Engelse werkwoorden 5.9

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 5.9

Engelse werkwoorden vervoegen

1Welke werkwoordspellingsregels gebruik je bij Engelse werkwoorden?

1. De 'normale' Nederlandse
2. De Engelse

Vervoeg de zin.
Wij hebben (basketballen)

1. gebasketballd
2. gebasketbald

Vervoeg het werkwoord
Hij (racen-vt)

1. racte
2. racette
3. racede
4. racete

Vervoeg het werkwoord
Jij (stressen-tt)

1. stresste
2. streste
3. stressde
4. stresde

Engelse werkwoorden
Welke antwoorden zijn juist?

1. Schrijf je als de Nederlandse zwakke werkwoorden
2. De ik-vorm heeft vaak dezelfde vorm als de stam
3. Ik-vorm ik pass hij-vorm hij passt
4. ik-vorm ik skate verleden tijd skatete

Hoe spel je Engelse werkwoorden?

1. Volgens de Nederlandse spellingsregels
2. Volgens de Engelse spellingsregels
3. Volgens aparte spellingsregels
4. Hangt af van het woord. Sommige spelling volgens Nederlandse regels, andere Engels.

Vervoeg het werkwoord
Hij (lunchen-vt)

1. lunchte
2. lunchde
3. lunchtte
4. lunchdde

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:

1. Hij heeft de hele dag gegamed.
2. Hij heeft de hele dag gegamet.
3. Hij heeft de hele dag gegamt.
4. Hij heeft de hele dag gegamd.

Vervoeg het werkwoord
Zij hebben (volleyballen)

1. gevolleybald
2. gevolleyballd
3. gevolleybalt
4. gevolleyballt

Vervoeg het werkwoord.
Wij hebben (paintballen)

1. gepaintbald
2. gepaintballd

Vervoeg het werkwoord.
Hij heeft de bal over het net (smashen).

1. gesmasht
2. gesmashed
3. gesmashet
4. gesmashd

Vervoeg het werkwoord.
Hij (timen - vt)

1. timde
2. timdde
3. timete
4. timede

Vervoeg het werkwoord.
Jij (deleten-tt)

1. deletet
2. delet
3. deletete
4. delete

Vervoeg het werkwoord.
Hij ... (timen - vt).

1. Hij timde.
2. Hij timdde.
3. Hij timete.
4. Hij timede.

Oefenen

Nu onder tijdsdruk!

Je hebt steeds 10 seconden.

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:

1. Hij gamet de hele dag.
2. Hij gamed de hele dag.
3. Hij gamt de hele dag.
4. Hij game't de hele dag.

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, tt: deleten

1. deletet
2. delet

Engelse werkwoorden
Hij (barbecueën-vt)

1. barbecuedde
2. barbecuede
3. barbecuete
4. barbecuette

Welk Engels werkwoord is correct gespeld?

1. Hij racet naar huis.
2. Ik downloadt die file wel even voor je?
3. Hij heeft de overwinning geclaimt.
4. Zij flirte met hem.

Engelse werkwoorden schrijf je net als:

1. Sterke werkwoorden
2. Zwakke werkwoorden

Ga verder met de weektaak

. Oefenen Engelse werkwoorden met
Arnoud Kuipers (oef 9 en 10)

 .Maak opdracht 5, 6a, 7, 12 van 5.9