Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Nask 4TL 10.2 Zwaartekracht en druk
10.2 Zwaartekracht en druk
1 / 37
suivant
Slide 1:
Diapositive
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Cette leçon contient
37 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
10.2 Zwaartekracht en druk
Slide 1 - Diapositive
Vragen §10.1
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen:
Je leert
aangeven dat de zwaartekracht op afstand werkt;
uitrekenen hoe groot de zwaartekracht op een voorwerp is;
het zwaartepunt (massamiddelpunt) bepalen;
de zwaartekracht op een voorwerp tekenen
uitleggen hoe druk, kracht en oppervlakte samenhangen;
voorbeelden noemen waarbij een grote druk of kleine druk gewenst is.
Slide 3 - Diapositive
10.2 - Zwaartekracht en druk
Bedenk wat het nut is
van dit dopje.
Slide 4 - Diapositive
Zwaartekracht en gewicht
Het
gewicht
is de
kracht
van een voorwerp op zijn ondersteuning en wordt uitgedrukt in
Newton
.
Als het voorwerp ondersteund wordt geldt:
zwaartekracht = gewicht (F
z
= m
.
g = G)
Let op:
massa
is in
kg
,
gewicht
en
zwaartekracht
in
N
Slide 5 - Diapositive
Voorbeeld
De cementbak heeft een massa
van 500 kg. Bereken het gewicht dat aan de kabel trekt.
Slide 6 - Diapositive
Antwoord
Gegeven:
m
= 500 kg,
g
= 10 N/kg
Gevraagd: G = ? N
Formule: G = m
.
g
Berekening: G = 500
.
10 = 5000 N
Antwoord: Het gewicht dat aan de kabel trekt is 5000 N
Slide 7 - Diapositive
Zwaartepunt
Het punt ten opzichte waarvan de massa van dat object in evenwicht is
Slide 8 - Diapositive
Zwaartepunt
Waar ligt het zwaartepunt van dit figuur?
1
2
Slide 9 - Diapositive
Steunvlak
a - situatie is stabiel
Slide 10 - Diapositive
Steunvlak
a - situatie is stabiel
b- blok valt niet om
Slide 11 - Diapositive
Steunvlak
a - situatie is stabiel
b- blok valt niet om
c- blok valt om
Slide 12 - Diapositive
Wat is het grondvlak/ steunpunten van mannetjes?
Waarom valt de rechter man niet om?
Slide 13 - Question ouverte
Hiernaast drie balken die rechtop
staan. Welke balk(en) staat/staan
stabiel?
(Links Midden Rechts)
A
Alleen de linker balk.
B
De linker en de middelste balk.
C
Alle drie de balken.
D
Alleen de rechter balk.
Slide 14 - Quiz
Wat weet je nog
over druk?
Slide 15 - Carte mentale
Druk in de praktijk:
Wie van deze twee heeft
de grootste druk op de
ondergrond?
Slide 16 - Diapositive
DRUK
Druk
is de
kracht
die een voorwerp op een
bepaald
oppervlak
uitoefent.
Slide 17 - Diapositive
Verschil tussen kracht en druk?
Een
kracht
oefen je uit op een voorwerp.
De
kracht
wordt uitgedrukt in
Newton
.
Druk
is de
kracht
die een voorwerp uitoefent op een
oppervlakte
.
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Druk
p
: druk in (N/m
2
of N/cm
2
F
: kracht (N)
A
: oppervlakte (m
2
of cm
2
p
=
A
F
p
⋅
A
F
Slide 20 - Diapositive
Even oefenen
Nanja duwt met haar vinger op een ruit. De kracht op de ruit bedraagt 0,68 N. Deze kracht werkt op een oppervlakte van 1,8 cm
2
.
Bereken de druk op de ruit.
Slide 21 - Diapositive
Even oefenen
G: F = 0,68 N, A = 1,8 cm
2
G: p = ? N/cm
2
F:
B:
A: de druk is 0,38 N/cm
2
p
=
A
F
p
=
1
,
8
0
,
6
8
=
0
,
3
8
Slide 22 - Diapositive
Even oefenen
Een baksteen ligt op het strand. De kracht op het zand is 20 N.
De druk onder de baksteen bedraagt 0,011 N/cm
2
.
Bereken de oppervlakte van de onderkant van de baksteen.
Slide 23 - Diapositive
Even oefenen
G: F = 20 N, p = 0,011 N/cm
2
G: A = ? cm
2
F:
B:
A: het oppervlak van de steen is 1818 cm
2
p
=
A
F
A
=
0
,
0
1
1
2
0
=
1
8
1
8
A
=
p
F
Slide 24 - Diapositive
Wat is de eenheid van kracht?
A
Newton
B
Kilogram
C
Newton per vierkante meter
D
Watt
Slide 25 - Quiz
Wat is de eenheid van druk?
A
Newton
B
Kilogram
C
Newton per vierkante meter
D
Watt
Slide 26 - Quiz
Hoe bereken je de druk
A
oppervlakte x massa
B
oppervlakte x kracht
C
massa : oppervlakte
D
kracht : oppervlakte
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Vidéo
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Druk in de praktijk:
Wie van deze twee oefent
de grootste druk op de
ondergrond uit?
Slide 31 - Diapositive
Olifant
Een mannetjesolifant weegt ongeveer 5000 kg.
De oppervlakte van een poot is 0,025 m².
Hoe groot is de zwaartekracht die de olifant uitoefent?
Hoeveel oppervlakte hebben 4 poten samen?
Hoe groot is nu de druk: ?
Slide 32 - Diapositive
Angelina Jolie
Angelina weegt ongeveer 60 kg.
De oppervlakte van een hak is 0,0001 m².
Hoe groot is de zwaartekracht die Angelina uitoefent?
Hoeveel oppervlakte hebben beide naaldhakken?
Hoe groot is nu de druk: ?
Slide 33 - Diapositive
Wie o Wie?
Olifant:
Angelina:
p
=
A
F
=
2
5
0
⋅
4
5
0
.
0
0
0
=
5
0
c
m
2
N
p
=
A
F
=
1
⋅
2
6
0
0
=
3
0
0
c
m
2
N
Slide 34 - Diapositive
Wat weet je al???
Slide 35 - Diapositive
§10.2 - Je kunt ...
aangeven dat de zwaartekracht op afstand werkt;
uitrekenen hoe groot de zwaartekracht op een voorwerp is;
het zwaartepunt (massamiddelpunt) bepalen;
de zwaartekracht op een voorwerp tekenen
uitleggen hoe druk, kracht en oppervlakte samenhangen;
voorbeelden noemen waarbij een grote druk of kleine druk gewenst is.
Slide 36 - Diapositive
Ja, dat kan ik!
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 37 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
Nask 4TL 10.2 Zwaartekracht en druk
Août 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Nask 4TL 10.2 Zwaartekracht en druk
Novembre 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
H10 - §10.2 Zwaartekracht en Druk
Novembre 2024
- Leçon avec
50 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
10.2-1
Novembre 2023
- Leçon avec
50 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 4
10.2-2
Novembre 2023
- Leçon avec
42 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 4
10.2-2
il y a 26 jours
- Leçon avec
43 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 4
Les 5 Werktuigen en Constructies
Mars 2019
- Leçon avec
35 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
5.2 Krachten
Janvier 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3