SO H4 bevolking en ruimte in Nederland

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Bevolkingsgroei in Nederland

Er worden per dag gemiddeld ongeveer 470 kinderen geboren. Daar staat tegenover dat er op jaarbasis elke dag 420 mensen overlijden. Verder vestigen zich gemiddeld 655 immigranten per dag in Nederland, terwijl er 450 emigranten vertrekken.

Bron: CBS

Lees het stuk over de bevolkingsgroei in Nederland.

Wat is de gemiddelde natuurlijke bevolkingsgroei per dag in Nederland?

1. 50
2. 205
3. 255
4. 1125

Wat is de gemiddelde sociale bevolkingsgroei per dag in Nederland?

1. 50
2. 205
3. 255
4. 1125

Koppel het jaartal aan de juiste grafiek

1950

1980

2010

2040

Welke onderstaande factor speelt geen rol bij leefbaarheid in een wijk?

1. Het onderhoud van de openbare ruimte in een wijk
2. De ouderdom van een wijk
3. De veiligheid van een wijk
4. Het aantal en het soort voorzieningen in een wijk

Bevolking in Nederland

Na 1870 trokken veel mensen naar de stad. De steden breidden uit met veel nieuwe woonwijken. Dit noem je …a… ofwel verstedelijking. Na 1960 waren veel mensen de drukte in de stad zat en verhuisden de stad uit. Dit noem je …b…. Dat mensen uit de stad konden verhuizen, had met twee factoren te maken: welvaart en …c…. De gevolgen hiervan waren dat het platteland verstedelijkte. Dorpen en steden groeiden aan elkaar vast. Er ontstonden dus…d….. en later zelfs stedelijke gebieden. Een ander woord voor een stedelijk gebied is een …e…. Tot 1980 daalde de bevolking van de steden, daarna volgde een periode van …f…. Het was weer aantrekkelijk om in de stad te wonen.

Lees de tekst over Bevolking in Nederland.

Neem de letters a t/m f over in je antwoord en zet het juiste begrip erachter.

Nederland kent verschillende gebieden met een sterke bevolkingskrimp. Wat is de belangrijkste oorzaak van de bevolkingskrimp in deze gebieden?

1. Hiervandaan vertrekken veel jongeren naar de steden, om daar te studeren of te werken
2. Hier verdwijnen veel voorzieningen. Als de voorzieningen verdwijnen, trekken niet lang daarna ook de mensen weg uit zo'n gebied.
3. Hier werken veel seizoensmigranten, die na een paar maanden weer vertrekken.
4. Hier wonen minder mensen dan in het westen van Nederland

Na 1950 is er veel veranderd, als je kijkt naar de verdeling van jonge en oude mensen in de Nederlandse bevolking. Het aandeel aan ouderen is groter geworden. Een van de oorzaken van die vergrijzing is de naoorlogse geboortegolf.

Leg uit wat de geboortegolf van net na de oorlog (1950) te maken heeft met de vergrijzing van nu.

Franekeradeel

Jouke en Marije wonen in een dorpje in de gemeente Franekeradeel. Hun ouders willen verhuizen naar Leeuwarden, maar met de verkoop van hun huis wil het maar niet lukken. Verderop in de straat staan er al jarenlang drie huizen leeg en op het dorpsplein hangt op de buurtwinkel een bord ‘Te koop’. Twee andere winkeltjes zijn vorig jaar gesloten. De dorpsschool heeft langzamerhand te weinig leerlingen om te kunnen blijven bestaan.

Lees het stukje over Franekeradeel.

Leg uit waarom de winkels in het dorpje sluiten. Gebruik daarbij het begrip drempelwaarde.

Krimpgemeenten zoals Franekeradeel hebben meestal een vertrekoverschot. Deze dorpen komen vaak terecht in een negatieve spiraal, de problemen worden steeds groter. Een vertrekoverschot en het aantal voorzieningen in krimpgemeenten, hebben namelijk met elkaar te maken.

Leg het verband uit tussen een vertrekoverschot en het aantal voorzieningen in een krimpgemeente.

Bekijk de afbeelding. De gemeente Rotterdam denkt dat rijkere mensen graag in Bergpolder komen wonen.

Geef met behulp van deze afbeelding één reden waarom rijkere mensen met een baan in het centrum van Rotterdam in Bergpolder zouden willen wonen.

Let op! De vraag lijkt hetzelfde, maar is anders dan de vorige vraag

Geef met behulp van de afbeelding één reden waarom rijkere mensen met een baan in een andere stad in de wijk Bergpolder zouden willen wonen. Gebruik het woord forensisme in je antwoord.

KNSM

KNSM staat voor de Koninklijke Nederlandse Stoombootmaatschappij. Het bedrijf vestigde zich in 1903 in de haven van Amsterdam. De fabriek omvatte een heel eiland in het oostelijk deel van de haven. In de jaren zeventig van de vorige eeuw, ging het slechter met de KNSM. Het bedrijf vertrok van het eiland vlak bij het centrum van Amsterdam naar de westelijke rand van de stad. Lange tijd lag het eiland in het oostelijke deel van de haven er verlaten bij. Tot in de jaren negentig is het oude fabrieksterrein veranderd in een woonwijk.

Bron: http://nl.wikipedia.org

Lees het stuk over de KNSM.
De ontwikkeling van het eiland in de oostelijke haven komt overeen met de perioden van urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie.

Noteer de drie perioden onder elkaar in je antwoord (urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie). Zet het eerste en het laatste woord van de zin die bij die periode past uit de tekst erachter. Bijvoorbeeld: Suburbanisatie = KNSM … Stoombootmaatschappij