H4-KA 8- dikp

Het Romeinse Rijk


 Jodendom en Christendom
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Het Romeinse Rijk


 Jodendom en Christendom

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je van het Jodendom?

Slide 3 - Carte mentale

Wat weet je van het Christendom?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

Jezus van Nazareth

  • Jezus is een Joodse man die rondreist in de streek Palestina en preekt dat God goede mensen beloont en slechte mensen straft.
  • Jezus krijgt veel aanhangers. Hij spreekt over het koninkrijk van God.De Romeinen vatten dat op als een politiek standpunt en vinden  hem daarom gevaarlijk. 
  • Ze nemen hem gevangen en kruisigen hem, de straf voor een opstandige slaaf.

Slide 6 - Diapositive

Heeft Jezus echte bestaan?

  • Historici vermoeden van wel, hoewel er over het leven van Jezus geen eigentijdse (geschreven) bronnen zijn. 
  • Ook de Romeinen hebben niets opgeschreven over deze persoon. 
  • Alles wat wij van hem weten is (ongeveer 50 jaar) later opgeschreven, bijvoorbeeld in de Bijbel (Nieuwe Testament). Bovendien zijn dit vertalingen van het Aramees, naar het Hebreeuws naar het Grieks
  • De oudste vertaling stamt uit de derde eeuw






Slide 7 - Diapositive

De ontwikkeling van het Christendom
* Jezus heeft zelf geen geschreven regels voor het geloof nagelaten
*In het jaar 49 is er een apostolische conferentie. Besluiten zijn
-Het geloof van Jezus (Christendom) moet actief verspreid worden
-Een besnijdenis is niet meer noodzakelijk
*De kerkvaders (van 90 - 750 na Chr.) ontwikkelen de theorie van het Christendom en schrijven dat op.
Christenen gebruikten zelden het kruis als symbool. Ze gebruikte liever het Chi Rho-teken: de eerste twee letters van de naam Christus in het Grieks. De twee letters naast het teken zijn de alpha (α) en de omega (Ω): de eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Hiermee gaven ze aan dat Jezus het begin en het einde was.

Slide 8 - Diapositive

Waarom worden Christenen in het Romeinse rijk vervolgd?
-Het christendom is een monotheistische godsdienst (1 god)
-De Christenen aanvaarden de goden van de Romeinen niet
-De Christenen gingen uit van gelijkheid van de mens, de Romeinen niet
-Christen passen zich niet aan aan de Romeinse samenleving; ze verwachten
snelle terugkeer van Jezus / God op aarde
-Onbegrip van de Romeinen over het "bloed van Christus" en het "lichaam van Christus".

Slide 9 - Diapositive

Waarom is het Christendom zo populair?
*het biedt verlossing
*iedereen is gelijk voor God (ook vrouwen en slaven)
*je kunt gemakkelijk Christen worden (geen besnijdenis)

Slide 10 - Diapositive

Op weg naar een wereldgodsdienst
313  Edict van Milaan: Alle godsdiensten worden door keizer Constantijn toegestaan in het Romeinse rijk.
380 Het Christendom wordt een staatsgodsdienst. Keizer Theodosius


Onder sommige Romeinse steden bevonden zich catacomben waarin christenen (maar ook Joden) hun doden begroeven.
Veel van deze catacomben zijn mooi versierd met christelijke muurschilderingen.
De catacomben werden soms ook gebruikt voor kerkdiensten, omdat het boven de grond te gevaarlijk was om openlijk voor je geloof uit te komen.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Opdracht:    Maak T& I vragen KA 8
timer
15:00

Slide 13 - Diapositive

Waarom kunnen we het nieuwe testament niet goed als historische bron gebruiken?
A
De schrijvers zijn niet objectief
B
De schrijvers hebben de verhalen tientallen jaren na de gebeurtenissen opgeschreven
C
De oudste versie van het nieuwe testament die wij kennen is vele malen overgeschreven en vertaald.
D
Boeken over het geloof moet je nooit vertrouwen

Slide 14 - Quiz

Hoe komt het dat vooral arme mensen christen werden?
A
De christenen zorgden ervoor dat arme mensen omgekocht werden. Als zij christen zouden worden, kregen ze een groot geldbedrag.
B
Rijke mensen hadden een betere opleiding gehad. Daarom geloofden ze de dingen die de christenen vertelden, niet zo makkelijk.
C
In de Romeinse maatschappij bestond er veel ongelijkheid. In de ogen van God was iedereen gelijk.
D
Christenen geloven dat je in de hemel komt als je goed geleefd hebt. Arme mensen hadden een zwaar leven. Zij vonden het fijn dat er na de dood een prettiger leven zou komen.

Slide 15 - Quiz

Waarom werden de Christenen aanvankelijk vervolgd in het oude Rome?
A
De Romeinen verboden alle monotheïstische godsdiensten
B
De christenen pasten zich in het begin niet goed aan aan de Romeinse samenleving
C
De Romeinen hadden een hekel aan buitenlanders
D
Van de Romeinen mocht je niet in andere goden geloven dan in de Romeinse goden.

Slide 16 - Quiz

Noem een verschil tussen het jodendom en het christendom
A
Voor de christenen is Jezus de verlosser, voor de joden niet.
B
De christenen werken niet met het oude testament, de joden wel
C
De christenen geloven in één god, de joden in meerdere goden.
D
Het christendom is veel ouder dan het jodendom

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive