VEI 6.4 Hart en vaatziekten M4 2022 2023

 6.4 Hart- en vaatziekten
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

 6.4 Hart- en vaatziekten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Leerdoelen
  • Ik kan oorzaken en gevolgen noemen van hart- en vaatziekten
  • Ik kan aangeven hoe je de kans op hart- en vaatziekten kunt verkleinen
  • Lage bloeddruk – hoge bloeddruk – slagaderverkalking/atherosclerose – hartinfarct/hartaanval – beroerte – hartritmestoornissen

Slide 3 - Diapositive

Begrippen bij 6.4 Hart- en vaatziekten
  • Lage bloeddruk 
  • hoge bloeddruk 
  • slagaderverkalking/atherosclerose 
  • hartinfarct/hartaanval 
  • beroerte 
  • hartritmestoornissen

Slide 4 - Diapositive

Terugblik




Wat weet je nog van de eerste drie lessen over dit thema (Transport)??

Slide 5 - Diapositive

Via welke bloedvat wordt het bloed voorzien van zuurstof?
A
De longslagader - longen - longader
B
De longader - longen - longslagader

Slide 6 - Quiz

Zet de typen bloedvaten op de juist plaats.
Ader
Slagader
Haarvaten

Slide 7 - Question de remorquage


Welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten

Slide 8 - Quiz

In welke slagader is de bloeddruk het hoogst?
A
Aorta
B
armslagader
C
hoofdslagader
D
longslagader

Slide 9 - Quiz

Wat is de functie van de kransslagaders?
A
Zuurstof naar het hart brengen
B
Zuurstof bij het hart ophalen
C
Koolstofdioxide naar het hart brengen
D
Koolstofdioxide bij het hart ophalen

Slide 10 - Quiz

Welk groot bloedvat ontspringt uit de rechterkamer van het hart?

A
bovenste holle ader
B
longslagader
C
aorta
D
longader

Slide 11 - Quiz

Welke bloedvaten zorgen voor de afvoer van koolstofdioxide en andere afvalstoffen van de hartspier?
A
De kransaders
B
De kransslagaders

Slide 12 - Quiz

Bovenste holle ader
Nier ader
Nierslagader
Aorta
Hoofdader
Hoofdharvaten
Onderste holle ader
Poortader
Hoofdslagader
Leverader

Slide 13 - Question de remorquage

Wat weet je al van hart,- en vaatziekten?

Slide 14 - Carte mentale

Hoge en lage bloeddruk
laag: duizeligheid en vermoeidheid, niet gevaarlijk.
hoog: bloedvaten en organen kunnen beschadigen.

Slide 15 - Diapositive

Slagaderverkalking
  • Cholesterol blijft vaker kleven bij beschadiging.
  • plaque
  • deze laag cholesterol zet kalk af.

Slide 16 - Diapositive

Hartinfarct
  • Als er slagaderverkalking optreedt bij een bepaalde slagader (kransslagader bijv.) ontstaat er een hartinfarct
  • Deze kan worden gedotterd:

Slide 17 - Diapositive

Beroerte
- herseninfarct
- tia 
- hersenbloeding


Slide 18 - Diapositive

Tekenen van beroerte






scheve mond                   raar praten                            pijnlijke arm

Slide 19 - Diapositive

Hartritme stoornis
Lange onregelmatigheid
Pacemaker

Slide 20 - Diapositive

Aan de slag!

6.4: 33-34-35-36-37


Slide 21 - Diapositive

Wat zijn klachten die bij een lage bloeddruk horen?
A
Duizeligheid, flauwvallen
B
cholesterol afzetting in de bloedvaten
C
beschadiging van de organen en bloedvaten

Slide 22 - Quiz

Over welke onderdelen zou je nog uitleg willen?
A
BS 1 Bestanddelen van het bloed en de functies
B
BS 2 De grote en de kleine bloedsomloop
C
BS 3 De verschillende bloedvaten
D
BS 4 Hart en vaatziekten

Slide 23 - Quiz

Verhoogt lage of hoge bloeddruk de kans op een hartinfarct?
A
lage bloeddruk
B
hoge bloeddruk

Slide 24 - Quiz

Welke vetachtige stof in het bloed zorgt vaak voor slagaderverkalking
A
Cholesterol
B
Fibrinogeen
C
Kalk

Slide 25 - Quiz

Waardoor kan een hartinfarct worden veroorzaakt?
A
Door het optreden van slagaderverkalking in een longslagader
B
Door het optreden van slagaderverkalking in een kransslagader.
C
Door het optreden van slagaderverkalking in de halsslagader.
D
Door het optreden van slagaderverkalking in de leverslagader.

Slide 26 - Quiz

Welk deel van het hart is verstopt bij een hartinfarct
A
hartslagader
B
hartader
C
kransslagader
D
kransader

Slide 27 - Quiz

Een ander woord voor herseninfarct is beroerte.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Wat wordt er gedaan bij een dotterbehandeling ?
A
De vernauwing in de kransslagader wordt opgerekt d.m.v. een ballonentje
B
Er worden nieuwe vaatverbindingen rondom het hart gelegd

Slide 29 - Quiz

Wat kan hart- en vaatziekten veroorzaken?
A
Veel vet eten
B
Roken
C
Weinig bewegen
D
Alle antwoorden

Slide 30 - Quiz

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 31 - Carte mentale