Les 2 11/ 04

Le jeudi 11 avril
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Le jeudi 11 avril

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je nog van vorige les?
Ken je nog het verschil tussen de "zg" klank en de "k" klank? Kun je voorbeelden noemen? 

Ken je nog de prijs van iets begrijpen? 

Slide 2 - Diapositive

Hoe zeg je de "ge" van "Rouge" ?
A
met een "zg" klank
B
met een "k" klank

Slide 3 - Quiz

Hoe zeg je de "go" van "frigo"
A
met een "zg" klank
B
met een "k" klank

Slide 4 - Quiz

Combien coûte le burger avec les frites ?
A
8 euros 35
B
8 euros 50
C
8 euros 75
D
8 euros 79

Slide 5 - Quiz

Plan du cours
1. Les buts du cours
2. Herhaling Grammaire I
3. Grammaire II uitleg: het delend lidwoord
4. le travail du jour (ensemble et en autonomie)
5. Kahoot Grammaire II
6. Doelen bereikt? 



Slide 6 - Diapositive

1. Les buts du cours
Kennis:
-Je hebt de woordjes van apprendre 4 en 5 geoefend,
-Je kan de juiste delend lidwoord met eten gebruiken.

Luistervaardigheid:
-Je kan begrijpen wat iets kost en om welke hoeveelheid het gaat.

Slide 7 - Diapositive

2a. Grammaire I: Prendre (nemen)
Je prends                                 Ik neem
Tu prends                                Jij neemt
Il/elle/on prend                     Hij/zij/men neemt
Nous prenons                        Wij nemen
Vous prenez                             Jullie nemen/ U neemt
Ils/elles prennent                   Zij nemen 
Tip: Apprendre en Comprendre hebben dezelfde vervoeging

Slide 8 - Diapositive

2b. Quiz sur le verbe "prendre"
Zet het werkwoord op de juiste vorm.
1. Boike ___________ un dessert. (prendre)
2. Tu __________ une pizza quatre fromages ? (prendre)
3. Nous __________ le bus ensemble. (prendre)
4. Vous ____________ pour le test ? (apprendre)
5. Je ____________ un peu le français. (comprendre)
6. Ils ____________ la prof. (comprendre) 

Slide 9 - Diapositive

3a. Le travail du jour
Ensemble
Prenez votre livre à la page 58. 
Faire les exercices:  13(k), 14(k)


Ben je klaar? Je krijgt nog een uitleg over Grammaire II. 
Daarna werk je zelfstandig aan opdrachten 16A-D.




Slide 10 - Diapositive

3b. Grammaire II: Het delend lidwoord
-> als je over eten/ drinken wilt praten. 
Mannelijk woord = du (je voudrais du pain). 
Mannelijk woord die begint met een klinker/ h = de l' (de l'eau).
Vrouwelijk woord = de la (je voudrais de la chantilly).
Woord in het meervoud = des (je voudrais des chips).
Let op: Gebruik je een ontkenning/ hoeveelheidwoord? 
 Dan gebruik je  = de" /"d' "

Slide 11 - Diapositive

4. Le travail du jour
En autonomie
Grammaire II: 16A-16D 
Extra uitdaging* : 16E
Havo-route :  16A + B1 + C1 + D


Slide 12 - Diapositive

De hoeveelheidswoorden

Slide 13 - Diapositive

Heb je de doelen behaald? 
Kennis:
-Je hebt de woordjes van apprendre 4 en 5 geoefend,
-Je kan de juiste delend lidwoord met eten gebruiken.

Luistervaardigheid:
-Je kan begrijpen wat iets kost en om welke hoeveelheid het gaat.

Slide 14 - Diapositive

Wat heb je tijdens de les geleerd?

Slide 15 - Question ouverte