ATP cos huid 1 en 2

Wat zijn efflorescenties?
1 / 36
suivant
Slide 1: Question ouverte
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Wat zijn efflorescenties?

Slide 1 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Efflorescenties

Slide 2 - Carte mentale

Welke efflerescenties ken je?
Wat is het verschil tussen een vesicula en een bulla

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Papel
Huidverhevenheid
Urtica
Kwaddel
Galbult
Pustel
Puist

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef een voorbeeld van een secundaire efflorescentie?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
2:30
Bulla
Cicatrix
Blaar
Cyste
Erytheem
Crusta
Litteken
Korst
Holte
Roodheid

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Rubor
Calor
Tumor
Dolor
functio laesa
Pijn
Gestoorde functie 
Zwelling 
Warmte 
Roodheid

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke efflorecentie heeft een trage genezing?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

welke afwijking is dit?
A
Pernionis
B
Rosacea
C
Teleängiectastieën

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke begrippen horen bij elkaar?
Seborrhoe oleosa
Sebostase
Seborrhoe sicca
Seborrhoe
Droge huid
Vette huid
Glimmende vette huid
Vette huid met schilfers

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Acne Conglobata
Acne keloïdalis
Acne vulgaris

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Droge huid
Vette huid
Gecom
bineerde huid
Normale huid
Te weinig talg, vaak gevoelig
De haarvaatjes zijn zichtbaar, de poriën nauwelijks
Te veel talg
Poriën du zichtbaar
Talgklieren rondom de neus, kin en voorhoofd werken te snel
Talgklieren rondom de ogen en wangen werken te langzaam
Huid is zacht en veerkrachtig
Vaak mee-eters
Soms mee-eters

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


verstopte 
poriën 

Milia

comedonen

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 2 soorten vette huid zijn er?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een black head?
A
een gerstekorrel
B
Gesloten comedo
C
open comedo

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdelijke 
bloedvat
afwijkingen
Chronische 
bloedvat
afwijkingen
Hematoom
Erytheem 
solare
Spineavus
Naevus 
Flammeus
Eytheem 
Pudoris
rosacea

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

psoriasis
keratosis pilaris
callus
Ichtiosis

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke afwijking zie je plaatselijke pigmentloze plekken?
A
Vitiligo
B
Pityriasis alba
C
Albinisme
D
Chloasma

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

efeliden
Neavi pigmentosi
Vitiligo
Chloasma gravidarum

Slide 21 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke pigmentafwijkingen wordt veroorzaakt door hormonen?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke haarafwijking is overbeharing volgens mannelijk patroon?
A
hypotrichose
B
hypertrichose
C
alopecia
D
hirsutisme

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn degeneratieve huidafwijkingen

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kun je het verschil zien tussen een vochtwal en een vetwal?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk weefsel raakt beschadigd door diabetes?
A
spieren
B
bloedvaten
C
botten
D
gewrichten

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is diabetes Mellitus?
A
Diabetes is een stoornis in het centrale zenuwstelsel
B
Een stoornis in de stofwisseling van koolhydraten, eiwitten en vetten door een tekort aan insuline
C
Diabetes is een ziekte waarbij koolhydraten geen grote rol spelen

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is waar over
diabetes type 1?
A
Wordt ook wel jeugdsdiabetes genoemd
B
1 van de 10 mensen die diabetes hebben, hebben type 1
C
De alvleesklier maakt geen insuline aan
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is waar over
diabetes type 2?
A
Wordt ook wel ouderdomsdiabetes genoemd
B
9 van de 10 mensen die diabetes hebben, hebben type 2
C
De alvleesklier maakt te weinig insuline aan
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Diabetes noem je ook wel:
A
suikerziekte
B
vetophoping
C
eczeem

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen als roodheid en blaren, zijn een teken van een ... verbranding.
A
1-graads
B
2e-graads
C
3e-graads
D
4e- graads

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort bij een derdegraads verbranding?
A
Bulla
B
Necrose
C
Erytheem

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een hypertrofisch litteken?
A
Een litteken onder huidniveau
B
Een litteken boven huidniveau
C
Een woekering van littekenweefsel

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is passend bij een hypotrofisch litteken ?
A
ingezonken litteken
B
boven het huid oppervlak
C
groot litteken
D
normaal litteken

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Woekering van een litteken noem je:
A
hypertrofisch litteken
B
hypotrofisch litteken
C
keloïd

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions