haben sein

Wort des Tages
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wort des Tages

Slide 1 - Diapositive

lesdoelen
Op het einde van de les(sen) kun je de hulpwerkwoorden haben/sein vervoegen in de tegenwoordige tijd

Slide 2 - Diapositive

haben und sein
Hebben
Zijn
Haben
Sein

Slide 3 - Question de remorquage

haben / sein 

Slide 4 - Diapositive

Verschiedene Arten von Verben
  • zwakke werkwoorden (wohnen-wohnte-gewohnt)
  • sterke werkwoorden (gehen-ging-gegangen) 
  • onregelmatige werkwoorden (haben, sein, werden)
  • modale (hulp-)werkwoorden 

Slide 5 - Diapositive

Grammatik: haben sein

Slide 6 - Diapositive

Haben und Sein

Slide 7 - Diapositive

Wisst ihr es noch? Die Verben haben und sein.  
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein

Slide 8 - Question de remorquage

Meine Mutter ............ 40 Jahre alt.
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)

Slide 9 - Question ouverte

Warum .......... du jetzt in Hamburg?
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)

Slide 10 - Question ouverte

Mein Freund ............. ein Haus
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)

Slide 11 - Question ouverte

Was ............ deine Handynummer ?
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)

Slide 12 - Question ouverte

haben en sein zijn belangrijk. Waarom?
A
ze komen vaak voor
B
ze zijn makkelijk
C
het zijn zwakke werkwoorden
D
het zijn hulpwerkwoorden

Slide 13 - Quiz

haben en sein zijn regelmatige werkwoorden
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 15 - Question de remorquage

Wurfelspiel
Uitleg
1e worp
i d e w  i  s
1 2 3 4 5 6 (aantal stippen)

2e worp
even = haben
oneven = sein

Slide 16 - Diapositive

https://onlinedobbelsteen.nl/
in tweetallen 
10 minuten
1 iemand gooit / samen de woorden opschrijven
bijvoorbeeld 1e dobbelsteen 2, 2e dobbelsteen 3 (Er ist)
als het antwoord goed is krijgen beide een punt!

Slide 17 - Diapositive