Hoofdletters

Hoofdletters
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolMBOmavoLeerjaar 2Studiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdletters

Slide 1 - Diapositive

Planning:
  • Woordweb
  • Uitleg
  • Quiz
  • Opdrachten uitleggen
  • Afsluiten
Lesdoelen:
  • Wanneer gebruik je hoofdletters?
  • Wanneer gebruik je geen hoofdletters?

Slide 2 - Diapositive

Wanneer gebruik
je een hoofdletter?

Slide 3 - Carte mentale

Wanneer gebruik je een hoofdletter?
  • Eerste woord van de zin:
  • Morgen ga ik sporten.

  • Hoge komma (apostrof) '
  • Het tweede woord begint met de hoofdletter, niet de S!
  • 's Morgens ga ik altijd hardlopen.

Slide 4 - Diapositive

Wanneer gebruik je een hoofdletter?
Namen
  • Namen schrijf je met een hoofdletter
  • Voornaam: Peter
  • Voorletters + achternaam: H. Janssen
  • Straatnaam: Lindelaan
  • Provincies: Overijssel, Noord-Holland
  • Clubs: Ajax, Feyenoord

Slide 5 - Diapositive

Wanneer gebruik je een hoofdletter?
Namen
Namen van dagen, maanden, windstreken en jaargetijden schrijf je met een kleine letter
  • zaterdag, december, noord, winter

Namen van volkeren schrijf je met een hoofdletter
  • Arabier, Eskimo, Nederlander en Bosjesman

Slide 6 - Diapositive

Wanneer gebruik je een hoofdletter?
Boven brieven en in adressen gebruik je een hoofdletter:
  • Geachte redactie
  • Beste tante Truus
  • Geachte heer/mevrouw
  • De heer Mertens
  • Lindelaan 64
  • 7703DB Zwolle
  • Postbus 333
PEC Zwolle
Stadionplein 1
8025CP Zwolle
Tel: 038 453 49 48

Slide 7 - Diapositive

Wanneer gebruik je een hoofdletter?
Afkortingen
Afkortingen van instellingen, bedrijven en politieke partijen schrijf je met hoofdletters en zonder puntjes.,
  • FBTO, RTL4, VVD en SP
  • Maar let op: het is PvdA
Ingeburgerde afkortingen
Als een afkorting veel gebruikt wordt, m.a.w. ingeburgerd is, schrijf je ze met een kleine letter:
  • btw en cao.
(Belasting over Toegevoegde Waarde, Collectieve Arbeids Overeenkomst

Slide 8 - Diapositive

Wanneer gebruik je een hoofdletter?
Afkortingen
Afkortingen van instellingen, bedrijven en politieke partijen schrijf je met hoofdletters en zonder puntjes.

Waar staat HEMA voor?

Slide 9 - Diapositive

Opdrachten
Pak je laptop en doe mee
Je krijgt een aantal vragen te zien en je kunt antwoord geven
Daarna bespreken we de vragen

Slide 10 - Diapositive

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
KING pepermunt
B
King pepermunt

Slide 11 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
Mikasa
B
mikasa

Slide 12 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
Amsterdam-Zuid
B
Amsterdam-zuid

Slide 13 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
de efteling
B
de Efteling

Slide 14 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
's Middags begin ik om twee uur
B
'S middags begin ik om twee uur

Slide 15 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
Noordwesten
B
noordwesten

Slide 16 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
Moederdag
B
moederdag

Slide 17 - Quiz

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
meneer de Jong
B
meneer De Jong

Slide 18 - Quiz

Studiemeter
2F (3F bij vrijstelling) - Spelling - Hoofdletters - Oefening 4 & 5

Slide 19 - Diapositive

Wat hebben we vandaag gedaan?
Hoofdletter:
  • Eerste woord van een zin
  • Namen
  • Boven brieven en in adressen
  • Afkortingen van instellingen, bedrijven en politieke partijen

Geen hoofdletter:
  • Namen van dagen, maanden, windstreken en jaargetijden
  • Afkortingen die ingeburgerd zijn

Slide 20 - Diapositive