Week 6 Dwangmiddelen en straffen

Les 6: Dwangmiddelen, bewijs, straffen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
StrafrechtMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Les 6: Dwangmiddelen, bewijs, straffen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dwangmiddelen
  • We gaan kijken naar dwangmiddelen die kunnen worden ingezet door justitie tegen de verdachte
  • Een verdachte heeft ook rechten waar we uiteraard ook naar zullen kijken
  • Na vinden van bewijs, wordt straf opgelegd

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar zijn ze voor?
  • Wil een rechter iemand kunnen veroordelen, dan zal er bewijs van de delictsomschrijving moeten zijn en dus van álle bestanddelen. 
  • Politie en de officier van justitie kunnen dit bewijs verzamelen met behulp van deze dwangmiddelen. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat denk je dat dwangmiddelen zijn?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn dwangmiddelen?
  • Middelen die bij een strafrechtelijk onderzoek kunnen worden gebruikt in het kader van opsporing en vervolging tegen de wil van de verdachte (dus onder dwang!!).
  • Vereist is dat ze vermeld staan in de wet 
  • Hoe zwaarder het misdrijf, hoe zwaarder het dwangmiddel

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke dwangmiddelen zijn er?
  • Allereerst de vrijheidsbenemende dwangmiddelen zoals bijvoorbeeld: aanhouding, ophouden voor onderzoek, inverzekeringstelling. (Deze staan ook beschreven in je boek) 
  • De niet-vrijheidsbenemende dwangmiddelen zijn bijvoorbeeld: infiltratie, afluisteren, huiszoeking. 


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mag een medewerker van een particulier beveiligingsdienst een verdachte naar zijn naam en adres vragen?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Ja, dat mag gerust, want vragen staat voor iedereen vrij.
Mag de medewerker de verdachte ook dwingen om kort te stoppen om antwoord te geven op deze vraag?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Nee, want de particuliere beveiligingsman heeft geen bevoegdheid tot staande houden.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een winkelier ziet dat een personeelslid geld wegneemt uit de kassa. De medewerker ziet dat hij betrapt wordt en wil er vandoor gaan. De winkelier sluit echter vlug de deuren en houdt de medewerker op die manier binnen in afwachting van de komst van de politie.

Leg uit of de winkelier bevoegd is om zo te handelen.

Slide 11 - Question ouverte

Ja, iedereen is bij betrapping op heterdaad bevoegd om de verdachte aan te houden. Dit wil zeggen dat de verdachte mee gaat naar het bureau om te worden voorgeleid of, in dit geval, even vast wordt gehouden zodat de politie hem mee kan nemen naar het bureau.
Twee opsporingsambtenaren nemen een aangehouden verdachte mee naar het bureau. Onderweg stellen ze hem een paar vragen over de toedracht van het misdrijf. Er worden geen aantekeningen gemaakt, het is gewoon een praatje onderweg. Daarom praat de verdachte vlotweg; hij legt uit wat hij heeft gedaan en hoe hij de zaak heeft aangepakt.

Leg uit of dit verhaal van de verdachte als bewijs tegen hem kan worden gebruikt.

Slide 12 - Question ouverte

Nee, dit bewijs kan niet meetellen voor het bewijs omdat de verdachte voorafgaand aan dit verhoor niet is gewezen op zijn zwijgrecht. Er is altijd sprake van een verhoor als een verdachte vragen worden gesteld over zijn betrokkenheid bij een strafbaar feit, ongeacht waar het verhoor plaatsvindt.
Ophouden voor onderzoek
Ophouden voor onderzoek, art 56a Sv:
- mag voor max 9 uren (plus 9 u tijdens de nacht)
-vooral bedoeld voor identificatie en verhoor verdachte

Voordat je in verhoor gaat, heb je recht op bijstand van een advocaat!!

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een verdachte wordt aangehouden voor een eenvoudige diefstal. Hij wordt om half twee in de middag voorgeleid aan de hulpofficier van justitie. Om vier uur is de zaak duidelijk; de politie weet voldoende en heeft de zaak rond.

Op welk moment moet de verdachte in vrijheid worden gesteld?

Slide 14 - Question ouverte

Meteen om vier uur, want dwangmiddelen moeten het onderzoek dienen. Na vier uur, als de zaak rond is, is het doel van het ophouden voor onderzoek vervallen en moet de verdachte worden heengezonden.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechten van de verdachte

Tegen de verdachte kunnen dus dwangmiddelen tegen zijn wil worden ingezet, máár de verdachte heeft ook rechten! 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

welke rechten van een verdachte ken jij?

Slide 17 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je kijkt naar de manier van verhoren van de verdachten in het filmpje, mag dit dan op deze manier? leg je antwoord uit

Slide 20 - Question ouverte

nee, verdachten hebben recht op een eerlijk verhoor en dus zonder ongeoorloofde druk van uit de politie. Hier is strijd met het pressieverbod.
Nb. rechters hebben dit nooit geconstateerd!!

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek in je wetboek het EVRM op en geef aan in welk artikel de onschuldpresumptie staat en wat hierover staat geschreven.

Slide 22 - Question ouverte

art 6 lid 2 EVRM
Bewijs gevonden, en dan?

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Straffen
  • een straf kan alléén gegeven worden als er voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is van het strafbare feit (dus van de bestanddelen in de delictsomschrijving) !
  • Is dit er onvoldoende, dan volgt er vrijspraak en dus geen straf
  • Is dit er voldoende, dan bepaalt de wet welke straffen er zijn en bepaalt de rechter welke straf hij oplegt

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Strafbepaling
  • Delictsomschrijving = omschrijving van verboden gedraging
  • Kwalificatie = juridische naam van waar verdachte zich schuldig aan gemaakt heeft
  • Sanctie = hoe dient de verdachte te worden gestraft

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek op: art. 9 Sr
Welke straffen zijn er?

Slide 26 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende week:





Voorbereiding oefenrechtbank!!

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions