4.3 - B - Nederland in 1848

4.3 - B - Nederland 
in 1848
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

4.3 - B - Nederland 
in 1848

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke idealen de liberalen hadden op politiek en economisch gebied.

  • Je kunt uitleggen waarom er in 1848 een nieuwe grondwet kwam. 

Slide 2 - Diapositive

Planning
  • Conservatieven
  • Liberalen
  • De grondwet
  • Opdracht
  • Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Wat hebben we de vorige les besproken? 

Slide 4 - Diapositive

De conservatieven
  • Willem benoemde zelf de leden van het parlement.  
  • De Kamerleden vonden dat prima.

  • Ze waren conservatief: 
  • geen invloed van het volk. 

  • behoud van tradities en de bestaande maatschappelijke structuren=
  • rol van de kerk en koning. 

Slide 5 - Diapositive

Het liberalisme
  • De industrialisatie zorgde voor de opkomst van het liberalisme: zo veel mogelijk vrijheid voor de burgers.  (economisch & politiek!)

  • Politiek: Vrijheid van meningsuiting, geloofsvrijheid, inspraak in het bestuur.

  • Economisch: vrijheid voor ondernemers, lastige regels over prijzen en werktijden moeten worden afgeschaft. 

Slide 6 - Diapositive


Koning Willem II

  • In 1840 volgt Willem II zijn vader op. 
  • Overal in Europa eisen de liberalen meer inspraak in het bestuur. (democratische revoluties)
  • Willem II wil eerst niets weten van een liberale regering maar gaat in één nacht van conservatief naar liberaal...want het gerucht gaat...
  • Vanaf 1848 heeft Nederland een liberale grondwet. 

Slide 7 - Diapositive

De grondwet (1)
  • Bekendste liberaal is Johan Rudolf Thorbecke.

  • In opdracht van Willem II ontwierp Thorbecke een nieuwe grondwet op basis van het liberalisme.

  • Zo voorkwam Willem II een liberale revolutie in Nederland. 

Slide 8 - Diapositive


De grondwet (2)

  • De koning is onschendbaar en de ministers zijn verantwoordelijk voor het handelen van de koning.  
  • Ministers bestuurden het land en maakten wetten en regels. Het parlement keurt de wetten. 
  • De Eerste en Tweede Kamer controleerden de regering.
  • Voortaan was er vrijheid van godsdienst, onderwijs, drukpers en vergadering.
  • Er kwamen verkiezingen maar alleen rijke mannen kregen het stemrecht. 

Slide 9 - Diapositive



Maak de chronologie opdracht



  • Zet eerst de gebeurtenissen op juiste volgorde in de tijdbalk.
  • Beantwoord daarna de vragen.
  • We gaan de antwoorden bespreken. 

Slide 10 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke idealen de liberalen hadden op politiek en economisch gebied.

  • Je kunt uitleggen waarom er in 1848 een nieuwe grondwet kwam. 

Slide 11 - Diapositive