aardmantel

Aardkorst

Welke 3 bewegingen van aardplaten zijn er?

• Aardbevingen
• Aardkorstplaten
• Epicentrum
• Schaal van Richter

• Uitleggen hoe aardbevingen ontstaan.
• Benoemen waar aardbevingen voorkomen.
• Benoemen hoe de kracht van aardbevingen gemeten worden. 
• Gevolgen van aardbevingen benoemen. 

Aardbeving

Een aardbeving is een trilling van de aardkorst. 

De schaal van Richter geeft de kracht van de aardbeving aan.

Schaal loopt van 1 (zwak) 

tot 12 (sterk). 

Waar komen aardbevingen  voor?

Hoe komt dat?

Schade

Welke schade kan een aardbeving aanrichten?

• gebouwen storten in 
  
• mensen onder het puin 
  
• gasleidingen en elektriciteitskabels kapot
  
• branden 
  

• Wat: Basis:  opdracht 6 t/m 10 op blz. 55 t/m 57. Kader: opdracht 5 t/m 11 op blz. 61/52.
• Hoe: alleen
• Hulp: leerstof in je boek en mevrouw de Vries
• Tijd: 10 min.
• Klaar: Neem de eerste vier leerdoelen van 2.2 op je leerdoelenkaart door. Ga na of je ze hebt behaald --> noteer in je schrift. 

De plek aan het aardoppervlak recht boven de aardbeving noemen we?

1. De aardkorst
2. Het epicentrum
3. Een aardbeving
4. Een tsunami

Het epicentrum

Waar veroorzaken aardbevingen de meeste schade?

1. Rijke Europese landen
2. Groningen
3. Arme landen in Europa
4. Arme landen in Azië en Zuid-Amerika

Waar zijn aardbevingen vaak het zwaarste?

1. Platen bewegen langs elkaar (transform)
2. Platen bewegen uit elkaar (divergent)
3. Platen bewegen naar elkaar toe (convergent)
4. Overal kunnen zware aardbevingen ontstaan

Inzichtvraag:
Bij één van de plaatbewegingen ontstaan nauwelijks aardbevingen? Welke?

1. Platen bewegen langs elkaar (transform)
2. Platen bewegen uit elkaar (divergent)
3. Platen bewegen naar elkaar toe (convergent)
4. Overal kunnen zware aardbevingen ontstaan

Leg uit hoe een aardbeving ontstaat. Gebruik in jouw antwoord de aardplaten.