Herhalen tijdvak 1 tot en met 4

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Herhalen

Welk tijdvakken hebben we dit jaar behandeld?

1. Tijdvak 1 tot en met 3
2. Tijdvak 1 tot en met 4
3. Tijdvak 1 tot en met 6
4. Tijdvak 1 tot en met 5

Welke tijdvakken ga je volgend jaar behandelen?

1. Tijdvak 5 tot en met 8
2. Tijdvak 5 tot en met 7
3. Tijdvak 5 tot en met 9
4. Tijdvak 5 en 6

Hoe wordt de tijd van de jagers en boeren ook wel genoemd?

1. Oudheid
2. Middeleeuwen
3. Prehistorie

Jagers en verzamelaars

1. Trokken rond
2. Bleven op een plek wonen

Bij de jagers en verzamelaars:

1. Gingen de vrouwen op jacht
2. Gebruikten ze alles van het dier
3. Leefden ze in kleine groepen
4. Konden ze schrijven

Hoe noemen we de ingrijpende overgang van jagers naar boeren?

1. De boerenrevolutie
2. De prehistorie
3. De verandering
4. de landbouwrevolutie

Jagers werden boeren.
Wat was de grootste verandering voor de jagers die boeren werden.

1. Ze joegen nooit meer op wilde dieren
2. Ze verzamelden eten in de natuur
3. Ze gingen op een vaste plek wonen
4. Ze hielpen elkaar om eten te krijgen

Waarmee eindigde de tijd van jagers en boeren?

1. Het ontstaan van het schrift
2. De uitvinding van de landbouw
3. Het ontstaan van de eerste steden
4. Het maken van potten

Wie konden er in het oude Egypte schrijven?

1. De farao's
2. De ambtenaren
3. De boeren
4. De priesters

Wat voor soort samenleving was het oude Egypte?

1. Een landbouwsamenleving
2. Een irrigatie samenleving
3. Een landbouwstedelijke samenleving
4. Een moderne samenleving

Hoe ontstonden ambachten in het oude Egypte?

1. Mensen vonden het leuk om wat anders te gaan doen en zo ontstonden de ambachten
2. Er waren genoeg boeren dus kon men andere dingen gaan doen dan werken in de landbouw. Zo ontstonden er ambachten
3. Men verveelde zich wanneer de Nijl overstroomde en gingen een ambacht beoefenen
4. De bevolking groeide zo hard dat er veel spullen gemaakt moesten worden. Zo ontstonden er ambachten

Wie staan onderaan de sociale piramide in het oude Egypte?

1. Edelen, hoge ambtenaren en priesters
2. Farao en zijn familie
3. Boeren en slaven
4. Ambachtslieden, handelaren, lage ambtenaren

Was het geloof van de Grieken en de Egyptenaren monotheïstisch of polytheïstisch?

1. monotheïstisch
2. polytheïstisch

Wat was de reden voor de Grieken om kolonies te stichtten buiten Griekenland?

1. De hoge priester had een visie gekregen van de oppergod Zeus. Ze kregen de opdracht om heel het Middellandse zeegebied te veroveren.
2. Door het verliezen van een wedstrijd werden sommige mensen verbannen, deze mensen vertrokken op hun beurt naar een ander gebied. Op deze manier ontstonden er kolonies
3. Door het ruwe landschap van Griekenland kon er niet genoeg aan landbouw worden gedaan en ontstond er een voedseltekort. Kolonies waren hier de oplossing voor.
4. Door de constante onderlinge oorlogen was het nooit zeker of de stadstaat zou blijven bestaan. Door kolonies te stichten, hadden ze een plek om naartoe te vluchten.

Wie mochten er stemmen in de Griekse democratie?

1. Iedere Atheense burger die wapenuitrusting kan betalen
2. Iedere volwassen man
3. Iedere Atheense mannelijk burger
4. Iedere Atheense volwassen mannelijke burger

De stelling luidt: Griekse filosofen, waaronder Ptolemaeus, beweerde dat de aarde het middelpunt was van het heelal. De zon en andere planeten draaide om de aarde

1. Juist
2. Onjuist

Wat is een andere naam voor de Grieks-Romeinse cultuur?

1. De antieke cultuur
2. De klassieke cultuur
3. Imperium Romanum
4. Pax Romana

Waarom wilden veel Germanen in het Romeinse leger?

1. Om Romeinse burgerrechten te krijgen
2. Om in het Romeinse Rijk te mogen wonen
3. Om geen belasting te hoeven betalen
4. Om bij de Romeinse elite te horen

Welke Romeinse keizer zorgde voor godsdienstvrijheid in het Romeinse rijk?

1. Keizer Augustus
2. Keizer Nero
3. Keizer Constantijn
4. Keizer Theodosius

Waarom organiseerden de Romeinse autoriteiten brood en spelen?

1. Om het volk te laten genieten
2. Om het volk rustig te houden en zelf populair te worden
3. Om de Romeinse economie te stimuleren
4. Om de Romeinse burgers gelukkiger te maken

Welke gebeurtenis wordt gezien als het einde van de oudheid en het begin van de middeleeuwen?

1. De Germaanse volksverhuizingen in Europa.
2. De ondergang van het West-Romeinse Rijk.
3. De ondergang van het Oost-Romeinse Rijk.
4. Het begin van de regeerperiode van Karel de Grote.

Wat was het leenstelsel/feodalisme?

1. Een stelsel waarbij een leenheer land uitleende aan horigen
2. Een stelsel waarbij de koning zijn land onder de geestelijkheid verdeelde
3. Een stelsel waarbij een leenman zijn land aan een leenheer uitleende
4. Een stelsel waarbij de koning zijn land uitleende aan zijn ridders en leenmannen

Kan een ridder ook een leenman zijn?

1. Ja
2. Nee

Wat hoort niet bij het hofstelsel?

Bij het hofstelsel.....

1. geeft de heer bescherming aan de horige
2. moesten horigen herendiensten verrichten
3. geeft de horige een deel van de opbrengst van het land aan de heer
4. helpt de heer de horige op het land tijdens de oogsttijd

In de vroege middeleeuwen was er een driestandenmaatschappij. Zet de lagen op volgorde van hoog naar laag

1. Adel, geestelijken en boeren
2. Geestelijken, adel, boeren en burgerij
3. Adel, boeren en geestelijken
4. Geestelijken, adel en boeren

De islam is....

1. Monotheistisch
2. Polytheistisch

Wat is niet waar over de Arabieren:

1. De Arabieren waren erg tolerant tegenover andere volken en culturen
2. De Arabieren zorgden door veel veroveringen voor de verspreiding van de islam.
3. De Arabieren overwonnen het Frankische Rijk.
4. De Arabieren hadden een hoog ontwikkelde cultuur (kunst, wetenschap en geneeskunde)

Wat was de belangrijkste reden voor de opleving van de geldeconomie in de late middeleeuwen?

1. Hanzesteden gingen munten gebruiken
2. Er kwam meer langeafstandshandel
3. Geen vaste prijzen en munten bij de ruilhandel
4. Koningen stimuleerden het slaan van munten

De gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.

1. Waar
2. Niet waar

Een stad kon stadsrechten krijgen.
Wat is GEEN stadsrecht?

1. De stad mocht zelf rechtszaken houden
2. De stad mocht zelf belasting ophalen
3. De stad mocht stadsmuren bouwen
4. De stad hoefde de landheer niks meer te betalen