Herhaling les 1 + §6.5 rekenen aan lenzen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Lesplanning:

1. Herhaling brandpunt + lenzenformule
2. Opgave §6.5 afronden
3. Kennen en kunnen doornemen
4. Vragenrondje

Lesdoel:

Aan het einde van de les kan je rekenen met de lenzenformule.

Hoe groot is de brandpuntafstand?

1. 20 cm
2. 10 cm
3. 1 cm
4. Onvoldoende informatie om te beantwoorden.

Brandpunt - F

Welke lens heeft een kleinere brandpuntsafstand?

1. De bovenste lens
2. De onderste lens
3. dat kun je niet zeggen

Lenssterkte S (dpt)

Afbeelden met licht

Lenzenformule

​f​​1​​=​v​​1​​+​b​​1​​

Met de lenzenformule kun je de brandpuntsafstand (f), de voorwerpafstand (v) of de beeldafstand (b) berekenen als je twee van de drie gegevens hebt.

Welke afstand is de voorwerpafstand?

1. afstand A
2. afstand B
3. afstand C
4. de brandpuntsafstand staat niet aangegeven

Welke afstand is de brandpuntsafstand?

1. afstand A
2. afstand B
3. afstand C
4. de brandpuntsafstand staat niet aangegeven

Als je oog het beeld scherp wil stellen, wat past het dan aan?

1. De voorwerpsafstand
2. De beeldafstand
3. De lenssterkte/ brandpuntsafstand
4. Niks, je moet gewoon geluk hebben

Toon aan dat de beeldafstand van 40cm klopt.

Bereken de brandpuntafstand.

Bereken de brandpuntsafstand.

​f​​1​​=​v​​1​​+​b​​1​​

​f​​1​​=​23​​1​​+​37​​1​​

​f​​1​​=0,0705

f=​0,0705​​1​​=14cm

Opgave
61, 62, 63, 64, 69 en 70

Wie lukt het om opgave 73 op te lossen?

Kennen en kunnen

Breking

• Schetsen hoe lichtstralen naar de normaal toe breken als ze een stof ingaan.
• Schetsen hoe lichtstralen van de normaal af breken als ze een stof uitgaan.
• Met lichtbreking verklaren dat een bolle lens een convergerende werking heeft en een holle lens een divergerende werking.

Kennen en kunnen

Lenzen 

Herkennen van positieve en negatieve lenzen aan de hand van:

• de vorm van de lens.
• de wijze waarop de lens de lichtstralen buigt. 

Kennen en kunnen

Lenzen - construeren

• Construeren hoe de lichtstralen door een lens gebroken worden.
  
• Met behulp van de drie constructiestralen het beeld(punt), brandpunt of de positie van de lens bepalen.
  
• Het beeld van een voorwerp construeren.

Kennen en kunnen

Lenzen - rekenen

• Toepassen van de formule: 

• De lenzenformule toepassen: 
  
  
  
• De vergroting: 

S(dpt)=​f(m)​​1​​

​f​​1​​=​v​​1​​+​b​​1​​

N=​l​voorwerp​​​​l​beeld​​​​=​v​​b​​

Vragen?

VRAGEN?

Foto B is een
vergroting van A.
Wat is de factor?

1. 80:24=3,33
2. 80-24=56
3. 24:80=0,3
4. 80x24=1920