Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Telefoon in je tas.
Slide 1 - Diapositive
Wat ik van jullie verwacht vandaag
Tas op grond, jas uit en telefoon in tas.
Spullen op tafel:
- Boek
- Rekenmachine
- Pen
- Schrift
- Chromebook
timer
3:00
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Leerdoel
Je weet welke redenen je kunt hebben om geld te lenen.
Je weet hoe een lening werkt.
Je kunt de kosten van een lening berekenen.
Je kunt een percentage berekenen.
H2: Jij en je geld
2.3 Waarom zou je lenen?
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Het verschil tussen sparen en lenen is ......
A
Sparen geld kost
B
Lenen geld kost
C
Bij sparen geef je
geld uit, bij lenen niet.
D
Bij lenen los je niets af, bij sparen wel.
Slide 7 - Quiz
Waarom lenen mensen geld?
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
Wat is aflossen?
A
Een manier om te kunnen werken
B
Je kunt er een huis mee huren
C
Bewaren van een deel van je inkomsten
D
Terugbetalen van geleend geld
Slide 10 - Quiz
Wat is rente?
A
Een vergoeding omdat je geld van de bank leent
B
Een extra lening
C
Meer geld dat je ter beschikking hebt
D
Een bedrag dat je moet aflossen
Slide 11 - Quiz
Je leent € 200. In totaal betaal je € 215 terug voor deze lening. a) Welk bedrag betaal je als aflossing? b) Welk bedrag betaal je als rente? c) Hoeveel procent rente betaal je over het geleende bedrag?