Leerjaar 1 les 3 Afval

Afval
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuur, Leven en TechnologiePraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Afval

Slide 1 - Diapositive

Afval is een ruim begrip, want iets is voor de ene mens afval en voor de ander een bruikbaar iets.

Slide 2 - Diapositive

Niet al het afval is dus hetzelfde, er zijn veel soorten afval, Welke soorten ken jij?
'Afval' wil eigenlijk zeggen; iets wat je niet meer nodig hebt en je graag weg wil doen.

Slide 3 - Diapositive

Soorten afval

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Vidéo

afval scheiden

Slide 6 - Carte mentale

Glasbak
Glas gooi je in de glasbak. Er zitten verschillende vakken: wit glas, bruin glas en gekleurd glas.

Slide 7 - Diapositive

Papier en karton container

Oud papier en karton gooi je in de papierbak. De lege melkpakken mogen er niet in.

Slide 8 - Diapositive

De PMD container






Plastic, blik en drinkpakken gooi je in de PMD container. 

Slide 9 - Diapositive

GFT-afval
Het groente, fruit en tuin afval gooi je in de groene container.

Slide 10 - Diapositive

Klein chemisch afval
In het klein chemisch afval zitten giftige stoffen, dit kun je bij sommige winkels in een bak gooien.

Slide 11 - Diapositive

Restafval
Al het afval dat overblijft heet restafval. Dit afval gooi je in de grijze container of de ondergrondse container.

Slide 12 - Diapositive

Kleding en schoenen

Je oude kleding en schoenen kun je inleveren voor een goed doel. In het winkelcentrum staan vaak kledingbakken.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Wat is een ander woord voor vuilnis?
A
vuilnis
B
troep
C
afval
D
bende

Slide 15 - Quiz

Wat betekend GFT?
A
Geel fruit en tomaten
B
Groen fruit en tuin
C
Gras, fruit en tuin
D
Groente, fruit en tuin

Slide 16 - Quiz

Wat is klein chemisch afval?
A
Koelkast, droger
B
Computer, laptop
C
Batterijen, lampen, oude verf
D
Tv, magnetron

Slide 17 - Quiz

Wat betekend afval scheiden?
A
Alle afval in 1 prullenbak gooien
B
Afval op de straat gooien
C
Het afval niet in 1 vuilnisbak doen
D
Alle afval in de glasbak gooien

Slide 18 - Quiz

Wat is grofvuil?
A
Al het afval in de prullenbak
B
Al het afval wat niet in de prullenbak past
C
Al het afval wat overblijft
D
Groente, fruit en tuinafval

Slide 19 - Quiz

Wat is restafval?
A
Al het afval dat overblijft
B
Afval waar giftige stoffen in zitten
C
Alles wat niet in de prullenbak past
D
Kleding en schoenen

Slide 20 - Quiz

afval scheiden

Slide 21 - Carte mentale

Opdracht
  • Doe je werkschoenen en handschoenen aan
  • pak de benodigdheden
  • ga aan de slag bij de door docent aangewezen plek
Benodigdheden:
  1. Prikker
  2. Ring voor de vuilniszak
  3. Vuilniszak

Slide 22 - Diapositive