Afronden van getallen en geld

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Afronden van getallen en geld

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je getallen en geld afronden.

Afronden
Als ik een getal wil afronden op 2 decimalen kijk ik naar:

1. de tweede decimaal
2. de derde decimaal
3. de tweede en derde decimaal
4. de derde en vierde decimaal

Afronden op een tiental
783 ≈

1. 700
2. 780
3. 790
4. 800

Afronden op een duizendtal
2651 ≈

1. 2000
2. 3000
3. 2600
4. 2700

afronden op helen 99,8

1. ≈ 99
2. ≈ 100

3,475 afronden op een decimaal =

1. 3,47
2. 3,48
3. 3,4
4. 3,5

afronden op 2 decimalen
82,373

1. 82,37
2. 82,38

Afronden met geld doen we per......

1. €0,01 cent
2. €0,05 cent
3. €0,10 cent
4. We ronden niet af met geld

Voor 2 frikandellenbroodjes betaal je
€ 1,98.
Hoeveel moet je betalen als je contant betaalt?

1. € 1,95
2. € 1,98
3. € 2,00
4. € 1,90

Je betaalt contant.
Hoeveel moet je betalen?
€ 6,07

1. € 6,00
2. € 6,10
3. € 6,05
4. € 6,15

Je betaalt contant.
Hoeveel moet je betalen?
€ 23,23

1. € 23,25
2. € 23,20
3. € 23,50
4. € 23,00

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.