Opvallend gedrag week 1.

• Ontwikkeling
• MBO
• Studiejaar 1

Periode 4

Van opvallend gedrag naar leer-en ontwikkelingsproblemen.

Van opvang en aanpak ervan.

    DIDACTIEKBOEK!!!!!

Wat valt je op? 

§ 5.1 Opvallend gedrag 

Valt je nu hetzelfde op? Hoe komt dat? 

Opvallend gedrag 

wat versta jij onder 'opvallend' gedrag?

welke soorten opvallend gedrag zou je kunnen noemen?

verschillende soorten gedrag

1. druk gedrag
2. opstandig gedrag
3. grensoverschrijdend gedrag
4. teruggetrokken gedrag
5. onverschillig gedrag
6. oneerlijk gedrag
7. angstig gedrag
8. dromerig gedrag 

even aan de slag in groepen

groep 1: voorbeeld blz151. Een echte wiebelkont. Ruby

groep 2: voorbeeld blz154. Mike

groep 3: voorbeeld blz 157. Pepijn

groep 4: voorbeelde blz160. Marlissa

opdracht

Wat is concreet het waarneembare gedrag?

In welke situatie zou dit gedrag niet opvallend zijn?

Wat zouden oorzaken en/of onderliggende problematiek kunnen zijn?

Hoe kun je als onderwijsassistent hier hulp bij bieden?

( Placemat methode; probleem midden, vragen eromheen)

kort bespreken klassikaal

groepsopdracht /eindopdracht

in je groep gaan jullie 2 vormen van gedrag onderzoeken vanuit de gedragswaaiers van Bazalt. 

Je gaat een poster, of brochure maken waarin:

& kenmerken 

& hoe te handelen thuis 

& hoe te handelen op school

het is de bedoeling dat er naast tekst ook plaatjes bijkomen en het er dus mooi uitziet. Gebruik hiervoor   Canva.com 

hieronder welk onderwerp bij welke groep

1 druk gedrag

1 angstig gedrag

                                   2 onverschillig gedrag 

                                   2 teruggetrokken gedrag

3 opstandig gedrag

3 oneerlijk gedrag

                                    4 grensoverschrijdend gedrag

                                    4 dromerig gedrag 

zet jullie presentatie in de teamsomgeving van dit vak. 

.

Volgende  week bekijken we met elkaar de presentatie.

huiswerk

1. In mijn sharepoint vind je een bijlage die je op je stageschool a.s week gaat invullen. Dit heb je nodig volgende week!

Misschien weet je zelf al best veel, maar check het op je stage als je het hebt ingevuld.

2. Maak de opdrachten in je werkboek.

tot slot

1. Waar ging de les over?

2. Wat heb jij geleerd? 

3. Wat kun jij met deze kennis in de praktijk?